Whispering Sons: de nieuwe Brusselse new-wavehelden

Tom Peeters
© BRUZZ
18/10/2018

“Mijn zwarte broeken lagen allemaal in de was,” knipoogt Whispering Sons-zangeres Fenne Kuppens naar haar optreden in wit kostuum op Pukkelpop. Na die thuismatch vormt de nieuwe thuisbasis Brussel de ideale locatie voor het kwintet met Limburgse roots om hun debuut over vervreemding in de grootstad voor te stellen.

De muziek van Whispering Sons lonkt naar de new wave uit het begin van de jaren 1980. Zo schurkt de nieuwe single ‘Alone’ openlijk aan tegen het zwartjassengeluid van Sisters of Mercy dat opgang maakte in die vermaledijde crisisjaren, waarin de ene regering Martens de andere in ijltempo opvolgde en, internationaal, Maggie en Ronnie de arbeidersklasse de crisis lieten uitzweten. Het goede nieuws is dat het rockkwintet met roots in Helchteren, Zolder, Heusden, Alken en Beverlo dat met zoveel passie doet dat we er, kop in kas en de ogen naar de tippen van onze schoenen gericht, niet bij stil kunnen blijven staan. En we zijn niet alleen, zo merkten we in augustus in een volle Pukkelpop-tent.Op weg naar het interview met de voormalige Rock Race- en Rock Rally-winnaars in hartje hoofdstad halen we – het kan geen toeval zijn – een vakbondsbetoging in. “Maar,” zo zegt gitarist Kobe Lijnen ons meteen, “zoals Fenne (Kuppens) het vroeger al verwoordde, bij ons geldt: ‘the personal is political.’” En zo schetst hij meteen het tweede raakvlak van de band met hun new-wavehelden: dat het bij hen gaat over politics of the mind, over zich niet helemaal thuis voelen in deze maatschappij.

1634 Whispering-Sons

“Ik schrijf niet bewust over dezelfde thema’s als die donkere eighties-groepen,” zegt de zangeres zelf. “Maar ik ben ook een observator en ik deel hun gevoel van isolement. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de huidige tijdgeest, die de oude weer oproept. Sinds we met z’n allen in Brussel wonen, is dat gevoel alleen maar versterkt. Onze ep Endless party (2015) was al vanuit een vrij claustrofobisch standpunt geschreven. Toen we naar Brussel verhuisden, dachten we de dynamiek van de grootstad op te zoeken en iets meer licht binnen te laten. Toch bleven mijn teksten heel fel naar binnen gekeerd.” Kuppens haalt de tracks ‘Got a light’ en – het antwoord daarop – ‘No time’ aan, nummers over hoe je, perplex door de keuzemogelijkheden en de anonimiteit van de grootstad, er maar niet in slaagt te communiceren en dan maar weer in je vertrouwde rol van observator (en niet van participant) kruipt. Haar lage stemregister is op maat van die outsiderblik. “Vroeger zong ik hoger, maar moest ik te veel focussen op toonvast zingen, waardoor ik minder emotie in mijn stem kon leggen en me niet zo comfortabel voelde op de scène.”



Vleselijk stilleven
“Door in een massa te zitten, voel je je net vaker alleen dan wanneer je in een kleinere gemeenschap leeft,” verduidelijkt Lijnen nog. “Ik denk dat dat een groot effect heeft gehad op de muziek en op de plaat.” De gitarist leerde door zijn master Geografie aan de VUB de hoofdstad als eerste bandlid kennen. “Toen we ons inschreven voor de Rock Race (een rockconcours voor in Brussel studerende muzikanten, tp), was mijn master onze enige link met Brussel,” geeft hij toe. “Maar het zorgde er wel voor dat ook de anderen de smaak van de stad te pakken kregen.” Voor de groep werd het zelfs de productiefste periode uit hun nog prille bestaan. “We werden op basis van één song geselecteerd, maar we hadden geen andere nummers,” vervolgt Kuppens. “Tussen de eerste voorronde en de finale zijn we in actie geschoten, want we beseften dat dit misschien iets was waar we verder in wilden gaan.” De deelname en verrassende winst in Humo’s Rock Rally (2016) bracht alles in een stroomversnelling. “Zo hebben we het jeugdhuizencircuit kunnen overslaan,” zegt Lijnen. “We kregen meteen de kans om iets grotere clubshows te spelen.”

In een massa voel je je vaker alleen dan in een kleinere gemeenschap

Kobe Lijnen

De Humo-cheque bekostigde ook het debuutalbum Image, dat de band in januari opnam met producer Micha Volders in de GAM Studios in Waimes. “We hebben onze tijd genomen, er eerst voor gezorgd dat het team rondom ons sterk genoeg was. Een label zochten we pas toen de plaat af was,” zegt Kuppens. Niet dat de band veel aan de mouw werd getrokken. “Niemand wilde ons,” is ze eerlijk. “Omdat onze singles nooit veel airplay kregen, is het nu wel spannend,” zegt Lijnen. “Maar die tien dagen in een ingesneeuwde, niet al te fancy studio in de Ardennen nemen ze ons niet meer af. De opnames hebben het groepsgevoel versterkt, en het lag ons om met de beperkingen van de studio iets moois in elkaar te knutselen.”

Het nogal... euh... vleselijke stilleven op de hoes – van de Gentse kunstenaar Flor Maesen. De Twin Peaks-knipoog (“they move so slowly when they are not afraid”) op ‘Alone’. De ambivalentie tussen Image en de afsluitende song ‘No image’, die plots een piano opvoert en reflecteert over de verwachtingspatronen waaraan deze generatie twintigers moet voldoen. Het draagt allemaal bij tot de vervreemding van deze fluisterende zonen met een frontvrouw die er niet aan denkt om zich “iets vrouwelijker te kleden zodat de mensen doorhebben dat ik geen jongetje ben dat aan het zingen is. Laat ze maar speculeren.”

> Whispering Sons. 20/10, 20.00, Ancienne Belgique

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni