© Saskia Vanderstichele

Onderzoekster Laurence Schram duikt het Dossin-verleden in

Jean-Marie Binst
© BRUZZ
04/07/2017

Vijfenzeventig jaar geleden: vijf man van de Sicherheitspolizei-Sicherheitsdienst (Sipo-SD) aan de Louizalaan 510 vertrekken op 15 juli 1942 naar de Kazerne Dossin in Mechelen. Ze brengen in twaalf dagen alles in gereedheid om de eerste Joden te kazerneren. Op 27 juli strandt in Mechelen de eerste Jodenstroom die ‘de Louizalaan’ heeft opgelijst. Voor doorvoer als ‘werkplichtige’ naar Auschwitz-Birkenau.

Dossin Laurence Schram BRUZZ ACTUA 1577
© Saskia Vanderstichele
De Jetse Laurence Schram heeft een grote historische leemte ingevuld met een veelzijdig onderzoekswerk (en doctoraat) over de Kazerne Dossin, nu het Memoriaal en museum over de Holocaust en mensenrechten. Dossin kreeg in de geschiedkundige publicaties altijd minder aandacht dan het Fort van Breendonk, waar hoofdzakelijk politieke gevangenen terechtkwamen. Dossin was eerder het verzamelpunt voor vreemdelingen die moesten beantwoorden aan de Arbeitseinsatzbefehle: het inzetten van werkkrachten in Duitsland ter compensatie van de Duitser die als soldaat nodig was.
Drie procent van de vreemdelingen in België was Joods. Negentig procent van de 69.000 Joden in ons land was geen Belg. De driehonderd Joden per dag die Dossin wou halen, hadden bijgevolg in eerste instantie niets met de Belg te maken. Dossin was een verzamelpunt van raciaal gedeporteerden. De vraag of het geweten was wat daar allemaal gebeurde, en wat de bestemming van het transport van tweeduizend Joden per trein kon zijn, heeft Schram met archiefstukken en getuigenverslagen haarfijn kunnen beantwoorden.

“Nooit vanuit Breendonk, alleen vanuit Dossin vertrokken de treinen naar Auschwitz-Birkenau,” zegt Laurence Schram. “Dat niemand liet weten hoe het verliep in het ‘werkkamp’, voedde snel de onzekerheden over de eindbestemming bij wie in Dossin verbleef. Toen ook behoeftige bejaarden en kinderen zogezegd voor het werkkamptransport nodig waren, ging wel een belletje rinkelen. En toen de Association de Juifs en Belgique in 1944 verplicht werd lijsten te bezorgen van alle Belgische Joden, waardoor ze geklasseerd per stad, per straat, per huisnummer en huis, bekend waren, bleek duidelijk dat het niet louter om niet-Belgen ging, maar om àlle Joden. Een handelaar van de andere kant van Mechelen heeft het zelfs over het geschreeuw dat tot buiten Dossin te horen viel. Een Mechelse schilder maakt in 1942 al ‘Vertrek der Joden’. Treinen van tweeduizend gedeporteerden kunnen niet ‘zwijgen’.”

Schrams Dossin-monografie snijdt vele nieuwe gegevens en thema’s aan, weergegeven als feitenmateriaal zonder enige emotionele teneur. Zo is er haar bijdrage over de SS-Flamen, de Vlaamse SS’ers, vrijwilligers die op hun manier participeerden in de Duitse oorlogsvoering in en buiten Dossin. Schram: “Een honderdtal Arische Vlamingen kreeg in 1941 een snelle militaire opleiding van drie tot zes weken in het kasteel van Horst in Schoten. In 1943 waren er dat een twee- à driehonderdtal. Ze moesten jonger zijn dan 35 jaar en werden gescreend. Zij hadden de opdracht om de garages en de gebouwen van de Sipo-SD aan de Louizalaan te bewaken. Ook voor het transport naar Breendonk vanuit de Louizalaan (waar Joden werden opgeroepen, of door razzia’s belandden of na verklikking terechtkwamen, red.) werden ze ingezet, net als voor bewaking in Dossin, waar ze alles uitvoerden wat niet door de Duitse SS’ers gebeurde, tot treinbegeleiding tot de grens toe. Stilaan werden de SS-Vlamingen ook nuttig voor kampen, maar hun dienstperiode was altijd kort, op tien SS’ers na. Brieven die Schram uitploos, getuigen van hun ideologisch en politiek engagement.

Dossin 2 BRUZZ ACTUA 1577
© Dossin Fonds Kummer
Ook over de interne organisatie van het kamp Dossin, viel voordien weinig te lezen. Welke rol kreeg iedereen in de kazerne toebedeeld? Hoe waren de relaties tussen de gevangenen en de SS? Vanaf 11 juni 1942 wordt Dossin als SS-Sammellager für Juden (verzamelpunt) uitgekozen. Adolf Eichmann van de Gestapo vraagt de Louizalaan om quota. In een eerste fase zou het om 10.000 Joden gaan. Het zullen van 1942 tot 1944 precies 25.484 Joden en 342 zigeuners zijn, die naar Auschwitz-Birkenau worden afgevoerd. Mechelen ligt gemakkelijk tussen Antwerpen en Brussel. Een ander ‘gemak’ was dat de 90 procent ‘vreemdelingen-Joden’ als niet-Belg geen bescherming genoot. De transporteffectieven moeten behaald worden. Als ze geregistreerd zijn in Brussel komen de eerste Joden op 27 juli 1942 in Dossin met hun reiskoffers met werkkledij, tandenborstel, zeep en dergelijke aan (foto).

Zigeuners
Verder in dit werk ook een nieuw, zelfs eerste licht op de zigeuners die in Dossin nog slechter werden behandeld dan de Joden. Van meet af aan ging het over grote gezinnen. Tot de helft van alle zigeuners die op de Duitse trein gezet werden, was jonger dan vijftien jaar. De Transportliste Z (zigeuner) wordt opgelijst in een Zigeunerbuch. Eerst kregen de zigeuners een carte de nomade, waardoor ze geregistreerd werden om voedsel te kunnen bekomen, wat een handige zet was voor identiteitsherkenning. In het Nederlands heet die kaart raciaal explicieter Zigeunerkaart.

Ook heldert Schram een misverstand op over het treintransport uit Dossin: de eerste jaren gebeurden die overdag, maar voor de laatste transporten was dat ’s nachts. Het gebeurde wel degelijk met personentreinen en ontsnappingen waren er van in het begin. Van 4 augustus 1942 tot 24 oktober 1942 alleen al zijn er twaalf gedeporteerden uit de trein gesprongen. De allereerste in augustus 1942 was een zeventienjarig meisje Hanna Karpowitz, dat op 5 oktober weer werd gevat. Schram: “Omdat er geen nieuws komt over de mensen die op transport waren gezet, groeit het voorgevoel dat de bestemming waarschijnlijk dodelijk is. Iedereen probeert de deportatie te vermijden, ook in Dossin. Voor het laatste vijfde aan transporten ’s nachts worden veewagens ingezet, omdat de tijd dringt.”

Dossin Cover BRUZZ 1577
Het boek werpt ook een nieuw licht op de rol van het Verzet, ook het Jodenverzet in en buiten Dossin. Maar de gruwel is nooit veraf: getuige haar bewijsmateriaal dat de Joden en zigeuners uit Dossin moesten afstappen aan de Judenrampe (een verhoogd perron) tussen de kampen Auschwitz en Birkenau. Slechts 1.070 Joden en zigeuners zijn in de laatste twee transporten verder gevoerd tot aan de gasbarakken, van het half miljoen dat daar aankwam. Twee herinneringswagons op het spoor getuigen daar maar sinds enkele jaren van.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Schaarbeek, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni