Onderzoek Bende Van Nijvel: extreemrechtse postbode opgegraven op begraafplaats Elsene

Deze week is een extreemrechtse postbode opgegraven op de Begraafplaats van Elsene. Het is het werk van de speurders in de zaak van de Bende van Nijvel. Dat schrijft Het Nieuwsblad. De speurders waren op zoek naar de stoffelijke overschotten van de Brusselse Jacques Hoebeeck. Achthonderd namen staan op die lijst van 'potentieel interessante personen' van wie men het DNA wil vergelijken met de sporen in het dossier.

Begin deze week stapten de speurders van de cel Bende van Nijvel af op het kerkhof van Elsene, met een bevelschrift voor een 'gerechtelijke opgraving'. De speurders waren op zoek naar de stoffelijke overschotten van Jacques Hoebeeck, een Brusselse postbode die al in 1989 overleed, op amper 32-jarige leeftijd. De man, die een slechte gezondheid had, stierf een natuurlijke dood.

Naast brievenbesteller was Hoebeeck, die toen in Anderlecht woonde, ook een militant lid van Front de la Jeunesse. Die extreemrechtse partij uit Brussel werd al in 1982 als privémilitie verboden. En bovendien frequenteerde hij de vergaderingen van Westland New Post, de paramilitaire organisatie die mogelijk aan de wieg van de Bende stond. Hun toenmalige voorman Michel Libert werd al meermaals opgepakt, maar ontkent tot op vandaag elke betrokkenheid.

Bloed en speeksel

Toch vermoeden de speurders dat in die extreemrechtse hoek de oplossing ligt voor de moordpartijen die de Bende van Nijvel in 1982, 1983 en 1985 aangericht hebben met aanslagen op supermarkten. Zowat iedereen die van dichtbij of veraf te maken had met Front de la Jeunesse of Westland New Post heeft al DNA moeten afstaan. Maar voor zover geweten is er nog geen match met de DNA-sporen in de zaak.

Tot voor kort waren er slechts twee gekende DNA-sporen in het dossier. Een eerste van een bloedspoor op een kraag van een door de Bende gestolen kogelwerend vest en een tweede van speeksel op een sigarettenpeuk in de asbak van een vermoorde taxichauffeur, ook een aanslag die aan de Bende wordt toegeschreven. Twee jaar geleden pakte het federaal parket uit met het nieuws dat de speurders dankzij nieuwe technieken nu over tien bruikbare DNA-sporen zouden beschikken. Zonder dat daarover verdere duidelijkheid is.

800 personen

Bedoeling is nu om al die bruikbare sporen naast het DNA van zogenaamd “potentieel interessante personen” te leggen. Er werd een lijst van 800 personen samengesteld en van 400 personen is het DNA al verzameld, onder hen een hoop gangsters en extreemrechtse figuren en dus ook de postbode uit Elsene, een kinderloze vrijgezel. Maar wel iemand met rechtse sympathieën. Van een partijgenoot kreeg hij ooit het boek Mein Kampf van Hitler.

Het graf van de postbode vinden, bleek echter geen sinecure voor de speurders. De man was in 2000 op vraag van zijn familie herbegraven, maar de concessie was in 2015 afgelopen en dus was de zerk weg. Uiteindelijk zouden de stoffelijke overschotten toch nog gevonden zijn, en kon men DNA afnemen.