Horta gevel BRUZZ 1539

Met de uitbreiding riching Huis Hilst op nummer 27 van de Amerikaansestraat krijgt het Hortamuseum vanaf 21 oktober een apart onthaal- en expopand. Het nieuwe bezoekersparcours spaart meteen Horta’s oorspronkelijke voor- en gangdeur van de nefaste slijtage. Hopelijk komen de Japanners en Fransen, die na 22 maart wegbleven, daarmee ook terug.

Na de Parijse en Brusselse terreuraanslagen ging het slecht met de interesse voor het gerenommeerde Hortamuseum. Maar over enkele weken neemt de veiligheid van de bezoekers sterk toe. Ze hoeven dan niet meer buiten te wachten tot de 45 personen - het maximum dat per uur door het museum kan - de deur uit zijn. Het zal het Hortamuseum vergaan zoals het Anne Frankhuis in Amsterdam toen daar de ingang, boekenwinkel, documentatie- en expositieruimte naar een naburig pand werden verplaatst.

Het interne bezoekerscircuit wordt gefaciliteerd. De ticketbalie wordt een stuk ruimer en toegankelijker. De ellenlange wachtrijen op de stoep behoren tot het verleden. Om dit alles te realiseren opent een groot aanpalend pand links van het Hortahuis en –atelier, met name het gerenoveerde Maison M. Hilst.

Het eclectische Huis Hilst (1900) werd gebouwd door ingenieur-architect Jules Brunfaut (1852-1942), telg van een befaamde architectendynastie. Brunfauts ontwerp leunde tegen de private artnouveauwoning en het atelierhuis (1898-1908) van Victor Horta (1861-1947). Het bleek een schoolvoorbeeld van eclecticisme, een van de vele bouwstijlen waarin Brunfaut uitblonk.

Er was de gevel die straalde in Toscaanse zebrastijl met polychrome baksteenlagen. En er was de klassieke indeling van de typisch Brusselse burgerijwoning: telkens drie kamers achter elkaar, daarnaast de hoge gangpartij. Architect Christophe Gilles van Ozon Architects, het bureau dat de renovatie sinds 2015 uitvoert, had er een hele klus aan: “Het huis onderging talloze transformaties: in 1930, 1950, 2000 en 2008. We vonden wel alle plannen terug, maar enkel een paar plaastermoulures bleven over uit de originele bouw.”

Ozon focuste vooral op het functionele karakter en gebruikerscomfort van de nieuwe binnenstructuur. Alhoewel de hedendaagse invulling voor de alerte architectuurliefhebber ook linken verraadt met het Hortahuis. Zo ligt er beneden een granitovloer uit rode Belgische marmer, en telt de houten trap vlindertredes: twee referenties naar decoratie-elementen in het Hortahuis. Ook de hele afwerking, zoals populieren boekenrekken, verwijst naar de ambachtelijke finesse die Horta toepaste. “Populier is het enige materiaal, naast koel metaal, dat geen geur afgeeft op boeken,” zo tipte conservator Françoise Aubry de architect.

Reeds twintig jaar terug had PS-burgemeester Charles Picqué (tevens voorzitter van de vzw Hortamuseum) zin om het huis Hilst te kopen. Teneinde het Hortahuis dat in 1961 gekocht werd en al in 1969 als museum openging een kans op uitbreiding te gunnen. “Maar het zou vreemd overgekomen zijn mocht ik dat gedaan hebben, en het huis nadien aan de overheid verkocht hebben,” geeft Picqué toe op de persconferentie van de inhuldiging van nummer 27. “Toch verdiende het eerste artnouveauhuis dat in België geklasseerd werd (in 1963 – een periode waarin nog neergekeken werd op de stijl, JMB) extra ruimtes om lezingen, workshops, schoolateliers en exposities te kunnen houden.”

Uiteindelijk stak bevoegd minister Didier Reynders (MR) uit de pot van Beliris (het samenwerkingsverband tussen de federale overheid en het Brussels gewest, JMB) in 2007 1,25 miljoen euro voor de aankoop toe, en nadien nog eens 2,15 miljoen euro voor de verbouwing. De gemeente Sint-Gillis werd eigenaar.

Voortaan zit de toegang dus in het Huis Hilst. De drielobbige benedenverdieping is heringedeeld met vestiairekastjes, een ticketbalie en een boekenwinkel. De tuin wordt toegankelijk, zodat je de achtergevel van het Hortahuis te zien krijgt. Zo zie je de uitnodigende, hoge plantenserre bij de slaapkamer van Horta’s dochter. De tuin achter het Hortahuis blijft trouwens ontoegankelijk, omdat er gravelsteentjes liggen die de binnenvloeren van het museum zouden kunnen beschadigen. Interessant is dat er met de verhuis van de administratieve diensten uit het Hortahuis, ruimtes vrijkomen die in het bezoekerscircuit passen. In een tot de nok gevulde boekenstapelplaats komen 480 moules van decoratie-elementen van Horta. Ze lagen in slechte conservatieomstandigheden te wachten op een beter leven.

Exposities
De klassieke indeling van de burgerwoning Hilst werd in een modern kleedje gestoken. Langs de aparte gangkoker kunnen alle etages ook per lift worden bereikt. Op de eerste verdieping zal het museum tentoonstellingen organiseren. In oktober wordt met artnouveaufotomateriaal gestart. Nadien wil de conservator om het half jaar het accent leggen op een thematentoonstelling die de art nouveau in de verf zet.

De eerste expositie in 2017 zal het werk van de Poolse keramist Henryk Lula etaleren. “Het accent voor de expo’s ligt op kunstambachten uit die tijd,” stelt conservator Aubry. “De technieken en realisaties van de smeedkunst, steen- en houtbewerking, glas- en juweelkunst verdienen onze aandacht, zodat jongeren zich terug geroepen voelen deze uitstervende beroepen en restauratietechnieken te leren.”

In een eerste stadium zal het personeel de exposities zelf organiseren. Bedoeling is echter dat er geld kan komen om externe curatoren te betalen. Het museum moet het nu stellen met 250.000 euro subsidies per jaar van het gewest. Twee jaar terug werd in de aanloop naar de uitbreiding het personeelsbestand uitgebreid met twee krachten tot tien man. Verder zal de tweede verdieping gevuld worden met archiefmateriaal: iconografische documenten, manuscripten, tekeningen, persknipsels en kunstmagazines zoals een grote collectie Art et Décoration en Arts décoratifs, die de burger initieerden in de nieuwe bouw- en decoratiestijl.

Achteraan komt het bureau van de conservator. Op de derde verdieping komt het onderzoekscentrum met een geacclimatiseerde bibliotheek van 7.000 boeken, meteen het grootste art-nouveau-archief van Europa. Helemaal boven volgt een personeelsruimte en een keuken. De uitbreiding van de dakmansardes tot een volledig nieuwe etage moet nog verder afgewerkt worden met een mobiele, gegalvaniseerde en geperforeerde plaat die als zonnewering dient. “We zullen qua capaciteit nu eindelijk voor art-nouveau-exposities en lezingen kunnen wedijveren met andere Europese art-nouveaumusea,” glundert de conservator.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sint-Gillis, Samenleving

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni