Olympia Anderlecht promoveert in zaalcompetitie

Olympia Anderlecht sloot zopas de zaalcompetitie feestend af. Het stijgt immers van vierde naar derde klasse. Toch is er ook één grote schaduwvlek. In de finale tegen Temse, de winnaar van de B-reeks, kreeg Olympia een smadelijke 17-5 aangesmeerd. Zodat het alsnog een promotiefeest in mineur werd. Wat niet wegneemt dat het goed gaat met het korfbal in Brussel.

De finale tussen beide reekswinnaars werd twee zondagen geleden op neutraal terrein in Merksem afgewerkt. Anderlecht klampte aan tot 5-4, ging de rust in met een 9-5 achterstand en scoorde in de tweede helft zelfs geen enkele korf meer. Eindscore: 17-5.

"En toch hebben we ook een beetje gewonnen," troostte trainer-coach Rudy Croonen zijn spelersgroep. "Omdat we hier alleen maar sterker kunnen uitkomen."

"Nee, ik beschouw dit echt niet als een afgang," zegt Croonen. "We speelden een slechte wedstrijd, dat zeker. En Temse is de verdiende winnaar en dus ook een terechte kampioen in vierde klasse. Maar anderzijds hebben we dit seizoen toch bewezen dat we er als groep zijn op vooruit gegaan, want we dwingen voor de tweede maal na elkaar promotie af. Vorig jaar van derde naar tweede klasse in de veldcompetitie, nu van vierde naar derde klasse in zaal. Daarmee bevestigen we dus ons niveau." (In de veldcompetitie is er ook nog een eredivisie en tweede klasse staat er dus gelijk met derde in zaal.)

"We spelen met een jonge ploeg, dienden ook met de geblesseerden Jef Persoons en Steve Casters twee belangrijke pionnen te missen. Dus reken maar: dit Olympia heeft nog een duidelijke progressiemarge."

Zelfvertrouwen
Voor Rudy Croonen is het zijn tweede jaar als coach bij Anderlecht. Hoe ziet hij het korfbal evolueren in Brussel? Olympia blijft er immers de enige club.

"Je kan er niet omheen: korfbal in België concentreert zich momenteel nog vooral in en rond Antwerpen. En je vindt ook in de Gentse regio een aantal clubs, net als in Putte bij Mechelen. Maar de Korfbalbond doet veel moeite om deze sport ook elders te promoten. Dat is een werk van lange adem, maar het werpt vruchten af."

"Zelf zag ik het echt als een uitdaging om hier in Anderlecht aan het werk te gaan. Wat ik de club in de eerste plaats wil bijbrengen? Groepsgeest, zelfdiscipline en zelfvertrouwen. In Antwerpen vind je meer bezetenheid, een zekere arrogantie ook. Dat wil ik graag enten op de typische gemoedelijke en familiale sfeer in deze club. Een positieve arrogantie in de zin van: 'Kijk, wij zijn van Olympia en wij gaan dat hier winnen.' En voor de jeugdwerking moeten we nog wat extra trainers aannemen, zodat er nog meer aan technisch en tactisch vermogen geschaafd kan worden."

Tafeltennis
De zaalcompetitie zit erop. Dus vanaf nu gaat de korfbal het veld weer in. Wat voor Olympia neerkomt op de kunstgrasmat, waar ze erg trots op zijn. Voorzitster Marleen Marckx: "We hebben drie korfbalterreinen op een synthetische grasmat en daar zijn we erg blij mee. Bij ons dus nooit nog modder, kuilen of molshopen. Dat is aangenaam spelen. Olympia heeft nu gewoon de beste korfbalinfrastructuur van heel België. Outdoor dan toch. De zaalcompetitie werken we af in de sporthal van het Ceria-instituut."

"Ons clubhuis hebben we volledig zelf gebouwd. En in de toekomst zou­den we daar graag nog een verdieping bovenop zetten. Niet voor het korfbal, maar voor het tafeltennis. Er is hier een Vlaamse club die al vijftig jaar bestaat en mogelijk binnenkort zonder lokalen zit. Daarmee samenwerken zie ik best wel zitten." (Het betreft in elk geval niet het Anderlechtse TT Paluc, FM.)

"Olympia telt nu zo'n honderd actieve leden: jeugdploegen, reserven en eerste elftal, en dan ook nog eens een schitterende recreantenploeg. En we zijn nog lang niet aan het eind van ons Latijn. We willen ook een scholenproject in Anderlecht op poten zetten. Eerst gaan we alle geïnteresseerde turnleerkrachten uitnodigen voor een workshop korfbal. Vervolgens brengen die leerkrachten samen met een lesgever van bij ons ook de leerlingen in contact met de sport. Tijdens de lesuren, jawel. Sando Goens, de aanvoerder van de eerste ploeg, werkt meestal 's avonds en kan zich dus overdag vrijmaken. Net als Elke Vanden Brandt."