PRO metropolitane gemeenschap: 'Geen verfransingsmachine'

Steven Van Garsse
© Brussel Deze Week
28/03/2013
Willen we in Brussel een metropolitane gemeenschap? Twee BDW-redacteurs vechten het uit met een opiniestuk. "De Rand kijkt met argwaan naar de metropolitane gemeenschap. Over de doelmatigheid van het vehikel kan veel gezegd worden, maar dat het de verfransing in de hand zal werken is baarlijke onzin", argumenteert Steven Van Garsse.

D e Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap maakt deel uit van het Vlinderakkoord en werd vorig jaar in het federaal parlement goedgekeurd. De oprichting kan nog wel even op zich laten wachten. De drie gewesten moeten eerst een samenwerkingsakkoord sluiten en de Vlaamse Regering wacht tot het Grondwettelijk Hof zich over de metropolitane gemeenschap heeft uitgesproken.

Dat er nood is aan meer samenwerking tussen Brussel en haar hinterland zullen weinigen betwisten. Al in 2008 riepen de vier werkgeversorganisaties, waaronder VOKA, in een opgemerkt pleidooi op tot een metropolitane gemeenschap. Dat moest een lichte structuur worden voor een beter overleg tussen Brussel en de Rand over allerlei socio-economische dossiers. De werkgevers hadden er zelfs geld voor veil. De concurrentie tussen Gewest en de Rand vormt een rem op de economische ontwikkeling van de regio.

Ook wie met mobiliteit bezig is, kan niet anders dan vaststellen dat er overleg nodig is tussen Brussel en de Rand: de uitbreiding van de Ring, trams uit Vlaanderen naar Brussel en het Gewestelijk Expresnet zijn allemaal grensoverschrijdende dossiers die zowel Brusselaars als Randbewoners aanbelangen. Goede beslissingen hierover kunnen niet zonder goed overleg. En hoewel daar al belangrijke aanzetten voor zijn, verzandt dat overleg vandaag vaak in egelstellingen.

Baarlijke onzin
Biedt de metropolitane gemeenschap soelaas? Misschien wel, misschien niet. Dat het vehikel geen enkele beslissingsmacht heeft, draagt zeker niet bij tot haar efficiëntie. Metropolitane gemeenschappen in het buitenland hebben kunnen wél beslissen. Ze hebben zelfs een echt budget. Ze regelen bijvoorbeeld het openbaar vervoer in de regio. Niet zo in België. De slagkracht van het orgaan zal dus minimaal zijn.

Een tweede handicap is ons federaal bestel. De discussies zullen altijd vertrekken vanuit de achterban, of die nu Brussels, Waals of Vlaams is, en niet vanuit een belang voor de gecoverde regio. Toch is dat beter dan niets. Er zal tenminste gepraat worden.

Dat de metropolitane gemeenschap tot verfransing zal leiden, zelfs tot een uitbreiding van Brussel, is een stelling die de laatste weken door de N-VA wordt ingenomen in de randgemeenten. De partij doet dat in straffe termen: "Brussel palmt de Vlaamse gemeenten in," "Groot Brussel staat voor de deur," etc. Dat is baarlijke onzin, die enkel het electorale gewin dient.

Olievlek Brussel
Het gaat hier over de wet en niets dan de wet. De metropolitane gemeenschap krijgt geen zeggenschap over de bestuurstaal, taalgrens of gemeentelijke voogdij. Ze heeft zelfs de macht niet om mobiliteits- en socio-economische dossiers naar haar hand te zetten. Het is een overlegorgaan tussen de drie Gewesten en de lokale besturen van de voormalige provincie Brabant. Komt de metropolitane gemeenschap tot een akkoord, dan nog zijn het de drie parlementen of regeringen die het 'soeverein' moeten bekrachtigen. Elk gewest heeft een vetorecht. Wat is dan het probleem?

Het blijft moeilijk te begrijpen dat een rijke regio als Vlaanderen naar de andere gewesten kijkt met de smoel van de underdog. Met een gevoel van: we worden hier permanent gejost. Natuurlijk zijn er in het verleden communautaire wonden geslagen, maar angst is een slechte raadgever. Het is een vreemde paradox dat Vlaanderen graag meer autonomie wil, maar in elkaar krimpt bij een vraag tot samenwerking met het buurgewest. Vlaanderen kan hier juist sterker uitkomen. Al was het maar door de band met Brussel te verstevigen, de economische motor van ons land.

Door de ogen van de Brusselaar blijft dit alles een onwezenlijk schouwspel. Het laat hem maar met één indruk achter: de dédain voor Brussel en haar inwoners moet bij sommige Randbewoners wel erg groot zijn. Olievlek Brussel, zo klinkt het al jaren in de Vlaamse Beweging. Zijn de Brusselaars dan een soort van smurrie die de Rand vervuilen?

Het klopt dat, los van de institutionele context, stedelijkheid geen grenzen kent. Dat is zo in de rest van de wereld, en ook in België. Groen is de Rand rond Brussel met zijn eindeloze verkavelingen en druk autoverkeer al lang niet meer. En dorps zien de meeste gemeenten rond Brussel er in ieder geval niet uit. De Rand is multicultureler en internationaler dan ooit. Er worden meer talen gesproken dan vroeger. Nu al is bewezen dat de politiek daar eigenlijk weinig vat op heeft. We leven in Europa en daar is, gelukkig, vrijheid van personenverkeer.

Maar angst voor de import van de grootstedelijke problemen brengt geen zoden aan de dijk. Het is zaak om hiermee om te leren gaan. En oh ja, de Brusselaars kunnen de Randbewoners hier uitstekend in adviseren. Waarom niet tijdens een van de talloze vergaderingen van de toekomstige metropolitane gemeenschap?

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek, Opinie

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni