Baloji zet zoektocht naar Afro-Europese identiteit verder

Pierre De Decker
© Agenda Magazine
17/02/2010
Op zijn nieuwe album Kinshasa Succursale schetst Baloji een cru en klaar beeld van vijftig jaar Congo en zijn eigen leven als zelfverklaarde "Afropéen" tussen Luik en zijn geboortestad Lubumbashi in.

Baloji Tshiani, geboren in 1978 na een slippertje van een Congolese zakenman met een meisje van vijftien, belandt als vierjarige uk in België. Na een heftig leven als slechte student, straatboefje en sans-papiers, scoort hij als MC Balo met de Luiks rapgroep Starflam. In 2007 gaat hij solo. Op zijn debuut Hotel Impala bezingt hij zijn Congolese roots.

Voor zijn nieuwe plaat trok Baloji naar Kinshasa. Hij werkte er samen met Konono N°1, La Chorale de la Grâce en de Fanfare La Confiance. Geruggensteund door het strak spelende L'Orchestre de la Katuba onder leiding van bassist Didier Likeng, bekend van Zap Mama, steekt hij de songs van zijn debuut in een nieuw kleedje, aangevuld met nieuw materiaal.

"De titel staat voor bijkantoor, la succursale kinoise zeg maar van Hotel Impala," zegt de boomlange woordkunstenaar, die vlekkeloos Afrikaanse rap, reggae, rock en rumba verbindt met soukous, mutuashi, funk en afrosoul. "Voor het optreden in de AB brengen we drie blazers en dansers mee, beloofd."

"Dit is geen wereldmuziek, dit is muziek van bij ons," stel je onomwonden.
Baloji:
Ik kom uit een cultuur van urban music, wat eigenlijk bastaardmuziek is omdat ze bestaande samples uit de funk, jazz en soul vermengt. Maar ik wilde te werk gaan zoals Amerikaanse rappers: door de muziek van je ouders te samplen, ga je terug naar wie je was.

Collega's wezen me op mijn eigen rijke muzikale hinterland. Luister maar naar de kruisbestuiving tussen Fela Kuti en James Brown. Die uitwisseling en re-adaptatie van Amerikaanse en Europese muzikale codes op zijn Afrikaans is al even aan de gang. Maar het is ook een woordspelletje, alle muziek is tenslotte wereldmuziek.

Hoe kwam je erbij dat idee toe te passen op je eigen plaat?
Baloji
: In 2008 speelde ik op uitnodiging van de KVS een concert in Kinshasa en ontmoette er artiesten waar zij al een tijd mee samenwerkten. Een nieuwe lezing van Hotel Impala leek me interessant.

Ik was ook geïnspireerd door Nite versions van Soulwax, een clubversie van hun rockplaat Any minute now. Dat vond ik een originele en verfrissende invalshoek. Ik heb met Didier Likeng en Cyril (Harrison, de technicus die ook Hotel Impala opnam, pdd) een mobiele studio gehuurd. Binnen de week hadden we een mix van oude en nieuwe nummers klaar.

De cd klinkt heel erg live en direct.
Baloji
: We hebben alle muziek in één take opgenomen. Als iemand een foutje maakte, begonnen we opnieuw. Heel erg jaren 1960 en '70. Je leeft heel erg in het moment.

Je laat veel ruimte aan achtergrond- en antwoordzang, marimba, blazers en gitaren.
Baloji
: Bij de Toearegs, bij Ali Farka Touré in Mali, in Zuid-Afrika, overal is gitaar hét instrument. De gitarist is de orkestleider, niet de zanger. Gek genoeg verbindt mijn generatie die gitaar met blanke muziek, met rock. Die confrontatie en het zich opnieuw toe-eigenen van een instrument dat zo wezenlijk deel uitmaakt van onze cultuur is boeiend.

Ik wilde ook de traditionele verhalen zingende griots inpassen en een staalkaart tonen van de mengvormen van Congolese muziek van de laatste vijftig jaar. Centraal-Afrika beïnvloedde Cuba en Brazilië en omgekeerd. 'Indépendance cha cha' uit 1959 (een cabareteske oproep van zanger Joseph Kabasele voor politieke eenheid na de onafhankelijkheid, pdd) klinkt als Tino Rossi maar is ook een imitatie van de toen populaire Zuid-Amerikaanse dans chachacha.

Hoe keken de muzikanten tegen jouw project aan?
Baloji
: Ze hebben veel respect, denk ik. Artiesten nemen ginder zelden een standpunt in, ze zingen vooral over liefde, seks en drank. Mensen met een uitgesproken mening komen nauwelijks aan bod. Er is veel censuur en druk van media en sponsors. Het feit dat ik wel een standpunt durf in te nemen en dat ook kan omdat ik tussen twee stoelen zit, bevalt hen.

'Tout ceci ne vous rendra pas le Congo', een symboolnummer voor Hotel Impala (over broedermoord, Mobutisme, NGO-neokolonialisme en het leegplunderen door het Westen van de rijke Congolese ondergrond, pdd) stond oorspronkelijk niet op mijn lijstje. Maar de mensen ginds wilden dat lied absoluut doen, ze vonden zich perfect in het sloganeske verslag van die song.

Wat betekent dat nog niet veel veranderd is.
Baloji
: Niet echt, nee.

Vanwaar jouw interesse voor politiek?
Baloji
: Ik kan niet onverschillig blijven. De balans is dramatisch. Maar je moet de dingen in perspectief zien. Congo is een soevereine staat van net geen vijftig jaar, een groeiland dat 82 keer zo groot is als België. De eerste verkiezingen dateren van drie jaar terug, het land ontdekt de democratie. België komt toch ook van ver? Het stemrecht voor vrouwen kwam er pas in 1948. Het is zoals ik zeg: "Le passé est chargé, le présent est à court de batteries, mais le futur a des réserves sur le sort de ma patrie."

Vrees je geen problemen met de overheid? President Kabila was naar verluidt ontstemd over het fotoboek Congo (belge) van Carl De Keyzer, en Karel De Gucht, Europees Commissaris voor Handel, mag omwille van zijn controversiële uitlatingen het land niet in.
Baloji:
Het probleem is dat De Gucht niet helemaal ongelijk heeft, het is belangrijk dat Congo dat aan zichzelf toegeeft. Maar niet alles wat hij zegt, klopt. De waarheid ligt zoals vaak in het midden. Of ik visaproblemen krijg? Het is een risico. Ik schets een veelzijdig beeld van Congo, oké. Maar dit is vooral een muzikale reis, ik heb geen politieke roeping.

Wanneer ga je er nog terug?
Baloji
: We gaan toeren in mei, we spelen in Kinshasa, Kisangani en Lubumbashi. Dat zal een intens moment zijn!

Komen je ouders kijken?
Baloji
: Ik weet het niet. De relaties zijn wat bekoeld na Hotel Impala. Misschien heb ik wel te veel verteld over hun leven, de keuzes die ze maakten, hun ouder-kindrelatie, de moeilijkheid van het leven.

Waarom hebben ze jou eigenlijk Baloji genoemd? Dat betekent 'tovenaar' in het Tshiluba.
Baloji:
Het is een hommage aan iemand die de familie geholpen heeft, die had Baloji als familienaam. In Afrika staat een tovenaar voor het kwade. Dat is de duivel, zoals Lucifer in Europa. Die vrees en mijd je, want hij brengt ongeluk. Maar zij hebben me die naam gegeven, dus daar moet ik het mee doen. Vandaar die eerste woorden in 'Karibu ya Bintou': "Tu dois accepter ton nom, c'est Baloji, il a la force que tu veux bien lui donner."

:: Baloji
wanneer: 20 februari 2010 om 20.00 uur
waar: Ancienne Belgique, Anspachlaan 110, Brussel - 02-548.24.24 - info@abconcerts.be
inkom: 16 / 19 euro

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni