Bronksfestival: Ikke-roes

Michaël Bellon
© Agenda Magazine
05/11/2004
Het dertiende Bronksfestival brengt premières en hernemingen van eigen jeugdproducties, maar ook gastvoorstellingen uit binnen- en buitenland, poppentheater en workshops. Dat alles op zes verschillende lokaties in de stad. Zo staat de première van 'Ikke-Roes' op het programma in De Munt. Een mooi gecomponeerd eindwerk van twee regisseurs die dit jaar afstuderen aan het Rits.
Katleen Geens en Geert Vandyck zijn twee laatstejaarsstudenten dramatische kunst, afdeling regie van het Rits. Dat ze tijdens de lessen al altijd tot elkaar veroordeeld zijn, vinden ze duidelijk niet zo erg. Bij hun docenten bedongen ze het voorrecht om hun eindwerk samen te mogen maken. Normaal moesten ze met beroepsacteurs aan de slag, maar omdat ze voor deze Bronks-productie echt alles zelf doen - schrijven, regisseren en spelen - werd er een uitzondering gemaakt. Vandyck: "Vorig jaar waren we wél verplicht om iets samen te maken en het klikte meteen. We hebben zowat dezelfde visie op theater. Bronks is naar ons project komen kijken (2SKIN, onder andere te zien op het ITS-festival, red.), en nu mogen we iets voor hen maken."

Dat ze de tekst voor Ikke-Roes samen schreven, is erg letterlijk te nemen. "We zaten elk achter onze eigen computer en zonden elkaar tekstjes door. Op het moment dat je een tekst van de ander kreeg, was hij van jou en mocht je er mee doen wat je wilde. Paul Pourveur die ons wat begeleidde, had dat systeem bedacht en we hebben het toch een paar weken volgehouden. Daarna zijn we wel beginnen bellen en msn'en om te discussiëren," geeft Geens toe. "Het was een moeilijke maar boeiende periode."
Ikke-Roes - een titel die de mythische figuur Icarus in herinnering brengt - gaat over Jefke en Lena, die elkaar regelmatig ontmoeten in een boomhut. Ze zijn buren, precies even oud en beiden een beetje 'zweverig'. Bijna letterlijk zelfs. Jefke ziet zichzelf als Superman. Dat geeft het stuk actualiteitswaarde, maar dat is toeval. Vandyck: "De teksten waren al af toen Christopher Reeve stierf, maar we hebben ze achteraf wel nog aangepast. In mijn jeugd was ik zoals elke jongen al ongelooflijk bezig met het heldendom. Je wilde de held zijn, maar je eindigde als pantoffelheld."

Fout meisje
Jefke krijgt in de loop van het stuk regelmatig flink wat klappen. "Hij vindt zichzelf een superheld omdat hij geweld 'incasseert' en het dus 'opslorpt'. Hij denkt daarmee de wereld te kunnen helpen, maar hij heeft zijn redenering vooral nodig om te kunnen overleven. In zijn boomhut is er niemand die zijn fantasiewereld kapot maakt, behalve Lena die af en toe binnen komt gewandeld en alles ondermijnt wat hij zegt." Geens: "Lena is een beetje het clichébeeld van het foute meisje dat heel graag een engeltje of een feetje wil zijn, en gelooft in de sterren, in de hemel en in het lot. De twee zijn nogal hard voor elkaar. Als hun visies niet met elkaar stroken zijn ze bereid om elkaars fantasieën kapot te maken." Vandyck: "De realiteit sluipt voortdurend binnen in de fantasie en omgekeerd. Als volwassene moet je constant in de realiteit staan, en dat merk je als kind al. 'Mensen kùnnen niet vliegen,' zegt je vriendje plots als je hem zegt dat je aan het vliegen bent."

Het klinkt allemaal een beetje als filosofie voor kinderen, en dat is het ook. Maar Katleen en Geert gaan er toch een actieve voorstelling van maken. Ze krijgen daarvoor ook de hulp van pianist Nicolas Callot, die op basis van de tekst geschikte muziekstukken uitzocht van klassieke componisten als Schumann, Grieg, Liszt en Chopin.

Festivalcentrum De Markten.
Ikke-Roes, 6, 7 & 14 november om 16 uur, 13 november om 14 uur in de Munt.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni