Eerste repetitie Brussels Klachtenkoor verloopt zonder klachten
Eind 2009, begin 2010 mochten burgers per mail bij het amateurkunstencentrum Zinnema klachten indienen over de stad en het stadsleven. De klachtenbundel zou als basismateriaal dienen voor een amusant Brussels Klachtenlied. En of er wat binnenkwam! Ruim honderd twintig reacties zorgden voor een goed gestoffeerde klachtenlijst. Het Brusselse 'dichtertje' Frank de Crits sorteerde de reacties per onderwerp, brouwde er een eigenzinnig-representatief distillaat van, en schreef de eerste ruwe versie van het lied. "Een maand aan gewerkt," zucht het Dichtertje als we in de repetitiezaal binnenvallen. En dat betekent dag en nacht, voor wie de Brusselse poëet kent. Maar kom, hij klaagt niet, integendeel.
Dinsdag was het de eerste aftastende repetitie van het nieuw te vormen Brussels Klachtenkoor of BKK. Dat zal het Klachtenlied opvoeren in de Week van de Amateurkunsten in Brussel (24 april) en Gent (2 mei). Een twintigtal mensen kwam naar Zinnema. We herkennen het typisch Brusselse allegaartje, van Brukselbinnenstebuiten-voorman Wim Kennis tot playbackzanger Jeanno (Jean Leroy), een paar reservezangers van het Brussels Volkstejoêter en twee handvol particulieren. "Ik moest wel, ik werk hier," mort er eentje al zwanzend. Al bij al een bescheiden opkomst, dus.
"We moeten nog niet in paniek raken, er volgen nog drie repetities," stelt Barbara Develder, muziekcoördinator van het project, ons gerust. "Pardon, ik klaag niet," antwoord ik. En zij: "Het BKK wordt later nog aangedikt met het koor Ioca uit Oelegem, een orkest en Collectief X, Afrikaanse percussionisten (residenten van Zinnema) en de groep van N'Faly Kouyaté. Zelfs Zinnema-directeur Mars Moriau doet mee, op zijn accordeon. Daarbij komen bij latere repetities nog een twintigtal zangers van het Brussels Volkstejoêter, een twintigtal mensen uit De Markten,..."
Nog steeds zonder drank op mijn tafeltje krijgen we de klachtenlijst in de hand gestopt, samen met een nog lauwwarm kopietje met het lied erop. De partituur titelt: 'Klachtenlied/Complaint song'.
Van onnestront tot onnestront
De Crits met zijn Brussels Dichters-collectief en de Gentse componist-violist Guido Schiffer hebben de afgelopen weken uit de mailbox vol klachten een cadansrijk lied in elkaar gepuzzeld. "Ik had al wat ideeën, gedichten en ander materiaal in mijn achterhoofd, maar de hoeveelheid nieuwe klachten vulde dit rijkelijk aan," begint De Crits, bescheiden als steeds. Wat er dan zo leuk aan was, willen we weten. "Het prettigst is in gewone mensentaal te mogen werken. De basistekst is in het Nederlands, er komt wat Frans bij en enkele Brusselse woorden die voor wat humor zorgen."
Schiffer klaagt evenmin: "Het was fijn zoeken naar een combinatie tussen wereldmuziek, verwijzend naar het multiculturele Brussel, en iets volks-lokaals, en ik denk dat het geslaagd is. Heel anders van sfeer dan wat andere steden componeerden voor hun klachtenlied." De formule is geen primeur: eerder maakten al steden als Helsinki (de Finnen waren de eersten), Oslo, Birmingham, Chicago, Tokyo, New York en Firenze een stadsklachtenlied.
Het draait niet rond verzuring, zoals verkeerdelijk geïnterpreteerd door andere pers, wel om 'emoties' en het mogen uiten van meningen en indrukken. "Boos en angstig zijn mag toch ook," zegt Barbara Develder. "Spontaan mogen klagen, en dit bevestigd krijgen door anderen, werkt helend en geruststellend."
Kortom, het klachtenlied is niet echt een klaaglied , veeleer gesakker, gekruid met een kwinkslag om het allemaal draaglijk en leefbaar te houden in het leven.
We nemen er de ingezonden teksten even bij. De jongste maanden kwamen er 125 klachten per mail binnen. Soms in het Brussels geschreven, soms in het Frans, doorgaans in het Nederlands, eentje in het Engels en Arabisch. We bladeren door de klachtenbank: de verzameling blijkt heel gevarieerd. Klagen over vrouw en kind, over straatvuil en trage bussen, over parkeermeters en marginalen in het straatbeeld. Het gaat van: "Ieder uur van de dag zitten er, in bussen en trams, schoolgaande kinderen met hun dikke rugzak; ik vraag me af wanneer de kinderen in de klas zitten", of: "In Brussel es niks nemie geleik da't was" en: "We klagen al te veel." De Crits heeft alles netjes in lijsten gegoten, per onderwerp. Want er zijn nogal wat klachten over het verkeer ( "Goudde no Brussel mê a voituur, den vinde gien plosj" ) en over het openbaar vervoer ("Ging het maar sneller dan een bejaarde boer"). Over hondenpoep ook: "In Brussel moet je altijd (asociaal) naar je voeten kijken", en: "Woevui organizeit Brussel ginnen 19-gemaaintetocht dui van onnestront tot onnestront te patineire?" Voorts nogal wat over thuislozen, verkrotting, te dure woningen en de urinelucht. "We willen dat elke inwoner van Brussel een plaspartout krijgt", ter compensatie van het gebrek aan openbare toiletten dus. Dat vindt De Crits een 'roeper' in het midden van het lied waard. Want: "Klagen is zagen en zagen is klagen." En: "We hangen tot veel te diep in de nacht aan de toog."
Tussen de inzendingen zitten ook veel positieve, sentimentele en liederlijke reacties. "Brussel is mooi als je leert kijken" of: "Ik mis mijn ruimte van liefde" en: "Het misregent over de Zenne, maar ze stroomt gewoon door."
"Vreemd genoeg krijgen de politici - op burgemeester Thielemans na - er niet zo vaak van langs," merkt De Crits nog op.
Jeanno, Mars en Lieve
Er wordt gekeuveld, al wat gelachen om het tekstmateriaal, een pint gedronken. De 'workshop' gaat goed van start. Om de toon te zetten, toont Develder eerst twee 'modelliederen' (op YouTube) aan de aanwezigen: het klachtenkoor van Tokyo, gevolgd door dat van Firenze. Verwonderlijk: daar waar de Japanse muziek aanleunt bij Piazzolla, gaat de Italiaanse basismelodie eerder richting sobere folk. Schiffer: "Waarover wij klagen, is herkenbaar in heel de wereld; het gaat om alledaagse dingen. En klagen werkt relativerend, het zet negativisme om in positivisme."
Na bijna drie kwartier uitleg begint de repetitie met het refrein op het ritme van handgeklap. "Pas d'accord, Pas d'accord. Nous ne sommes pas d'accord." En een variant erop met: "Bien d'accord." De gelegenheidszangers zingen met hun zachtste stemmetje mee. "Pas op, hier komen later politiefluitjes bij, om het ritme te begeleiden. En er volgen nog parlando's in het midden van het lied."
Op het podium staat een piano, en een serie lampadaires , rood van een blits verflaagje. Het koor moet zich rond Schiffer en zijn piano scharen, onder het te hete spotlicht en omringd door de kaberdoesjke -sfeer van de rode lampenkappen. Frank de Crits is dan al weg. "'t Is zeker nog een uur van Anderlecht tot Woluwe," klaagt hij.
De videast die alles opneemt en van aan de rand van het podium duchtig meegeniet en meezingt, legt alles voor het nageslacht vast. We wringen ons discreet tussen het kleine koor om te weten wie wie is. Corinne staat erbij zonder te klagen: "Lieve heeft me meegevraagd, daarom ben ik hier." En Lieve: "Ik wist dat het tof kon zijn, vandaar dat we meedoen." Jean - van het amateurensemble Jeanno met zijn Artiesten met Christal Palace (verkleed als travestieën) - heeft zijn vrouw in de zaal achtergelaten. "Ik ga altijd mee, om te zien hoe goed Jean zich amuseert, maar zelf doe ik niet mee," zegt vrouw Jacqueline. En Jean weer: "Ik ben dikwijls te vinden in Zinnema; ik vermoedde wel dat het weer plezant ging zijn."
Met de piano en de voorzang van Schiffer en de zwans van Mars Moriau tussendoor zit de sfeer er goed in. Tegen tien uur mag het koor, goed in het zweet, stoppen. "We zijn goed gevorderd," vindt de dirigent-componist. "Nog drie keer repeteren en we mogen op het Sint-Katelijneplein optreden." Maar eerst een welverdiende pint. Bien d'accord.
:: Kandidaat-zangers (en wie niet zingen kan, kan voor het spreekgedeelte ingezet worden) mogen nog aansluiten in Zinnema op 13, 20 en 24 april. Meer info op 02-555.06.00 en welkom@zinnema.be
Lees meer over: Anderlecht , Samenleving
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.