Cine Argentino: don't cry for Argentina

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
27/04/2011
Met Lionel Messi hebben ze een Maradona rondlopen zonder de groteske clownerieën. En ook op filmgebied staan de Argentijnen hun mannetje. Met Cine Argentino belicht Cinéma Nova de diversiteit van de Argentijnse film aan de hand van het werk van enkele markante filmmakers van vroeger en nu.

Cine Argentino
Tien jaar geleden kampte Argentinië met een knoert van een financiële crisis met sociaal en economisch dramatische gevolgen. Een handvol jonge Argentijnen liet zich niet ontmoedigen door geldgebrek en de verplichting om veel zelf te doen en draaide vitale, relevante, sterke films. Die maakten furore op de internationale festivals. Het fenomeen kreeg de naam nuevo cine argentino. Het stof rond deze beweging is ondertussen weer gaan liggen, maar voor een cinefiel zijn Lisandro Alonso en Lucrecia Martel inmiddels vertrouwde namen. De meeste bedrijvige is Pablo Trapero. Hij studeerde architectuur en film aan de Universidad del Cine in Buenos Aires en werkte als producer, schrijver en assistent-regisseur vooraleer hij zijn eigen speelfilms ging regisseren. Maken is wellicht een beter woord dan regisseren. "Ik pruts aan mijn films van de eerste scenarioversie tot de laatste kleurcorrectie," zegt Trapero. "Filmen is meer dan 'cut' en 'actie' roepen op een set. De opnames zijn belangrijk, maar dat is het volledige proces. Je mag niet onderschatten hoe sterk de financiering en productionele beslissingen het eindresultaat beïnvloeden. Met de technici kan ik dan weer uren discussiëren over de nieuwste apparatuur. Een film maken is niets abstracts, het is allemaal erg concreet." Zijn twee laatste films, Leonera en Carancho, maakten een goede beurt op het festival van Cannes. Cinéma Nova concentreert zich op zijn eerste drie films. In debuut Mundo grúa belicht Trapero in sober zwart-wit het uitzichtloze leven van een 50-jarige Argentijn. Kranen besturen lijkt voor muzikant Rulo een uitweg, maar vervolgens blijkt dat het leven hem niet plots weer toelacht. Het was maar een schijnbeweging. Beter dan de aimabele roadmovie Familia rodante is El bonaerense. Een jonge, naïeve slotenmaker uit een klein dorp belandt na een misdrijf als aspirant bij een van de incompetente, corrupte politiekorpsen van Buenos Aires. Trapero moraliseert niet maar zijn weerspiegeling van de werkelijkheid spreekt boekdelen. Argentinië is op dat moment een puinhoop.

Doorbraak
Dat de cine argentino niet begint met de nuevo cine argentino bewijzen twee films van Leopoldo Torre Nilsson. Vandaag is men de eerste Argentijn die internationaal doorbrak uit het oog verloren. Maar tussen 1957 en 1967 dong hij in Cannes vier keer naar de Gouden Palm. Toen noemde men hem in één adem met filmauteurs als Bergman, Buñuel en Welles. Cinéma Nova zou Cinéma Nova niet zijn als er niet ook aandacht was voor films uit de marge. Sangre de vírgines (1967) is de Dracula-mythe met losbandige twintigers op skivakantie in het Patagonië van de jaren 1960. De combinatie van horror en erotiek vond geen genade in de ogen van de censor. Na de val van de militaire junta in 1983 omarmden een nieuwe generatie filmfans de cultfilm pur sang. Fans van ongewoon zullen ook in hun nopjes zijn met Fuego, een hyperkitscherig melodrama uit 1968 van Armando Bó met toenmalig Latijns-Amerikaans sekssymbool Isabelle Sarli in vol ornaat. De censors hielden haar liever voor zichzelf.

29/4/2011 > 21/5/2011
Cinéma Nova, Arenbergstraat 3, Brussel, 02-511.24.77, nova@nova-cinema.org, www.nova-cinema.org

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni