Reportage

Op missie met de makers van 'Étangs Noirs' in de Lakense Modelwijk

Gerd Hendrickx, Tom Zonderman
© BRUZZ
16/10/2018
© Heleen Rodiers

In hun debuutfilm Étangs Noirs tonen Timeau De Keyser en Pieter Dumoulin de grootsheid van een kleine wereld: die van de Brusselse Modelwijk, waar een verkeerd geleverd postpakket een even beklijvende als raadselachtige zoektocht in gang zet. “Met onze filmproducties willen wij in de wereld staan.”

"Zullen we dadelijk Costello eens opzoeken?” vragen Timeau De Keyser en Pieter Dumoulin terwijl we de trappen van de Modelwijk in Laken op wandelen. De eerste is een naar de Marollen uitgeweken Gentenaar die ook actief is als regisseur bij het theatergezelschap Tibaldus, de tweede een Gentse regisseur, cameraman en fotograaf. Hun voorstel voor de ontmoeting met Costello slaan we niet in de wind. Hij heeft een kleine rol in Étangs Noirs en woont hier ook echt, net als nagenoeg alle (niet-professionele) acteurs in de film. “Dit was ook mijn thuis van mijn zevende tot mijn twintigste,” knikt Cédric Luvuezo, die op meesterlijke wijze hoofdpersonage Jimi zijn onverzettelijke drive geeft om het verkeerd geleverde pakje aan de rechtmatige eigenaar te bezorgen. “Mijn moeder en tante wonen hier nog steeds.”

Het intrigerende, bijwijlen raadselachtige spel tussen realiteit en fictie, tussen het alledaagse en het mysterie, maakt van Étangs Noirs een unieke, beklijvende film. Dat viel ook het prestigieuze British Film Institute op, dat Étangs Noirs selecteerde voor het BFI London Film Festival en omschreef als een van de origineelste films van het jaar. Na het Film Fest Gent werd de film daar deze week voorgesteld aan een internationaal publiek. Knap, voor een debuut met een eenvoudig scenario en trage, lange shots die veel van de kijker verlangen. Maar het gracieuze spel van Cédric Luvuezo, de poëtische cameravoering van Dumoulin en de tot de verbeelding sprekende locatie maken van Étangs Noirs knappe slow cinema. (De trailer voor de film kan je hier bekijken, of onderaan dit artikel.)

“Een jaar of vijf geleden kwamen wij hier voor het eerst,” zegt De Keyser over de door Renaat Braem ontworpen sociale woonwijk, die er vandaag wat verloederd bij ligt. “We waren meteen geïntrigeerd door de gangen, de trappenpartijen, de pleinen en de symmetrische woonblokken.”

1634 etangs Noirs RECHT modelwijk3
© Heleen Rodiers | Hoofdrolspeler Cédric Luvuezo, samen met Timeau De Keyser en Pieter Dumoulin in het desoriënterende spiegelpaleis van de Lakense Modelwijk



En toch eist de architectuur niet de hoofdrol op.
Timeau De Keyser: Aanvankelijk vonden we dat heldere grondplan en dat idee van het maakbare dat architecten als Braem en Le Corbusier uitdroegen in dat naoorlogse optimisme rond Expo 58, heel intrigerend. Maar langzaamaan beseften we dat die structuur en die bijna identieke gebouwen ook desoriënterend werkten. Zo zijn we op dat idee gekomen van het verkeerd bezorgde pakje: het komt terecht bij de bewoner van het appartement met hetzelfde nummer, maar in de tegenoverliggende woontoren. Geleidelijk verschuift de realiteit en ontstaat er een labyrint.
Cédric Luvuezo: Een paar jaar terug werd hier Sauveur Giordano ingeblikt, een Franse serie met Pierre Arditi waarin ik een eerste keer figureerde. Zoals wel vaker moest de wijk toen doorgaan voor een cité in de Parijse banlieue.

Net dat ontwijken jullie: het cliché van de policier die deze plek enkel uitkiest om haar spektakelwaarde.
De Keyser: Het grootste deel van de film kijken we mee met Jimi, onze camera zit hem voortdurend op de huid. Zijn gezicht en zijn lichaam zijn de maat waarlangs we het verhaal opbouwen, hij is ook de maat die we naast de wereld willen leggen: dit is Jimi’s werkelijkheid, dit is hoe hij is. Hij staat centraal en niet die grootse, indrukwekkende plek. Maar we tonen wel hoe die vormelijke elementen inwerken op de lichamen van de personages.

En tegelijk maken jullie er geen milieuschets van à la de Dardennes.
De Keyser: Er zit een ex-paracommando in de film en een Georgisch gezin, maar Étangs Noirs gaat niet over hun persoonlijke geschiedenis. We proberen zonder vooropgestelde kaders op zoek te gaan naar een waardevolle aanwezigheid van de acteurs en de personages, daarom laten we die informatie achterwege. Ook over Jimi kom je niet veel te weten: wat doet hij als job? Heeft hij familie? Hoe ziet zijn appartement eruit? We wilden hem niet een in mal duwen.
Pieter Dumoulin: Eerst wilden we met professionele acteurs werken. Maar door hier veel tijd door te brengen en gesprekken te voeren met de bewoners, voelde dat niet juist meer aan. Dus hebben we flyers uitgedeeld en audities georganiseerd in Cité Culture, het plaatselijke culturele centrum. Zo hebben we onze acteurs gevonden. Ons project is gevormd door de realiteit van deze plek.


Ik stotter al mijn hele leven, ik was er altijd van uitgegaan dat ik nooit een echte acteur zou kunnen zijn

Cédric Luvuezo

1634 etangs Noirs metro7

“Hé, Hamza,” wuift Cédric naar een jonge kerel die ons voorbijwandelt. Hamza Belarbi heet hij, en hij blijkt een grote rol te spelen in de nieuwe film van de Brusselse regisseur Bas Devos. Deze wijk levert de ene hoofdrolspeler na de andere? Cédric lacht. “Iedereen is hier acteur, hé.”

Hoe pak je dat aan, werken met mensen die nog nooit geacteerd hebben?
De Keyser: We zijn altijd uitgegaan van de wisselwerking tussen wat de acteurs zelf aanbrachten, hoe ze bewogen en hoe ze zich uitdrukten, en hoe dit in functie van de film kon staan. We willen wegblijven van het idee dat er een ‘juiste’ manier van acteren bestaat. Bij de audities dachten wij ook vaak: deze persoon is bijzonder. Van daaruit werkten we verder. Tijdens de opnames probeerden we dan samen naar een passende vorm te zoeken.

Was je verrast dat jij de hoofdrol kreeg, Cédric?
Luvuezo: Ik dacht eerst dat Timeau en Pieter mij voor de gek hielden. (Lacht) Tot hiervoor had ik alleen maar wat figurantenrolletjes gespeeld, zonder tekst. Ik stotter al mijn hele leven, ik was er altijd van uitgegaan dat ik nooit een echte acteur zou zijn.

Controle is het sleutelwoord in jouw perfor-mance. Door die beheersing hadden we gezworen dat je een professioneel acteur bent.
Luvuezo: Merci, dat is een groot compliment! Ik doe yoga, dat helpt om dat stotteren onder controle houden. (Lacht)
De Keyser: We wisten meteen dat we met Cédric wilden werken. Hij is geweldig om naar te kijken. De spanning in zijn lichaam en het ritme waarmee hij zich voortbeweegt, evoceren een rijke binnenwereld. Dat vonden we knap, want net zoals we zijn personage wilden bevrijden van een determinerend milieu, wilden we hem ook niet psychologisch vastpinnen. Cédric geeft Jimi iets opaaks, iets ondoordringbaars. Mijn Frans is verschrikkelijk (lacht), maar na verloop van tijd hadden we een soort van alternatief lexicon om elkaar te begrijpen. “Hoger”, “lager”, “crisp”, “draai om”. Zo werd het bijna een partituur voor een choreografie.
Luvuezo: Pieter en Timeau hebben behoorlijk wat risico genomen. Maar hun vastberadenheid heeft op iedereen indruk gemaakt. (Tot Timeau en Pieter) Jullie zijn echte stars hier!

1634 etangs Noirs modelwijk
© Heleen Rodiers | Freddy alias Costello, ex-paracommando met acteertalent


Hitchcock

“Hé, Christian, hoe is ’t!” De Keyser klopt een voorbijganger op de schouder. Christian is een van de flatbewoners bij wie de crew tijdens het filmen zijn batterijen mocht opladen. “Weet jij waar Costello weeral woont?” “Op het negende, je pense.” De lift van Blok 2, die na een lange panne eindelijk weer werkt, brengt ons naar de juiste verdieping. Het uitzicht over Brussel is grandioos, de diepte langs de smalle balkons beklemmend.
De Costello die de deur van zijn flat opent, is de Costello uit de film: zelfde fleece met arendprint, zelfde blauwe muts, zelfde snor. Un vrai Brusseleir, alleen heet hij in het echt Freddy. “Bonjour. Straks zijn we hier weg, naar de nief blokken,” vertelt hij. De toren is aan renovatie toe, de afbladderende verf en de povere raamkozijnen geven hem geen ongelijk. “Ik kom nie mier terug,” knikt Christian. “Ik em 57 jaar, ik ga niet tot mijn tachtig verhuizen, hé.”



Jullie hebben een goeie band met de wijk en haar bewoners.
De Keyser: Dat is ook wel de verdienste van Accattone (het productiehuis van Rasmus Van Heddeghem en Ruben Desiere, dat eerder onder meer de film Kosmos met vluchtelingen in de Gesù-kerk uitbracht, tz). Rasmus stond hier bij de opnames iedere dag, en ook nu nog volgt hij alles op. Hij heeft bijvoorbeeld geregeld dat alle acteurs met de bus naar de première in Gent mochten. Wij kwamen hier ook niet toe met onze cateringkar, maar aten soep die de bewoners hadden gemaakt, of kochten broodjes bij een lokale broodjeszaak. Ik hoop dat onze filmproducties precies tonen hoe wij in de wereld staan.

“Kijk, dat is de paal waarlangs Jimi inbreekt om zijn pakje terug te veroveren,” zegt Dumoulin aan de gaanderij onder Blok 2. De vastberadenheid maakt van Jimi een intrigerend personage. Telkens als hij het pakket dreigt te verliezen, schakelt hij een versnelling hoger. Uiteindelijk leidt zijn zoektocht naar de metro, een verwarrende wereld van wriemelende lijven en een overvloed aan geluiden. “In de metro bewogen we ons met de acteurs tussen de reizigers,” vertelt Dumoulin. “Dit gaf elke take een onvoorspelbaar karakter en een spanning die hopelijk voelbaar blijft in de film.”

Vooral in de metro werken jullie met lange takes. Dat verhoogt de realtime-ervaring, maar het vertraagt het tempo.
De Keyser: Daarmee wilden we tegelijk spanning opbouwen en het mysterieuze element benadrukken. Maar het was geen rigide esthetiek, als een take te lang was, knipten we erin.

1634 etangs Noirs metro7
© Heleen Rodiers | Odyssee door het ondergrondse

Jullie hebben veel aandacht voor details: de lichtinval door de ramen op het gezicht van Jimi, zijn handen rond het pakje. Hebben jullie je voor dat soort kunstzinnige beeldvoering laten inspireren door andere films?
Dumoulin: De filmgeschiedenis is erg rijk en we zijn beïnvloed door heel veel films op veel manieren. Maar wij willen ons niet bewust inschrijven in een specifieke traditie.
De Keyser: Een film waar we echt op gestudeerd hebben, is Waar is het huis van mijn vriend? van Abbas Kiarostami. Maar eens we aan het filmen zijn, proberen we vooral niet opgegeten te worden door onze eigen referenties.
Naar het einde toe maakt Jimi een transformatie door. Hij wil de bestemmeling vinden, maar met het doel in zicht lijkt hij zich in te houden.
Luvuezo: Ja, het is alsof hij niet dichter bij zijn einddoel wil raken. Als ik die scènes nu bekijk, herinner ik me sommige dingen niet meer. Ik zat zo in mijn rol.
De Keyser: Jimi weet dat als hij het pakje afgeeft, zijn zoektocht gedaan is. Hij laat zijn bestaan helemaal samenvallen met die kleine morele code van dat bezorgen van het pakketje. Die existentiële dimensie zie je vaak in detectives. Dat vonden we in deze context ook spannend.

Het grootste mysterie is dat postpakket.
De Keyser: Dat is de MacGuffin, een hitchockiaans element dat het verhaal voortstuwt, zonder dat je echt te weten komt wat het is. Ik kon me wel vinden in de analyse van Nina de Vroome van Sabzian.be, een Brussels platform dat over cinema schrijft: het pakket lijkt een lege doos, maar het is gevuld met de verbeelding van de toeschouwer. Ook over de personages kom je nauwelijks iets te weten, maar je vult het in met je verbeelding. Het is ons verlangen om te weten, om te begrijpen, dat ons voortdrijft.

Waarom heet de film eigenlijk Étangs Noirs, en niet Cité Modèle, vragen we terwijl we ons naar de metro begeven. “Om dat gegeven van die tocht te benadrukken,” zegt De Keyser. “En Stockel klinkt nu eenmaal minder mooi.” (Lacht)
Cédric Luvuezo draait zich nog een keer om op de trappen. “Aan de Modelwijk ontsnap je nooit. Ze is als een tweede familie, je komt hier altijd terug.” De glazen poortjes van metrostation Koning Boudewijn zwaaien open, ons verlangen duwt ons de ondergrond in.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni