Vervoort: 'Slechts één feit met personen die feestten na aanslagen'

De verklaring van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) dat "een significant deel van de moslimgemeenschap danste naar aanleiding van de aanslagen" blijft nazinderen. Brussels minister-president Rudi Vervoort (PS) heeft zelf maar weet van één feit. "Daar waren twee personen bij betrokken, die onmiddellijk administratief zijn aangehouden."

Bij de start van het Overlegcomité zeiden verschillende ministers dat er geen amalgaam gemaakt mag worden en ging minister-president Vervoort ook in op de discussie over de uitspraak van minister Jambon. "In de zone Brussel-Elsene heeft de lokale politie één feit genoteerd waarbij twee personen zich in de buurt bevonden van de woning van een van de veronderstelde terroristen en wilden feesten", verklaart Vervoort. "We mogen het niet veralgemenen. Dit is het enige feit op het Brusselse grondgebied waar ik weet van heb."

Eerder reageerde premier Michel al op de uitspraak van minister Jambon over 'dansende moslims' na de aanslagen van 22 maart. Ook hij bevestigt dat er wel degelijk een incident was. "Ik bevestig dat er wel degelijk steunbetuigingen aan de daders van de aanslagen geweest zijn. De Nationale Veiligheidsraad is daar trouwens over ingelicht geweest."

De uitspraak van Jan Jambon (N-VA) dat een "significant deel" van de moslimgemeenschap vrolijk was na de aanslagen is volgens Groen-voorzitster Meyrem Almaci "schofferend en stigmatiserend" voor die gemeenschap. "Ofwel maakt hij die woorden hard, ofwel verontschuldigt hij zich voor het woordje 'significant', zei ze maandag in De Ochtend.

"Ik heb geen moeite om te erkennen dat er een probleem is met radicalisering. Maar door 'significant' te gebruiken, schoffeert en stigmatiseert minister Jambon een hele gemeenschap.", aldus Almaci. "Daarmee duwt hij een hele gemeenschap van zich af en dat is het tegenovergestelde van wat een minister van Binnenlandse Zaken moet doen". Volgens Almaci moet Jambon met "tekst en uitleg" over zijn uitspraak komen en zich op zijn minst "verontschuldigen voor het gebruik van het woordje 'significant'"