Poetry: De verborgen schoonheid van ons dagelijkse leven

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
25/10/2010
Made in Korea: in de filmwereld is het een kwaliteitslabel geworden met dank aan Park Chan-wook, Bong Joon-ho, Kim Ki-duk maar ook voormalig schrijver en minister van Cultuur Lee Chang-dong. Hij tekende voor een van de beste en meest subtiele films die dit jaar naar een Gouden Palm dongen: Poetry. Een gesprek over poëzie, alzheimer en het nakende einde van cinema.

Een wat excentrieke oma staat heel alleen in voor de opvoeding van een kleinzoon die zich misdraagt. Ze merkt dat ze wat vergeetachtig wordt en schrijft zich in voor een cursus poëzie in het buurtcentrum. Het gaat haar niet af. Wat je diep vanbinnen voelt en ziet onder woorden brengen, is moeilijk. Wat baten bovendien mooie woorden als de werkelijkheid zo prozaïsch is?

Wanneer haar inwonende puber betrokken raakt bij een schandaal wordt ze onder druk gezet om de familie van het slachtoffer te vergoeden. Alsof geld voor alles de oplossing is. Wie alvast geen enkele moeite heeft om zich in film uit te drukken is regisseur Lee Chang-dong. Poetry is én een raak geobserveerd portret van een oma én een melodrama dat enkele kwalen van de moderne maatschappij aankaart én een oprechte, allesbehalve zweverige ode aan de poëzie. De stijl is bedrieglijk eenvoudig. Sommige finesses vat je pas dagen na de vertoning.

Een vertrekpunt voor de film was de zelfmoord van een jong meisje dat de aandacht van de kranten trok. Wat zag u in die zaak?
Lee Chang-dong:
Ik was op een vreemde manier ontroerd toen ik over de zaak in de krant las. Er zijn veel gelijksoortige verhalen. Ik kan niet goed uitleggen waarom ik over dit geval een film wou maken. Ik wist ook niet goed hoe ik eraan beginnen moest. Gelukkig kwam ik op het idee om het ook over poëzie te hebben en van de oma van een van de daders het hoofdpersonage te maken. De oma is niet meer van de jongste maar begint toch nog met poëzie. Dat wil zeggen dat ze bijzondere aandacht heeft voor de betekenis van de woorden. Tegelijkertijd heeft ze alzheimer, een voorafspiegeling van de dood. Ze vergeet dus ook de betekenis van de woorden. Die paradox intrigeert me. Enerzijds lijdt ze onder de situatie met haar kleinzoon en ervaart ze schuldgevoelens, anderzijds waagt ze zich aan poëzie en zoekt ze naar de schoonheid rondom haar. Dat inwendige conflict boeit me zeer.

Misschien was u gefascineerd door de corruptie?
Chang-dong:
Ik heb er géén aanklacht tegen corruptie van willen maken. Ik wil de link tonen tussen ons dagelijkse leven en ethiek en moraal. We denken te gemakkelijk dat we goed bezig zijn zolang we zelf geen zonden begaan. Zo simpel is het niet. Jouw leven is gelinkt aan het leven van anderen én dus soms ook aan het lijden van anderen. In de proloog zie je op de tv-beelden in het ziekenhuis een Palestijnse moeder huilen om het verlies van haar kind. We denken dat we daar niets mee te maken hebben, dat we veilig zitten in het Westen of het Oosten. Maar ons dagelijkse leven zit vol verborgen leed. Alleen zie je het niet, zoals je ook niet ziet dat er water- en elektriciteitsleidingen onder je huis lopen.

Laat poëzie zich makkelijk omzetten in film?
Chang-dong:
In een film over poëzie zijn de gelaagdheid en de structuur van het beeld uiteraard belangrijk. Voor mij is poëzie niet alleen het bezingen van een mooie bloem. Poëzie gaat ook over schoonheid en troost vinden in pijnlijke momenten. Ik wou met andere woorden geen film die volledig opgetrokken was uit zogenaamde mooie plaatjes. Net zoals ik ook geen opeenvolging van pijnlijke of provocerende beelden wou. Cinema moet niet noodzakelijkerwijs mooi of spectaculair zijn. Ik zoek in mijn films naar de verborgen schoonheid in ons dagelijkse leven, naar het tragische of het extatische in het banale.

Ik schreef boeken. Misschien sta ik daarom dichter bij poëzie dan mijn Koreaanse collega's. Maar ik beschouw poëzie niet als een zuiver literair genre. Ik zie het meer als een kunstvorm, als iets wat we strikt genomen niet nodig hebben. Poëzie heeft geen monetaire waarde. Dat betekent niet dat poëzie geen waarde heeft. Helaas verliezen we die waarde steeds meer uit het oog. Poëzie is stervende. Sommigen beweren zelfs dat poëzie lang geleden gestorven is.

De helft van wat de poëzieleraar zijn leerlingen in de film vertelt zou een filmleraar ook kunnen vertellen.
Chang-dong:
Dat is juist. Intens naar de dingen kijken is de gave van de dichter maar ook filmregisseurs kunnen er maar beter goed in zijn. Goed kunnen kijken is trouwens ook geen luxe voor de toeschouwer. De dag van vandaag vind ik dat te weinig films je helpen om met andere ogen naar de wereld te kijken. Veel films staan een blik op de werkelijkheid zelfs in de weg.

Fictie vertelt via leugens de waarheid. Jammer genoeg zijn er veel films die het publiek voorliegen en geen enkele waarheid reveleren. De leugen is geen middel meer om een doel te bereiken. Het publiek gaat niet meer naar de bioscoop om waarheid te vinden. De toeschouwer gaat steeds vaker uitsluitend naar de bioscoop om de werkelijkheid te vergeten. Het gaat enkel nog om de prikkel, om het entertainment. Dat soort films zijn ook nodig. Alleen komen de films die iets over de werkelijkheid vertellen wel erg in de verdrukking te staan. Daarom zie ik de toekomst zo somber in. Ik wil films maken die dicht bij de mensen staan en die je niet vergeet zodra je de zaal uit bent. Maar ik kan me maar niet bevrijden van het nare gevoel dat ik mijn lot verbonden heb aan een uitstervend soort cinema.

Hoe valt uw pessimisme over de toekomst van cinema te rijmen met uw baan als docent op een filmschool?
Chang-dong:
Op school doceer ik hoe je filmt maar ook hoe je naar het leven kunt kijken of hoe je mensen kunt begrijpen. Ik leer de studenten om vertrouwen te hebben in hun werk. Maar soms ben ik bang dat cinema een leugen is. Veel professoren hebben dat gevoel. Je moet de studenten een vak leren maar je weet dat ze het ontzettend moeilijk zullen hebben om dat vak ook uit te voeren. Hun studie zou nutteloos kunnen zijn. Ik besef dat dit een zeer deprimerend gesprek is. (Lacht)

Bent u depressief?
Chang-dong:
Al jaren! (Lacht)

Maar u ploegt voort.
Chang-dong:
Dat weet ik zo nog niet (lacht). Als poëzie uitsterft dan kan ik nog altijd op mijn eentje gedichten schrijven. Meer dan een pen heb ik niet nodig. Cinema is een ander verhaal. Je hebt geld en de hulp van anderen nodig om een film te kunnen maken.

info: KR, 140 min
regisseur: Lee Chang-dong
cast: Yoon Jeong-hee
wanneer: in de zalen vaaf 27/10/2010

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni