Joe Jackson staat scherp, 40 jaar na Look sharp!

Tom Peeters
© BRUZZ
14/04/2019

Veertig jaar na zijn snedige debuut blikt Joe Jackson tijdens de Four Decade Tour terug op zijn carrière, maar niet zonder er met Fool een nieuw hoogtepunt tegen aan te gooien. “Een lach – of het nu een bulder- of een monkellach betreft – is mij altijd veel dierbaarder geweest dan een kwaaie blik.”

De vinnigheid van zijn new-waverige eerste platen gecombineerd met de meer klassieke en gesofisticeerde popsensibiliteit van zijn bekendste werk uit de jaren 1980: het leverde Joe Jackson (64) ook in de tweede helft van zijn carrière nog een handvol prima platen op. Op zijn twintigste album, Fool, past de klassiek geschoolde Britse zanger en pianist de succesformule nog beter gedoseerd toe, soms binnen eenzelfde nummer. Dat wil niet zeggen dat het de zanger die doorbrak met de meezinger ‘Is she really going out with him?’ geen goed heeft gedaan om tussen zijn toegankelijke popplaten door het hele muzikale speelveld te verkennen, van klassiek tot swingjazz. Beethoven en Duke Ellington blijven zijn muzikale helden.

“Ooit hoorde ik de grote Leonard Bernstein spreken over de negende van Beethoven,” vertelt hij. “Hij zei dat ze op meesterlijke wijze toegankelijk is zonder banaal te klinken. De muziek van Ellington had precies dezelfde aspiraties. Daar trek ik me aan op, want het is ook mijn betrachting. Tegelijk is het de kunst om niet trendy te willen zijn. Daarom zijn mijn liedjes nooit specifiek of concreet. Iedereen moet er zich in kunnen herkennen, ook over veertig jaar nog. Als je daarnaast jezelf niet te serieus neemt, een houding die ik deel met de punkgeneratie, maar je muziek wél, dan heb je de belangrijkste redenen waarom ik hier na veertig jaar nog steeds zit.”

De kunst is om niet trendy te willen zijn

Joe Jackson

“Am I out of time, or out of place?” vraag je je af op ‘Strange land’. Het verstrijken van de jaren heeft wel een impact gehad?
Joe Jackson: Ja, natuurlijk. Ik ben nu 64 en kan niet meer doen alsof ik 23 ben, de leeftijd die ik had toen ik de liedjes voor Look sharp! schreef. Ik ga het ook niet krampachtig proberen, zoals ik generatiegenoten weleens zie doen. Gelukkig heb ik niet het gevoel dat ik over mijn hoogtepunt heen ben. Ik heb veel meer ervaring dan toen mijn muziek in de nadagen van de punkgolf werd opgepikt. In ‘Strange land’ kijk ik eigenlijk terug op mijn tijd in New York, de stad die ik een dikke tien jaar geleden inruilde voor Berlijn. Ik ga er nog steeds graag op bezoek, maar voel me er vervreemd. Het vertrouwde is weg. Het heeft niet zozeer met nostalgie naar een vervlogen tijd te maken. Door ouder te worden voel je veranderingen in je omgeving gewoon veel sterker. Als ik me afvraag “Is this a strange land / Or am I the stranger?” heb ik het dus in de eerste plaats over mijn eigen vervreemding.

1657 Joe Jackson Fool

| Ik neem mezelf niet te serieus, een houding die ik deel met de punkgeneratie

Tegen die vervreemding liep je ook vroeger al aan. In het Portsmouth van je jeugd bijvoorbeeld, toen men je nog aansprak met je doopnaam David en je dus een van de vele Daves was. Maar zelf bleek je toch niet zo’n everyman te zijn als je in ‘Dave’ beschrijft.
Jackson: Nee. Maar het is waar: iedereen in Portsmouth leek wel Dave te heten. Al die Daves bleven, liever dan grote dromen na te jagen, hun hele leven op vertrouwd terrein, waar iedereen hen kende en hun geen verrassingen te wachten stonden, een gedachte waar ik toen al van huiverde. ‘Dave’ is losjes geïnspireerd op iemand die ik jaren geleden in een pub in Portsmouth ontmoette. Hij had een jobaanbieding gekregen uit Duitsland, maar kreeg al heimwee door er gewoon aan te denken. In de tekst heb ik er Spanje van gemaakt, omdat dat beter uitkwam voor het rijm. (Lacht)

Je voelde je eerder een Joe dan een Dave?
Jackson: Joe was mijn bijnaam in mijn jeugd. Iemand is me zo ooit beginnen noemen, naar Joe 90, een marionet uit een sciencefictionreeks op tv. Met zijn grote brillenglazen en geeky voorkomen was hij een soort van teenage genius, waarmee ik niet gezegd wil hebben…

Ik vond het grappig hoe ik bij mijn debuut getypecast werd als angry young man

Joe Jackson

Grappig, op Wikipedia staat: “Op veel Britse scholen werden kinderen die behoorlijk bijdehand (en niet echt geliefd) waren Joe 90 genoemd.”
Jackson: (Lacht) Uiteindelijk heb ik op mijn twintigste mijn naam alsnog officieel veranderd in Joe. Daves waren er genoeg. Toch keer ik graag terug naar Portsmouth, zoals ik vroeger al beschreef in ‘Home town’. Dat was pas een nostalgische song, zoals ik er bewust niet al te veel schrijf. Uiteindelijk vraag ik me in ‘Dave’ af of heel je leven op dezelfde plek blijven toch niet gewoon beter is dan van hier naar daar te rushen. Ik zou het niet gekund hebben, want ik had andere interesses dan mijn leeftijdsgenoten in de culturele woestijn die Portsmouth was. Op jonge leeftijd nam ik er al vioollessen om te ontsnappen aan de sportklas. Maar toen ik op mijn zestiende klassieke muziek ging studeren aan de Royal Academy of Music in Londen voelde ik me evenmin thuis. Daar kwam de working-class Portsmouther plots in me naar boven en vond ik dat mijn klasgenoten zichzelf veel te serieus namen. Daarom was de punkgolf, die toen voorbij raasde, zo’n verademing. Ik herkende ook direct de humor erin. Die vond meteen zijn weg naar mijn liedjes, die toen erg satirisch en sarcastisch waren. Joe Strummer heeft me eens verteld dat ze bij het schrijven van teksten voor The Clash vaak gewoon dubbel lagen. Toen journalisten die teksten dan later serieus namen lagen ze dubbel dubbel.

Waarmee we beland zijn bij het sleutelthema van je nieuwe plaat: humor. Maar werd je vroeger niet eerder getypeerd als een kwaaie dan als een grappige jongen?
Jackson: Ik vond het vooral grappig hoe ik bij mijn debuut getypecast werd als angry young man. Ik stelde me er een personage van Monty Python bij voor, iemand die kwaad wakker werd en nukkig zat te ontbijten. Een lach – of het nu een bulder- of een monkellach betreft – is mij altijd veel dierbaarder geweest dan een kwaaie blik. Ik vind ook dat je met alles moet kunnen lachen, omdat het de vinger vaak op een zere plek legt. Alle politieke correctheid ten spijt, de belangrijkste troef van een grap is dat ze voor niemand respect hoeft te hebben. Daarom is de nar de held van de plaat geworden: hij kon en mocht iedereen te kijk zetten, ook de koning, en de waarheid verpakken in een mop. Zo was het bij Shakespeare en zo zal het altijd zijn. Zeker als je ouder wordt en meer tragedies om je heen ziet, wordt humor een nog belangrijker wapen. Verlies je je zin ervoor, dan is het voorgoed gedaan.

> JOE JACKSON. 15/4, 20.00, Ancienne Belgique

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni