Civa leert ons verschil tussen art nouveau en art deco

An Devroe
© BRUZZ
29/03/2017

Met haar nieuwe expo hoopt de Civa Stichting dat we in de toekomst art nouveau en art deco beter leren onderscheiden. Art nouveau?¿Art deco lijkt wel een alibi om nogal wat hoogtepunten uit de Brusselse architectuur te tonen: het Old England warenhuis naast het Flageygebouw, Villa Bloemenwerf naast Hotel Haerens, Le Falstaff naast L’Archiduc. Maar vergis u niet, op het eind van de expo volgt een test.

In de pers verschenen artikels dat we tegen 2020 naar het art-nouveau-Citroëngebouw zouden verhuizen, maar dat is een art-decogebouw,” zegt Anne-Marie Pirlot. Zij en haar ploeg van de Civa Stichting vonden dat ze iets aan de spraakverwarring moesten doen. Los van de vraag wat een architecturale stijl nu precies is - een boeiende kwestie die met architect Jan De Vylder aan bod komt in een van de geplande lezingen - helpen de termen ook niet echt. In art nouveau hoor je ‘nieuw’, maar het is de oudste stijl, vernieuwend wel na de neostijlen (neoclassicisme, neorenaissance, neogotiek) van de 19de eeuw. Art deco is dan weer veel minder ‘decoratief’ dan art nouveau. In art nouveau heb je dan ook nog eens een meer florale en meer geometrische stroming – (de vroege) Horta respectievelijk Hankar – terwijl art deco ook geometrisch is, maar dan veel gestileerder.

Brussel en Parijs
“Art nouveau is in Brussel geboren,” zegt Pirlot bij twee huizen uit 1893 van de hand van de Vlaming Victor Horta (Hotel Tassel, Paul-Emile Jansonstraat 6, Brussel) en de Waal Paul Hankar (Defacqzstraat 71, Sint-Gillis). “Het zijn de allereerste art-nouveauhuizen in de wereld. Meteen zie je de meer op de natuur geïnspireerde en organische stijl naast de meer geometrische art nouveau, met motieven uit de Japanse architectuur. Voor inspiratie voor de ingangen van de Parijse metro is de Franse architect Hector Guimard naar deze twee huizen komen kijken. De stijl maakte vooral furore in steden met veel artisanale knowhow.” In 1884 berichtte het tijdschrift L’Art Moderne al over ‘croyants de l’art nouveau’. In Parijs hielp de galerie Maison de L’Art Nouveau van Siegfried Bing de naam verder verspreiden.

Als vertrekpunt van art deco wordt de Parijse Exposition international des arts décoratifs et industriels modernes uit 1925 genomen. “Art deco is dan weer in Parijs geboren, zegt Pirlot. “De grote decorateurs van die tijd waren Frans. Het werd een mondiale stijl die populair was in alle domeinen van de kunst: architectuur, interieur, mode, grafische kunsten.” De naam werd door Le Corbusier spottend gebruikt naar aanleiding van de expo uit 1925, maar het duurde tot 1968, toen het boek Art Deco of the Twenties and the Thirties verscheen, vooraleer de naam algemeen erkend werd.
Een zijsprongetje toont de inspiratiebronnen als de Weense Secession of Weense stijl, tussen art nouveau en art deco in, en het japonisme. De galerie en winkel van meubels, tapijten en behangpapier L’intérieur in de Naamsestraat van Léon Sneyers deed veel voor de bekendmaking van de Weense stijl. Op een affiche van Gisbert Combaz voor het Salon La Libre Esthétique van 1898 volgt Pirlot de staart van de vogel: “Dat is dezelfde lijn als de golf van Hokusai.”

In de expo maak je kennis met een twintigtal architecten van beide kunststromingen, allen met Brusselse realisaties. Wie leerling was bij wie en welke gevolgen dat had. Zo zien we dat Pierre Verbruggen - architect van het eerste art-decohuis in België in de Elverdingestraat 50 in Ieper - de Weense stijl leerde kennen als werkplaatsleider bij Paul Hamesse, en dat Hamesse dan weer stage had gelopen bij Hankar.

Vloekende kleuren
We lezen dat Gustave Strauven een van de tekenaars in het atelier van Horta was, maar ook zelfstandig voor de lagere burgerij bouwde. Hij ontwikkelde daarvoor een eigen uitbundige art nouveau met kleurrijke bakstenen en gestandaardiseerd ijzerwerk voor mensen die niet de middelen hadden voor natuursteen, marmer en kostbare houtsoorten. Het kwam allemaal even rijkelijk over, zoals het Huis de Saint Cyr aan de Ambiorixquare 11 in Brussel bewijst.

Bij de art-decoarchitecten vinden we verrassend ook de naam van Louis Herman De Koninck. In het begin van zijn carrière was hij geïnspireerd door de Weense Secession van het Stocletpaleis. Pas nadat hij cursussen over gewapend beton had gevolgd, werd hij de modernist die we kennen.
Door de wet op de mede-eigendom van 8 juli 1924 werden meergezinswoningen aantrekkelijk. Art deco was een stijl die zich goed leende om de voorgevels en gemeenschappelijke delen zoals de hal - met wandlampen, spiegels, glasramen, gepolijst hout, marmerbekleding - in te richten, stijlvol, maar niet zo ingewikkeld (en dus duur) als art nouveau. Een van de grote Belgische art-decomeesters was Antoine Courtens, die in 1928 het Palais de la Folle Chanson bouwde aan het Sterreplein 2 in Elsene. Ook het Résidence Palace en het Kaaitheater waren ooit appartementsgebouwen.

Het is goed dat er behalve foto’s en ontwerptekeningen ook echte objecten te zien zijn die - wat ongewoon voor een expo - vloekend bij elkaar zijn geplaatst. Onder de dreigende titel op de affiche van de expo Le bon et le mauvais goût uit 1930 word je bijna gedwongen partij te kiezen. Een zwierig art-nouveaukamerscherm bij een art-decozetel in geel, rood en zwart, of een kapstok, met takken haast, niet ver van een radio met een luidspreker met een ingenieuze geometrie, het zijn twee werelden.

In de smeedijzeren art-nouveauhaardroosters is de zogenaamde ‘zweepslag’ (de lijn die het klappen van een koetsierszweep beschrijft) en de eveneens wapperende haardos van een vrouw te herkennen, bij art-decosmeedwerk zit er mechanische vaart in.
Naast de primaire kleuren van de interieurs van Marcel-Louis Baugniet kan je niet kijken. Voor de subtiele tinten groen van de plannen van art-nouveaudecorateurs moet je wat meer moeite doen. Ook glasramen (van binnenuit verlicht) en affiches van beide kunststromingen worden telkens naast elkaar getoond. Gevels in art nouveau waren zelf affiches in reliëf, waarin de architecten dan ook hun handtekening integreerden. Op een art-decoaffiche zie je de typische trapletters, in elk geval een veel robuustere kalligrafie. De maatschappij werd jachtiger, de letters moesten in een oogwenk leesbaar zijn. De vormen van de parfumflesjes zijn rond als die van een ingesnoerde mannequin, of rechttoe rechtaan als haar intussen van het korset bevrijde opvolgster.

Omdat je beter onthoudt als je ook je handen gebruikt, kan je op een lichtbak art-nouveau- of art-decomotieven kopiëren (calqueren) en foto’s omdraaien om te testen of je er de stijl voortaan zo kan opplakken.

> Art nouveau?¿Art deco. 24/03 > 28/05, di > zo: 10.30 > 18.00, Elsene

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni