Wielerclub Cureghem Sportif begint af te tellen

Francis Marissens
© Brussel Deze Week
01/03/2006
Het is een jaarlijks weerkerend fenomeen: in januari en februari pakken de wielerclubs uit met hun ploegvoorstelling. Zo ook Cure­ghem Sportif. Een aantal renners weg, veel nieuwe erbij. En vooral: met torenhoge ambities het nieuwe wegseizoen tegemoet. Maar er is meer. Achter de schermen van de van origine Anderlechtse wielerclub broeit er iets. Nog vijf jaar en er is het eeuwfeest. Voor Cureghem Sportif is het aftellen duidelijk begonnen. 2011, a race odyssey.

Op de ploegvoorstelling onthaalde het publiek het idee op wat gegrinnik, maar voorzitter Jean-Pierre Van Heymbeeck is het menens. "In 2011 bestaat deze club honderd jaar, en we zijn al volop bezig met de voorbereiding van een boek. 'Wat komt die hier nu bazuinen? Vijf jaar, dat is nog een eeuwigheid.' Wel, niets is minder waar. Er komt een pak opzoekwerk bij kijken. Wielerarchieven zijn in België bijna nergens op een consequente en overzichtelijke manier uitgebouwd. Laat staan dat ze volledig en goed toegankelijk zijn. Het blijft dus fragmentarisch materiaal bijeensprokkelen via kennissen of oudrenners. Clubuitslagen, ledenlijsten of interessant fotomateriaal van Cureghem-renners uit een al dan niet ver verleden: alles blijft welkom."
"Het boek wordt geschreven door Patrick Geldhof, de conservator van het Wielermuseum in Roeselare. En naast een boel geschiedkundige bijdragen zullen er natuurlijk ook interviews met oud-Cureghem-renners in staan. Coureurs uit verschillende generaties, van Lucien Acou (de schoonvader van Eddy Merckx en zelf ook een begenadigd renner, FM) en Raymond Impanis over Jan Nevens, Eddy Schepers en Guido Van Calster tot de beloftevolle Kenny Dehaes, die onlangs de stap naar het profpeloton zette."

Cureghem Sportif heeft al eerder zowat de hele, rijkelijk gevulde trofeeënkast in bruikleen gegeven aan het Wielermuseum - inclusief de originele en gerenommeerde Schaal Sels. Maar het clubvaandel uit 1911, met brons-zilveren standaard, koesteren ze in Anderlecht nog als een relikwie.

Piste
De lange aanloop naar het eeuwfeest zou ook weleens de sprong naar een nieuwe toekomst kunnen betekenen. Cureghem Sportif wordt in elk geval steeds nadrukkelijker aan de mouw getrokken. Onder meer door Anderlechtse politici, maar er zijn ook Halse (!) kapers op de kust. Daarover zo meteen meer. Maar eerst: waar blijft intussen die Brusselse wielerpiste? Voor Cure­ghem, dat droomt van een (hoofdstedelijke) jeugdwerking, blijft dat de hamvraag.

"De Wielerbond wil in het project participeren, en ook de VGC nam de realisatie van een wielerpiste in haar sportbeleidsplan op," zegt secretaris Michel Meert. "Op dit moment werkt een deskundige overigens op vrijwillige basis aan een marketingplan dat alle mogelijkheden van zo'n Brusselse wielerpis­te en de exploitatie ervan in kaart brengt."

Vooral de gemeente Anderlecht doet moeite om de piste van de (eigen) grond te krijgen. Het grote probleem blijft de locatie. Een eerdere optie (in de wijk Vogelenzang) blijkt moeilijk haalbaar door een verkaveling en (dure) herbestemming. Dus wordt er momenteel richting Neerpede gekeken. Maar ook daar is er niet zoveel manoeuvreerruimte: het landbouwdorpje wordt langzaam doodgeknepen door de recreatiezones.

Of het een toeval is of niet, zal nog moeten blijken: Cureghem Sportif werd door de gemeente Anderlecht met aandrang gevraagd om deze zomer mee een wegwedstrijd te organiseren in de Bon Air-wijk. Een promotiestunt in functie van de gemeenteraadsverkiezingen, of toch een eerbare poging om het wielrennen in Anderlecht nieuw leven in te blazen? Het wordt alleszins geen makkelijke taak in een drukbevolkt gewest waar autochauffeurs ongeduldig en 'koers-vreemd' zijn. "Hoezo, ik moet wachten op een groene vlag?!"

Cureghem Sportif mag dan van origine een wielerclub uit Anderlecht zijn, ze telt nog nauwelijks Brusselse renners in de ploeg. Drie op de 54 om precies te zijn: Amaury Bergiers (Jette), Junior Van Dyck (Anderlecht) en Geoffrey Van de Putte (Elsene). Veel heeft uiteraard te maken met het gebrek aan infrastructuur. Cureghem legt als regionale club immers het accent op jeugdopleiding en laat talentvolle renners doorstromen naar (kapitaalkrachtiger) semi-professionele teams. En wat die jeugdopleiding betreft, zijn er dus kapers op de kust.
Het Pajottenland mag dan al langer een belangrijke uitvalsbasis zijn voor de Brusselse club, de tendens is toch opvallend: dertien van de zeventien nieuwelingen en juniores van de club zijn afkomstig uit de Zennevallei en het Pajottenland. En wat meer is: de stad Halle wil een structurele samenwerking. "Dat klopt," bevestigt voorzitter Jean-Pierre Van Heymbeeck. "We werden gevraagd om in Halle mee te werken aan een nieuw opleidingsproject. Momenteel zoeken ze daar nog een goede locatie om een vaste omloop op de openbare weg uit te tekenen. Mogelijk met een BMX-pis­te en een cyclocrossomloop erbij. Er liggen al drie opties op tafel, het zou dus snel kunnen gaan. Sommigen hebben duidelijk door dat er, met een beetje creativiteit en goede wil, nog veel te bereiken valt."

:: Met interessant archiefmateriaal over Cureghem Sportif of een van de oud-renners kunt u terecht bij voorzitter Jean-Pierre Van Heymbeeck op 0499-38.31.69 of kuregemsportief@hotmail.com

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni