tUnE-yArDs breekt uit de slaapkamer

Tom Zonderman
© Agenda Magazine
01/06/2011
Merrill Garbus alias tUnE-yArDs blikte haar eerste plaat in met een goedkoop dictafoontje. Voor opvolger "w h o k i l l" trok ze naar een echte studio. “Soms moet je een stuk van jezelf afvallen om een ander deel meer plaats te geven."

De aparte typografie die ze hanteert voor haar bandnaam, song- en albumtitels zegt het meteen: Merrill Garbus springt graag uit de band. Alleen al die woorden op je toetsenbord er vlot laten uitvloeien vergt meer inspanning dan gewoonlijk. "Het was eigenlijk een goedkoop trucje om aandacht te krijgen op mijn MySpace-pagina," zegt Garbus met een grote smile. "Ik wilde dat mensen me niet zomaar zouden afdoen als de zoveelste singer-songwriter of folkie. Goed, wat mij vooral interesseert is die extra betrokkenheid, je moet moeite doen om mijn naam te schrijven. Sommigen worden er pisnijdig van, omdat ze de shift-toets of de spatiebalk moeten gebruiken. Die frictie vind ik leuk."

Garbus' ogen glinsteren. De kleurige warpaint die ze vaak tijdens optredens draagt, laat ze achterwege in de lobby van het Brusselse hotel waar we elkaar ontmoeten, maar strijdvaardig is ze zeker wel. "Ik wil niet aan een bepaald beeld moeten beantwoorden, dan voel ik mij gevangen. Daar gaat 'Bizness' over: het worstelen met een identiteit die je opgeplakt wordt, zoals nu met tUnE-yArDs. Daar heb ik het lang moeilijk mee gehad, want muziek is net een manier om mij te bevrijden."

De auto als opnamestudio
De 31-jarige Californische gaf twee jaar geleden met haar debuut BiRd-BrAiNs de term lofi een nieuwe, nog radicalere invulling. Met een goedkope dictafoon nam ze ongepolijste songs op in haar slaapkamer, voor de "harde" stukken zocht ze de gedempte knusheid van haar auto op - om haar buren niet te veel te storen. Ukelele combineerde ze met krakkemikkige drums en musique concrète, maar vooral haar stem maakte indruk, zacht en troostend of hard uithalend. Die ruwe opnames bewerkte ze met shareware, gratis downloadbare software. Aanvankelijk bracht ze die uit op gerecycleerde cassettes. Het hele idee kwam niet zomaar ondoordacht aanwaaien. "Mijn muziek klinkt misschien imperfect, maar ze moet wel beantwoorden aan mijn eigen idee van perfectie."

Garbus werd hét voorbeeld van de slaapkamerartiesten, daarnaartoe gelokt door nieuwe technieken en beperkte opnamebudgetten. Maar Garbus wilde niet gebonden zijn en die Dogma-achtige aanpak vond ze uiteindelijk te beperkend. Ze tekende bij het prestigieuze Britse indielabel 4AD (The National, Bon Iver), verhuisde voor w h o k i l l naar een professionele studio, en riep de hulp in van een bassist en een blazerssectie. "Met een dictafoon werken gaf me veel vrijheid, maar het was ook een traag en omslachtig proces. Mijn plan was om bij mijn tweede album naar de studio te trekken, en dan alles weer door de lofimolen te halen. Ik wilde het slecht doen klinken. Wat een idioot idee!" Ze besefte net op tijd dat een heldere klank de songs meer ruimte zou geven.

Centraal-Afrikaanse jodelklanken
Garbus' ouders zijn folkmuzikanten. Je zou haar eigen muziek postmoderne folk kunnen noemen, maar dat klinkt bijzonder onfris. Wereldmuziek van de 21ste eeuw bekt al wat beter. Haar songs zijn tegelijk heel eigentijds en een blik op de muziekgeschiedenis. Beats leent ze van hiphop en dub, baslijnen verwijzen naar jazz en funk, ritmes komen overgewaaid uit Afrika en de Caraïben, exotische muziek die samen met doowop en reggae haar stem kneedde.

Net als Nina Simone, een van haar grote voorbeelden, zingt Garbus niet op een typisch vrouwelijke manier, maar met veel kleur en diepe, zwarte power. "Het krachtige wordt nog krachtiger als je het contrasteert met iets zachts en kleins. Ik heb veel theaterwerk gedaan waar je constant een andere stem moet vinden, een andere textuur. Zingen deed ik al van toen ik klein was. Vooral in koren. Klassieke en renaissancemuziek, madrigalen. Ik heb zelfs wat opera gedaan. Maar tegelijkertijd luisterde ik ook bijvoorbeeld ook naar Bulgaarse of Georgische gezangen. Alle soorten stemmen spreken mij aan, als er maar geen masker op zit."

In haar stem hoor je vooral veel Afrikaanse invloeden. "Ik heb Swahili gestudeerd en ben als student zes maanden naar Kenia getrokken. Ik vond de westerse muziek altijd te beklemmend, ik hoorde mezelf er niet in. In Afrika leerde ik tarab-muziek spelen en luisterde ik naar pygmeeënmuziek waarvan ik de woorden, het ritme noch de toon begreep - dingen die wij in het Westen niet als mooi ervaren omdat we een andere definitie van schoonheid hebben. Plots had ik al die nieuwe mogelijkheden en dat voelde als een bevrijding. Hun muziek is bovendien erg lichamelijk, dat was overrompelend."

Powa, gangsta, killa
Door de inbreng van bassist Nate Brenner is Garbus' krakkemikkige klankpalet minder robuust geworden. In 'My country' duelleren venijnige synths met krolse blazers en een funky bas. 'Bizness' rijmt pop met de zweterige afrofunk van Fela Kuti, terwijl tegendraadse gitaren schuren tegen Centraal-Afrikaanse jodelklanken. 'Wooly wolly gong', een verontrustend slaapliedje, zingt ze hoog en troostend, terwijl ze 'Gangsta' brengt met de flair van een venijnige rapper.

Buiten een loopje nemen met de typografie doet Garbus iets vreemds met haar uitspraak. Songtitels zijn verbasterd, woorden worden klanknabootsingen. "Ik ben nogal geïnteresseerd in taal en hoe woorden opgepikt worden in andere talen. Hoe 'taxi' in Kenya 'taksi' wordt bijvoorbeeld. Ik heb een tijdje in Montreal gewoond. Daar zeggen ze onder invloed van het Engels 'bienvenue', terwijl het in Parijs als 'de rien' klinkt. 'Gangsta' is ook niet hetzelfde als 'gangster', en 'powa' is iets anders dan 'power'. Het maakt het abstracter. Mensen vinden het vervelend, het klopt niet dat een blanke dat woord in de mond neemt. Net als in de muziek wil ik ook daar de dingen herdefiniëren."

Politieke ondertoon
Verwijzingen naar gangsters, rellen en de haat-liefdeverhouding met haar thuisland in 'My country': w h o k i l l heeft een politiek kantje. Vooral dat ene zinnetje "there's a freedom in violence that I don't understand" uit het nummer 'Riotriot' blijft hangen. "Ik ben een paar jaar geleden in mijn eigen buurt met geweld geconfronteerd toen de politie een ongewapende Afro-Amerikaan neerkogelde in de metro. De politieman kwam er met een lichte straf vanaf, waarna er rellen uitbraken en alles aan gort geslagen werd. Waarom willen mensen hun eigen gemeenschap ten gronde richten? Is het een soort vrijheid, een bevrijding van hun frustraties? Pas op, ik veroordeel geweld, ik wilde het alleen begrijpen."

Dat idee van geweld trok Garbus door naar haarzelf: killing a part of yourself in order to make another one grow. "I'm a new kinda woman" klinkt het gelouterd in afsluiter 'Killa'. "Ik heb de laatste jaren heel wat beslissingen moeten nemen - tekenen bij een platenfirma bijvoorbeeld, en deel worden van de muziekindustrie, daar heb ik lang over zitten piekeren. Maar als je je daar schuldig over voelt, doe je jezelf geweld aan en dat wil ik niet. Ik wil niet met spijt leven, want dan leef je in het verleden. Daarom vond ik het belangrijk om dit album anders aan te pakken. Ik voelde mij soms het slachtoffer van de mening van anderen. Dit is een manier om te zeggen: screw you als je mij en mijn keuzes wilt beoordelen."

uur: 20.00 uur
tickets: UITVERKOCHT

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni