Sportcolumn David Steegen: Snack Hongrois

Árpád Fazekas. Op 2 september 1962 wordt de Hongaar keeper van RSC Anderlecht. Een diepe indruk heeft hij nooit nagelaten. Bijna dag op dag zeven jaar eerder verdedigt hij het doel van Vörös Lobogó, de allereerste Europese tegenstander van paars-wit. Fazekas speelt maar achttien wedstrijden in twee seizoenen.

Sporting heeft altijd al een nauwe band gehad met het voormalige Oostblok. Lang voor het vallen van de Muur moest paars-wit enkele ploegen uit Oost-Europa opzij zetten. De campagne van de allereerste gewonnen Europa Cup in 1976 tegen West Ham.

In de zestiende finales gaat Rapid Boekarest eraan. Het tijdperk van dictator Ceausescu. Het 1-0-verlies in Boekarest wordt thuis rechtgezet met doelpunten van Van Binst en Rensenbrink. 2-0. Vervolgens wordt het onbekende Borac Banja Luka uitgeschakeld.

De kwartfinales sturen paars-wit naar Wales, even moeilijk in te schatten als de ploegen uit het Oosten. Ook Wrexham moet eraan geloven: weerom Van Binst en Rensenbrink. Ook de halve finale brengt een onbekende tegenstander van achter de muur: Sachsenring Zwickau, DDR. RSC Anderlecht betovert achter het IJzeren Gordijn: 0-3 en schitterend eentijdsvoetbal. Dit keer is vooral Swatje Vanderelst de held.

Begin jaren 1990 ben ik persattaché van het filmhuis Columbia TriStar Films in de Opperstraat in Elsene. Mijn eerste baan. Op een middag stap ik een onooglijke snackbar binnen. Er is geen klant te bekennen. Een vriendelijke, wat pafferige man staat achter de toonbank van Snack Hongrois. Ik bestel iets en ontwaar al snel ingelijste voetbalartikels. Allemaal over Attila Ladinsky, de zigeuner. Ik vraag de man met het lange haar of hij Attila kent, misschien fan is? "Je suis Attila," zegt hij, en hij lacht.

Ik ben maandenlang elke middag gaan eten aan het Fernand Cocqplein bij de held uit vaders tijd. De opvolger van Jan Mulder leidt een liederlijk leven, maar is een topper. Topschutter in 1974 met 22 doelpunten. Omdat hij geen echte nationaliteit heeft, mag hij niet mee voetballen in landen met een communistisch regime. Na een passage bij Rot-Weiss Essen en Feyenoord belandt hij in Anderlecht. Hij debuteert in de bekerfinale tegen Standard (1973) en scoort meteen twee keer. Genoeg voor de zege. "Un, deux, trois, Attila est là."

Bijna een jaar later behaalt RSCA de titel in en tegen Beveren. Een licht beschonken Ladinsky kijkt somber toe op de tribune, in zijn eer gekrenkt omdat hij niet mag meespelen. De week ervoor had hij een strafschop gemist die de kampioensviering had uitgesteld. De trotse zigeuner weigert de ereronde mee te lopen. Later draait hij bij, onder lichte dwang van Constant Vanden Stock.

Ladinsky stort zich zodanig in het feestgedruis dat hij die nacht frontaal tegen een boom knalt. De flamboyante zigeuner is verminkt. Plastische chirurgie corrigeert het een en ander, maar hij wordt nooit meer dezelfde. Na Anderlecht gaat hij naar Betis Sevilla en nog wat clubs. Nu brengt hij zijn oude dag door in Boedapest.

Talent is altijd welkom op Anderlecht. Besnik Hasi, de metronoom uit Kosovo, de wisselvallige Alin Stoica, Roemeen, steeds balancerend tussen kunst en tragiek, en Oleg Iachtchouk uit Oekraïne.

In 1948 speelt paars-wit al tegen een ploeg uit het Oostblok. Tegen Kispest, in Doornik. Een piepjonge Ferenc Puskás speelt mee. Die wil graag naar RSCA komen op voorwaarde dat zijn vader mee mag. Dat wil het bestuur dan weer niet, maar de toenmalige rechtsbuiten, András 'Bandi' Béres, wordt later wel trainer van paars-wit.

De Muur heeft voor paars-wit nooit bestaan. RSCA is een wereldclub.

:: David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
:: www.brusselnieuws.be/steegen