Expo: De vergeten buitenlandse slachtoffers van WO I

Benjamin Tollet
© Brussel Deze Week
20/10/2008
Dankzij het toneelstuk 'Gembloux' van Sam Touzani en de film 'Indigènes' weten we dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog mensen van overal ter wereld meevochten. Dat er aan de Eerste Wereldoorlog nóg meer nationaliteiten deelnamen, krijgen we te zien op de tentoonstelling 'Mens Cultuur Oorlog'. "We herschrijven een vergeten bladzijde."

Vanaf 7 oktober is in het BELvue Museum een deel van de tentoonstelling Mens Cultuur Oorlog te zien die deze zomer in het In Flanders Fields Museum in Ieper liep. "In Brussel beperken we ons tot de niet-westerse culturen die meevochten op Vlaamse bodem. Ik ben zeer tevreden dat de tentoonstelling ook naar Brussel komt, een stad met zoveel verschillende nationaliteiten. In grote wereldsteden hebben we de indruk dat we elkaar voor het eerst ontmoeten. Nu blijkt dat die vreemde culturen al veel eerder dan we dachten naar hier gekomen zijn, zij het wel als tijdelijke oorlogsmigrant," zegt Piet Chielens, de coördinator van In Flanders Fields.

In zo goed als elk deel van het Franse en Britse koloniale rijk en in China werden manschappen gerekruteerd voor de Eerste Wereldoorlog. In de Westhoek, tussen Ieper, Diksmuide en Nieuwpoort, werden vijftig verschillende culturen geteld, afkomstig uit vijftig hedendaagse staten. "Dat zijn zowel strijdende troepen als arbeiders die voor diverse legers werkten. Professionele soldaten die voor het Franse leger werkten, hadden geen keuze, ze moesten komen strijden," legt Chielens uit. "Maar er waren ook vrijwilligers die door de eigen bevolking aangespoord werden om te gaan 'helpen'. Met in het achterhoofd: als wij nu een bijdrage leveren, dan zullen we daar nadien ook voor beloond worden. Maar die deelname is nooit gehonoreerd, en daaruit rees de eerste bewustwording dat, wat ze ook zouden doen, het nooit goed zou zijn voor de blanke kolonist. De kiemen van het onafhankelijkheidsstreven zijn toen gezaaid."

Talen van Babel
Bij het binnenkomen in het BELvue Museum kom je aan een soort Toren van Babel die bestaat uit de 37 talen die in de Westhoek gesproken werden. Dat geeft meteen al een idee van de culturele diversiteit tijdens de Eerste Wereldoorlog. De tentoonstelling is opgedeeld in geografische zones. Uit Noord-Afrika kwamen strijders uit de Franse kolonies Algerije, Marokko, Tunesië en Egypte. De Zoeaven waren rond 1840 het eerste Algerijnse regiment van het Franse leger. Vooral de kleding valt op: deze Algerijnen hebben helemaal geen camouflage-legeroutfit. Integendeel, ze dragen een donkerblauwe broek met brede pijpen en een rood vest en ze hebben een rood hoedje op. "Dat rode hoedje is als zeggen aan de vijand: hier moet je schieten. Hun brede broeken waren totaal onaangepast aan de Vlaamse moerasgrond."

Van de Aziatische landen hebben vooral China, Vietnam en Brits-Indië (het huidige India, Pakistan, Bangladesh en Birma) soldaten en arbeiders geleverd. Zo waren er 145.000 Chinezen. Uit Sub-Sahara Afrika kwamen de soldaten voornamelijk uit West-Afrika, Madagaskar, Zuid-Afrika en Rhodesië. En er waren mensen uit de West-Indies, de huidige Caraïben. "Dat toont mooi aan dat hier echt sprake is van een eerste wereldoorlog. Het was geen oorlog tussen Europese staten meer zoals in de negentiende eeuw. Voor het eerst was de hele wereld betrokken bij een oorlog," zegt Chielens.

Naast foto's, beeldmateriaal en allerhande objecten en muziekinstrumenten zijn er getuigenissen van onze voorouders over hoe zij keken naar de vreemdelingen die hier kwamen vechten. Dat levert heel gedetailleerde, soms grappige sfeerbeelden en vooroordelen. De parochiepriester Achiel Van Walleghem uit Dikkebus bij Ieper heeft een dagboek bijgehouden waaruit de tentoonstelling citaten overneemt die mooi de multiculturaliteit beschrijven.

Verzwegen
Als de Eerste Wereldoorlog zo multicultureel was, dan is het toch opvallend dat we daar zo weinig over weten. "Tijdens de oorlog werden deze buitenlandse manschappen gefilmd en stonden ze in de kranten. Vanaf de jaren 1920 werd hun rol moedwillig geminimaliseerd. We zijn minstens een miljoen slachtoffers vergeten," zegt Chielens.

"Er zijn weinig graven van deze slachtoffers, en veel Noord-Afrikaanse families waren er niet echt trots op dat een van hun voorouders gediend had voor de Fransen. Het werd verzwegen. Van de grote Noord-Afrikaanse gemeenschap in Brussel weet het merendeel wellicht niet eens dan hun landgenoten meegevochten hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog."

:: De tentoonstelling Mens Cultuur Oorlog loopt nog tot en met 4 januari 2009 in het BELvue Museum, Paleizenplein 7, 1000 Brussel. Kaartjes kosten 5 euro (ook geldig voor de vaste BELvue-collectie). Meer info op 070-22.04.92, info@belvue.be of www.belvue.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad, Cultuurnieuws, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni