Parktips: hier zonnen de BRUZZ-redacteurs

Het kwik flirt komend weekend eindelijk opnieuw met de 20-gradengrens en dan wil een mens naar buiten. Hoog tijd dus voor een lijst met parktips van onze redacteurs. Aanvullingen via de reacties zijn welkom.

Sara De Sloover: het Scheutbospark

In de jaren tachtig leek dit prachtige stukje ‘pure’ rust en natuur in het uiterste westen van het Gewest nog volledig te zullen worden verkaveld, maar het protest haalde gelukkig de bovenhand. Vanuit het Scheutbospark – meer weides, struikgewas en kreupelhout dan bos – heb je mooie uitzichten over torenflats die plots in een heel andere wereld liggen. Ja, dit is ook Molenbeek.

Schotse harige runderen begrazen de velden, goudhaantjes en spechten kwetteren, met wat geluk kun je er orchideeën spotten. Ook voor chauvinistische Brusselaars is dit een verplichte stop: in het 2 hectare grote rietveld bloeit de gele iris, hét symbool van Brussel.

Bram Van Renterghem: Dudenpark

Het mooiste park van Brussel is natuurlijk het Dudenpark. Het is de laatste restant van een uitgestrekt oud beukenbos dat ooit het Zoniënwoud omvatte. Doordat het ook nog eens tegen een steile heuvel ligt, zijn er overal donkere kronkelende paadjes, vol struikrovers en kabouters.

De mooiste plek van het park is helemaal achterin, bovenop de heuvel. Kijk je rechtdoor, dan zie je de vogels in het bladerdak, nesten en ruzie maken. Beneden struint de bourgeoisie, met kleine zigzaggende hondjes, en alles is goed.

Mathias Declercq: Egmontpark

Dit stukje groen ligt ingesloten tussen de razende drukte van de Gulden-Vlieslaan enerzijds en de rustieke antiekshops van de Zavel. Groot is dit parkje in de schaduw van het imposante The Hotel - en dus onder het oog van menig wereldleider - niet bepaald. Maar het slaagt er wel in om een moment van rust te creëren in een bijzonder druk gedeelte van de stad.

De auto’s zijn nooit echt ver weg, maar de badmintonnende jongeren, het guitige standbeeld van Peter Pan en het terras van La Fabrique En Ville maken veel goed.

Kim Verthé: Het Josaphatpark

Het Josaphatpark is mijn favoriet, eerst en vooral omdat je, door ‘af te dalen’ in het park, haast letterlijk de stad achter je laat. Het park ligt in een kom, daar waar vroeger de Roodenbeekvallei liep. Per meter die je bergafwaarts gaat, worden stadsgeluiden gedempter en natuurlijke geluiden van vogels, bladgeruis en water sterker.

Als het op lentedagen kriebelt om weer te beginnen joggen, komt het Josaphatpark steevast in mijn vizier: het onverharde pad is heel aangenaam om op te lopen.

Rondjes joggen in het park is ook nooit eentonig, want je kan je afwisselend vergapen aan beeldhouwwerken en de vijvers die de grandeur van weleer uitstralen, de kitscherige bron in de grot, en overal opduikende konijnen bij valavond. En o ja: er is een zeer lekkere ijsjesbar (Glacier Cocozza) langs een van de ingangen van het park. De ideale beloning achteraf.

Tim Devriese: de Tuinen van de Bloemist

In de schaduw van het grote Park van Laken en het privédomein van de koninklijke familie, liggen de Tuinen van de Bloemist. De bloementuin werd vroeger gebruikt om de koninklijke bloembakken en vazen te vullen, maar zijn sinds 1999 openbaar. Je kan er niet alleen genieten van uitzonderlijke flora, maar ook van een prachtig weids vergezicht op Brussel.

Tim Gatzios: Park onder de bruggen aan Thurn & Taxis

Het ‘park onder de bruggen’ aan Thurn & Taxis is zonder twijfel het beste park van Brussel. Waarom? Wel, omdat het een van de weinige oases van rust is in het drukke Sint-Jans-Molenbeek.

Maar ook omdat het een onverwacht park is: het ligt wat verscholen onder twee bruggen, waar vroeger een spoorlijn liep. Dat zorgt samen met de wat wilde begroeiing voor een speciale, wat beschutte sfeer.

En oh ja, er is natuurlijk Parckfarm: de serre waar je wat kunt drinken, en waar gezelschapsspelen wachten op enthousiaste spelers. Er zijn ook broodbakateliers en een moestuin. Smakelijk!

Jasmijn Post: Park van Vorst

Op een zonnige dag is het Park van Vorst het mooiste plekje op aarde. In de hoge naaldbomen kwetteren de groene parkieten gezellig, terwijl daaronder jongeren balanceren op hun slacklines of een meegebrachte picknick verorberen. Sportievelingen zoeken een minder glooiend stuk park op, en trappen een balletje beneden in het gras.

Voor jonge kinderen is er een vlakte die we met een beetje fantasie een uit de kluiten gegroeide zandbak kunnen noemen.

Het beste nieuws is misschien nog wel dat La Guinguette, een sympathieke, uit paletten opgebouwde zomerbar, op 1 april aan een derde ronde begonnen is. Ze serveren zelfgemaakte limonade, Zinnebir en kleine versnaperingen, en met een beetje geluk kun je op zaterdagavond een dansje wagen, een film in de open lucht meepakken of je portefeuille plunderen voor de parels uit de vide-dressing.

Margot Otten: het park rond de abdij van Ter Kameren

Als de zon schijnt in Brussel treedt de magneet die op de bodem van de vijvers van Elsene ligt in werking! Elk stukje gras aan de oever wordt dan gebruikt door de Elsenaar. Lekker, fris maar voor sommigen ook wat druk.

De oplossing ligt 100 meter verder in het park rond de abdij van Ter Kameren. Je kan er de Louizalaan horen maar niet zien. Eigenlijk kan je geen enkele straat zien. Je hoeft enkel te gaan liggen en met slechts een beetje verbeelding (hoe meer zon hoe minder verbeelding je nodig hebt) ben je in Italië.