Brussel heeft eigen onderwaterhockeyploeg

Dieter De Beus
© Brussel Deze Week
18/01/2006
Onderwatersporten zijn in. Steeds meer mensen vinden bijvoorbeeld de weg naar het zwembad van de Vrije Universiteit van Brussel (VUB), waar ze kunnen proeven van onderwaterhockey, een sporttak die duidelijk in opmars is. Er zijn (nog) niet bijzonder veel ploegen in ons land, maar studentenstad Brussel heeft al wel een team bij elkaar.

Brussels Underwater Hockey, of kortweg BUWH, traint 's dinsdags in het zwembad van de VUB. Steeds meer jongeren komen in contact met deze onderwatersport. Dit ontgaat de media natuurlijk niet. Zo komen nog meer jongeren in contact met de sport... - het wakkert elkaar aan. In ledenaantal en media-aandacht zit de sport in de lift.

Blok lood
Onderwaterhockey ontstond zo'n vijftig jaar geleden uit de Engelse sport octopush. Engelse diepzeeduikers zochten naar een manier om 's winters, in barre weersomstandigheden, hun conditie op peil te houden. Die manier vonden ze, en meer bepaald de uitvinder, wijlen Alan Blake, in het voortduwen van een loden blok. In de loop der jaren maakte de sport hier en daar wat veranderingen door. Het loden blok werd een puck van iets meer dan een kilogram. Aan weerszijden van het zwembad kwam een doel van ongeveer drie meter breed en twintig centimeter hoog. En tegenwoordig wordt het spel op de vlakke bodem van een drie meter diep zwembad gespeeld. Via het Kanaal is de onderwatersport in Nederland aan wal geraakt, en vandaaruit gaat nu ook België door de knieën.

Visie en conditie
Onderwaterhockey is geen sport waarbij je voortdurend in actie bent. Meestal drijf je boven het wateroppervlak, en van daarboven volg je het spel. Een snorkel zorgt ervoor dat je niet steeds naar lucht hoeft te happen. Wanneer er zich een verdedigende of aanvallende interventie voordoet, duik je naar beneden. "Tactiek, visie en een ijzersterke conditie zijn onontbeerlijk bij het spel," zegt Frederic Pirenne. "Je moet het goede moment inschatten om in actie te komen. Een speelhelft duurt vijftien minuten. Dat lijkt niet lang, maar doordat je niet kunt ademen terwijl je aan het spel deelneemt en door de weerstand van het water vergt het een heel grote inspanning van je lichaam. Je mag dan ook te allen tijde vervangingen doorvoeren. Zo'n vervanging mag pas gebeuren op het moment dat de speler geheel, tot en met zijn zwemvliezen, uit het water is."

Frederic Pirenne is de coördinator van Nederlandstalige Liga voor Onderwateronderzoek en -sport (Nelos) en komt uit voor de club Koraalduikers Genk.

Handschoen
Onderwaterhockey is niet echt een contactsport; pijnlijke fouten komen zelden of nooit voor. Veel lichaamsbescherming is er dan ook niet nodig om aan onderwaterhockey te doen. Alleen de hand waarmee je speelt, krijgt een rubberen handschoen die je beschermt tegen de grillen van het zwembad en van de puck. Daarnaast worden ook de oren worden voorzien van een beschermlaag, cap genaamd. Die cap is tevens een badmuts en draagt de teamkleur, zodat je je medespelers onder water snel kunt herkennen.

Competitie
Zoals voor elke sport bestaat er ook een competitie voor onderwaterhockey. Het aantal clubs is evenwel nog altijd beperkt. Er is ook niet elk weekend een wedstrijd. De competitie speelt zich af op vooraf vastgelegde weekends. Daar komen alle ploegen samen en dan nemen ze het tegen elkaar op. Daarnaast worden er geregeld tornooien gehouden, in binnen- en in buitenland. "Die competitieweekends en tornooien zijn echt super. Je trekt er met de hele ploeg een weekendje op uit. Dat zorgt altijd voor een plezante sfeer binnen de groep," zegt Pirenne.

"Ik speel ook vaak onderwaterhockey in Nederland, Spanje en elders in het buitenland. Dat heeft nog net dat ietsje meer. Je kunt er vrij meedoen met deelnemende teams. Zo leer je weer wat meer mensen en culturen kennen."

Ook opmerkelijk: mannen en vrouwen spelen in dezelfde ploeg. Ook in leeftijd wordt er geen onderscheid gemaakt. Maar die mix van leeftijden en geslachten in de ploegen zal niet lang meer duren. Langzaamaan ontstaan er vrouwenploegen, en andere clubs zetten dan weer een jeugdwerking op. In ons land wint de sport alsmaar aan populariteit, maar bijvoorbeeld in Australië is ze al uitgegroeid tot een natio­nale sport. De Belgische nationale onderwaterhockeyploeg reikt dan ook nog niet eens tot de enkels van de Australiërs, dat spreekt voor zich.

:: Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de studenten van het derde jaar Journalistiek van de Erasmushogeschool

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni