'Wie zijn hoofdstad opgeeft, verdient geen hoofdstad'

Christophe Degreef, Danny Vileyn
© Brussel Deze Week
30/10/2009
"Point n'est besoin d'espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer," zegt N-VA-voorzitter Bart De Wever. Met het motto van Willem de Zwijger duiken de Vlaams-nationalist en zijn Brusselse volksvertegenwoordiger Paul De Ridder in het verleden.

W anneer we hun de vraag stellen in het oer-Brusselse café Cirio, antwoorden De Wever en De Ridder dat historici wel degelijk op een andere manier naar de politiek kijken. "Je ziet verbanden met het verleden," klinkt het. En vervolgens: "Je ziet ook hoe de mens keer op keer dezelfde stommiteiten uithaalt." Dit moet u zeker mee hebben voor we de twee Vlaams-nationalistische politici op de rooster leggen over een heikel, zelfs eerder 'on-Vlaams' thema: de hoofdstad.

Laten we het eerst over de Vlaamse Beweging hebben. Is het werk voltooid?
Bart De Wever: "Met uitzondering van Brussel, waar de taalstrijd op een haar na verloren is, en de Brusselse Rand, waar je nog een restproblematiek van de negentiende en twintigste eeuw hebt, is de culturele ontvoogding van Vlaanderen voltooid. Toch slepen we nog ankers mee. We kunnen niet efficiënt besturen. De Belgische democratie is opgebroken, waardoor je een optelsom krijgt die voor vertragingen en moeilijkheden zorgt. Kijk naar de begrotings- en migratiedebatten, het aanvoelen van multiculturaliteit. De stedelijke problematiek ook, de visie op Brussel. Nergens zijn we het nog over eens. We hebben het gevoel dat we geblokkeerd zitten, democratisch en economisch."

U haalt het zelf aan: in Brussel is de taalstrijd 'op een haar na verloren'. Tijdens de jongste verkiezingen is gebleken dat er nog maar nauwelijks 55.000 Vlaamse stemmers zijn. Rechtvaardigt dat nog verdere zware investeringen in de Vlaamse hoofdstad?
De Wever (fel): "Al resten er nul kiezers, dat maakt mij geen bal uit. Al stemt er niemand voor een Vlaamse lijst: dit is onze hoofdstad. Brussel is veel meer dan alleen maar een stad met een aantal inwoners. Brussel is ook een functie; de Europese Unie, de Navo, de hoofdstad van Vlaanderen en ook het Vlaams parlement, de zetel van onze ambtenarij, de zetel van heel veel bedrijven, de plaats van buitenlandse gezanten en ambassades. En dus ook een stad die we nooit ofte nimmer mogen opgeven. Al pakt de laatste Nederlandssprekende morgen zijn koffers, dat verandert voor mij niets."

"Het belang van Brussel heeft in mijn ogen zeer weinig te maken met de Brusselse Vlamingen. Die moeten wel erkend worden, en in de stad hun rol spelen. De grootste vergissing die we kunnen maken, is, door bepaalde omstandigheden, zeggen dat we die stad niet meer moeten hebben - dat zou dwaas zijn. Dat discours, dat je in sommige radicale kamers van de Vlaamse Beweging hoort, is voor mij van een onbeschrijflijke onnozelheid."

Paul De Ridder: "Ik vind de taalstrijd niet verloren. Ik heb Brussel gekend in de jaren 1960, en het Nederlands heeft hier nu een veel groter aanzien dan ooit tevoren. Een reden te meer om in Brussel te investeren. Zelf woon ik in de Dan­saert­wijk, maar dan zonder de Dan­saertmentaliteit van 'Geef ons geld, en moei u voorts niet.'"

"Hetzelfde met dat zogezegde 'Brussel­se stadsgevoel': niemand zal me ervan kunnen beschuldigen niet aan deze stad gehecht te zijn, maar ik zie mezelf nog altijd als onderdeel van een Nederlandse gemeenschap, en niet van een Brusselse stadsgemeenschap. Men stelt het precies voor alsof de stad zonder hinterland kan leven. En dat hinterland, dat is voor ons Brabant. Of Vlaanderen, zoals men dat nu noemt."

Ondertussen staan instellingen als het Nederlandstalig onderwijs in Brussel onder zware druk. Veel Franstaligen sturen hun kinderen naar Nederlandstalige scholen.

De Wever: "Dat is zo. Ofwel geef je elke Vlaming in Brussel een cheque om een taxi voor zijn kinderen te betalen, zodat die in Vlaanderen naar school kunnen, ofwel investeren we in die mensen, die kiezen om tot onze gemeenschap te behoren, of ze toch minstens willen leren kennen. Het is alsof we onderwijs geven in het buitenland, terwijl Brussel in feite binnenland is."

Was N-VA niet aangenaam verrast dat er in Brussel iemand verkozen geraakte?
De Wever:
"We hadden er wel op gehoopt, maar je moet weten dat we nog maar enkele jaren bezig zijn als partij. Een partij op poten zetten is al aartsmoeilijk, en in Brussel zit je dan ook nog eens met een Vlaamse gemeenschap die verstopt zit in een stad van een miljoen inwoners. Je moet ze dan al vinden. En dikwijls was het gelaat van het Vlaams-nationalisme dan ook jarenlang alleen het Vlaams Blok. Dat zijn ook niet de beste marktomstandigheden."

De Ridder: "Het is een mirakel dat ik verkozen ben. Ik had het totaal niet verwacht. We zijn erin geslaagd een civiele invulling te geven aan nationalisme en een constructief verhaal te vertellen. En we krijgen het verkocht."

Het einddoel van de partij blijft uiteraard de Vlaamse onafhankelijkheid.

De Ridder: "Natiestaten, dat is een verhaal van vroeger."
De Wever: "Het probleem van dat verhaal is dat we het verhaal van een mislukking vertellen. Emotioneel ligt dat moeilijk voor mensen. Mensen willen dat iedereen goed overeenkomt, mensen willen huwelijken in stand houden. Wat wij zeggen, is: je moet de realiteit aanvaarden dat België als natiestaat mislukt is. Er is geen enkel ander federaal land in de wereld dat geen federale democratie heeft. Er is er maar één, en dat is België. Dat is mislukt. Wij zeggen: je moet de structuur aan de feiten aanpassen. Wil dat zeggen dat je zoals in de negentiende eeuw een natiestaat moet stichten? Neen, dat is niet meer aan de orde. Maar dat wil wel zeggen dat je conform de subsidiariteit alleen nog naar Europa kijkt enerzijds, en naar Vlaanderen anderzijds. En dat je voor Brussel een goede regeling moet vinden in die evolutie. Punt uit."

"Dat is geen agressief verhaal, maar een heel feitelijk verhaal. De evolutie is honderd jaar bezig, en ik zie ze als onomkeerbaar. Wij vertellen een verhaal van zelfbewustzijn."

De Ridder: "Inderdaad, zelfbewustzijn. Hoe vaak zie je niet de trieste pendelaar in Brussel rondlopen, schouders naar beneden, die je in het Frans de weg vraagt terwijl hij Nederlandstalig is - ik heb het al ontelbare keren meegemaakt. Je zegt altijd dat ze Nederlands zouden moeten spreken in Brussel, maar onze mensen hebben dat nog altijd niet in zich."

Ziet u Brussel dan nog als het laatste federale bolwerk?

De Wever: "Het is ongetwijfeld het kind van België. Wat men in 1830 voor ogen had, is gecreëerd in Brussel. Ik heb een hekel aan mensen die zeggen dat de problematiek van Brussel met één pennentrek op te lossen is. Brussel is een geval sui generis. Als we tot een regeling kunnen komen waarin we de lasten van Brussel verdelen en de lusten maximaliseren, dan zou dat fantastisch zijn. Men mag aan de Brusselaar geven wat hem toekomt, namelijk een efficiënt bestuur. Waarbij de stad zichzelf bestuurt, en de twee gemeenschappen een maximaal aanbod organiseren, waarbij ze wat mij betreft zelfs mogen concurreren. Dat houdt de zaken scherp."

"Kijk, je moet ruimhartig leren te zijn. Je moet niet altijd een bitter gelaat tonen, en dat historische residu, dat uiteraard wel bitter is, elke keer opnieuw op tafel leggen. Zo zal het nooit werken. Franstalige Brusselaars zijn voor een groot deel bekeerde gelovigen. En net dat soort mensen zijn de grootste fanatici. Iemand die van godsdienst verandert, is altijd de fanatiekste gelovige. Men moet de Franstalige Brusselaars ook leren te zien als mensen die in hun voorgeschiedenis een ander pad hebben gekozen, en die als ze nu moeten zeggen dat het Nederlands belangrijk is, hun voorgeschiedenis verloochenen. Voor hen is dat ook bitter. En ik weet dat ik nu vloek in mijn eigen kerk. Ben ik daarmee een atypische politicus? Ik vind al lang dat ik niet echt geschikt ben om aan politiek te doen (lacht) ."

"Als je geïnteresseerd bent in Brussel, dan moet je geïnteresseerd zijn in alle Brusselaars. Zo eenvoudig is dat. Dus als je een Vlaamse zorgverzekering bepleit, of een extra Vlaamse kinderbijslag, maar je wilt die absoluut niet gunnen aan de Brusselaar, dan moet je op een gegeven moment inderdaad zeggen dat je Brussel en de Brusselaar afschrijft. Maar ik ben niet van die overtuiging. Je moet die kostprijs als een investering zien."

De Ridder: "Vandaar dat ik ook zeg dat we Brussel positief moeten benaderen. Daarmee scheuren enkele mensen hun kleren, want die benadering vindt men haast godslastering in sommige kamers van de Vlaamse Beweging. Voor Brussel pleiten, kom nou! Iets wat voor Brussel positief is, is per definitie negatief voor Vlaanderen, luidt het. Klinkklare onzin is dat."

Stel, Brussel-Halle-Vilvoorde wordt gesplitst. Levert u de Brusselse Vlamingen dan niet over aan de goodwill van de Franstaligen?
De Wever:
"Goh, ik weet niet of dat waar is. Omdat ik denk dat de belangen van Brusselse Vlamingen - en het kan misschien zeer sterk zijn wat ik nu ga zeggen - niet zozeer samenhangen met de vertegenwoordiging van Brusselse Vlamingen in het federaal parlement, maar wel met het belang dat Vlaanderen hecht aan Brussel. Maar het is toch niet dat Brussel gaat instorten als Tinne Van der Straeten (Groen!), zonder haar te willen aanvallen want ze is een zeer capabele dame, niet meer in het federaal parlement zal zitten? Laten we wel wezen. Het belang van de Brusselse Vlamingen en van Brussel wordt verdedigd door Vlaanderen en door alle Vlaamse volksvertegenwoordigers. Die ene Brusselaar zal het verschil niet maken. Ik ben er trouwens ook niet van overtuigd dat Brussel geen gekozenen meer zal kunnen halen. Helemaal niet."

De Ridder: "We leveren kritiek op Brussel, maar altijd met als bottomline: in het belang van Brussel, en niet in de eerste plaats van Vlaanderen. Want in Brussel heb je er belang bij een goede verstandhouding te hebben met het ommeland. Een volk dat zijn eigen hoofdstad opgeeft, verdient geen hoofdstad."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Politiek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni