Ellen Schouppe

Ellen Schouppe sterkt jonge topsporters met mentale vaardigheden

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
18/12/2013

Trainingsmethodes voor topsporters zijn de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Sportpsychologie was in het verleden een taboe, maar groeit voor sommige sporters stilaan uit tot een vereiste. De voordelen van mentale trainingen zijn dan ook niet te miskennen. Sportpsycholoog Ellen Schouppe stelt wel duidelijk dat er een groot verschil is met mental coaches.

“Op mijn zestiende wist ik al dat ik sportpsycholoog zou worden,” vertelt Schouppe (33). “Als twaalfjarige zag ik de Olympische Spelen van Barcelona op televisie en ik was er helemaal weg van. Na die zomer heb ik beslist: ik wil ooit naar de Olympische Spelen. Ik voerde mijn basketbaltrainingen op en trainde als een zot. Maar toen het besef doordrong dat ik nooit het niveau zou halen voor de nationale selecties, ben ik op zoek gegaan naar wie er nog naar de Spelen gaat. Na het zien van een documentaire over sportpsychologie wist ik waar mijn toekomst lag.”

Schouppe schopte het als speelster wel tot de hoogste klasse, maar verzeilde er op de bank. Die ervaring heeft haar geholpen als sportpsycholoog. Een vak waarvoor ze heeft moeten zwoegen, want tien jaar geleden waren de geesten nog niet echt rijp om psychologen te linken aan topsport. “Na mijn psychologiestudies aan de Vrije Universiteit Brussel kon ik in België niet specialiseren in sportpsychologie. Vandaag is dat nog steeds maar op bepaalde plekken mogelijk. En je kon toen evenmin gewoon de sportwereld binnenstappen en aan de slag gaan als sportpsycholoog. Het was gewoon niet gekend en aan psychologie hing een zekere connotatie vast. Het was eigenlijk een taboe. Vandaag is dat anders, het is eerder een hype. Het klinkt professioneel als je een sportpsycholoog in dienst hebt.”

Geen mental coach
De Koekelbergse ging dan maar aan de slag in de bedrijfswereld, maar wijdde toch nog veel tijd aan sportpsychologie via zelfstudie. En het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus zocht ze in 2009 professor Wylleman aan de VUB op om een plek als vrije leerling te bekomen in de lessen sportpsychologie. De hoogleraar sportpsychologie, die tevens diensthoofd van Topsport en Studie is, had een beter voorstel. “Hij heeft me in contact gebracht met de topsportschool basketbal in Leuven. Zo is mijn verhaal echt begonnen. Ondertussen werk ik ook voor de topsportscholen basketbal en snowboard en heb ik een praktijk waarin ik vooral jonge topsporters over de vloer krijg. Dat gaat van voetballers en keepers, tennissers, volleyballers tot een schermer. Ook coaches vinden alsmaar vaker hun weg. Het maakt eigenlijk niet veel uit welke sport beoefend wordt. Zaken als concentratie, zelfvertrouwen en het controleren van emoties, komen altijd terug.”

“Ik maak ook deel uit van het expertenplatform voor sportpsychologen van Bloso. Het BES (Bloso Expertenplatform Sportpsychologie) wil de sportpsychologische ondersteuning binnen topsport verder ontwikkelen, om bij te dragen tot een topsportresultaat op seniorniveau.”

De evolutie van sportpsychologie valt ook samen met de toename van zogenaamde mental coaches. Voor velen zijn die gelijk aan elkaar, maar Schouppe spreekt dat tegen. “De titel van sportpsycholoog is beschermd. Je wordt wetenschappelijk opgeleid aan een universiteit. Daarentegen mag iedereen zich mental coach noemen. Pas op, ik zeg niet dat ze geen goed werk doen, hé. Je moet geen sportpsycholoog zijn om een goede coach te zijn. Maar als je met sporters werkt, moet je toch kaas gegeten hebben van zaken als concentratie, wat emoties zijn, ... Er moet toch wel een verschil gemaakt worden tussen beide.”

Schouppes manier van werken ligt duidelijk vast. Daar waar een mental coach eerder gaat inspireren en motiveren, gaat zij de mentale training stimuleren en de sporter helpen zoeken naar oplossingen voor zijn coachingsvraag. Die wordt vastgelegd tijdens een eerste gesprek waar het profiel van de topsporter wordt opgesteld. “Elke sporter is anders. Ik leg altijd een persoonlijkheidsvragenlijst voor om een overzicht te krijgen van het profiel en de persoonlijkheid van de sporter. Aan de hand van diens sterktes en uitdagingen wordt er eveneens een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld.”

“Dat intakegesprek is belangrijk om te kaderen. Ik ga nooit van iemand die in provinciale speelt een nationale topper maken. Als sportpsycholoog bouw je verder op andere talenten. Het is maar een deel van het geheel.”
De sporter ontmoet Schouppe drie maal en dan wordt doorgaans een time-out ingelast. Bedoeling is om te reflecteren over de afgelegde weg. “Ik laat telkens veel vragen los op de sporter zodat die zelf tot inzichten komt. Ik geef tips die hij in trainings- en wedstrijdsituaties moet kunnen toepassen. Een bezoekje aan de sportpsycholoog is niet voldoende, hij moet achteraf ook trainen. De sporters die hier langskomen, trainen tussen de 20 en 26 uur per week. Op sporttechnisch vlak zijn ze al top, dus haalt het niet veel uit een extra uur te trainen. Wat wel helpt, is een half uur mentale training per week. Dat zal invloed hebben op de prestaties.” Zes tot maximaal tien keer komen ze langs. “Verder ben ik nog nooit doorgegaan, dat is mijn doel niet. Ik wil geen afhankelijkheidsrelatie creëren. Mijn doel is dat de sporter zo snel mogelijk op eigen benen kan staan.”

Plankenvrees
De carrière van Schouppe neemt eindelijk een hoge vlucht. Ze maakt haar naam als sportpsychologe, maar vergeet niet wat haar ambitie als zestienjarige was. “Ik wil inderdaad met een atleet of een team naar de Olympische Spelen. Rio de Janeiro in 2016 is mijn doel. Momenteel is de medische staf van het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) nog niet uitgebreid met een sportpsycholoog. Daar pleit ik wel voor: wij hebben onze plaats op de Spelen.”

Hoe penalty's nemen bij Anderlecht?

RSC Anderlecht heeft een penaltyprobleem. Bij elke elfmeter gaan zowel spelers als supporters bibberen uit schrik nog maar eens te missen. Een sportpsycholoog zou goed van pas komen.

'Een voetballer denkt voor hij gaat trappen vaak: de bal moet erin. Zo verhoogt hij de druk op zichzelf, waardoor een negatieve spanning gecreëerd kan worden. Hij kan verkrampen, waardoor de beweging minder vloeiend wordt. Het begint dus bij een gedachte. De job van de sportpsycholoog is de sporter te laten inzien dat die gedachte niet helpt om beter te presteren. Beter is aan zijn techniek denken, bijvoorbeeld. Waar wil hij de bal plaatsen, wat moet hij doen om dat te verwezenlijken, hoeveel aanloop moet hij nemen, ... Het vraagt sowieso tijd.'

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni