Roberto Zucco van Koltès in regie van Raven Ruëll
Roberto Zucco loopt zomaar weg uit die gevangenis, die volgens haar bewakers nochtans te modern was geworden om nog uit te ontsnappen. Hij verruilt zijn gevangenisplunje voor zijn battledress, vermoordt na zijn vader ook zijn moeder en ontmaagdt een jong meisje. Moorden of verkrachten is hetzelfde. Het moordwapen wordt expliciet vergeleken met het geslacht van de man. Het bloed dat beide daden bezegelt, is een brevet van heldhaftigheid voor de dader én voor het slachtoffer, dat hiermee uit haar naïeve, onvoltooide wereld wordt geholpen.
Transparant in slechtheid
Tegen jeugdige onschuld, die volgens hem vals is, kan Zucco niet. De oude man die net zijn trip in het duistere ondergrondse van de metro achter de rug heeft, de hoeren "die de stank van de mannen verdragen in ruil voor geld", de vrouw die er niet aan twijfelt dat hij zou durven schieten maar hem toch niet zijn zin geeft, spaart hij instinctief. Maar zijn moeder die hem niet wil zeggen waar hij zijn legerkleren kan vinden, de inspecteur die nog gelooft dat hij het kwaad kan bestrijden, of het opgeschoten kind dat nog met een tennisbal staat te spelen, moet eraan.
Je kunt maar beter 'transparant' zijn in je slechtheid. Maar dat is precies waar de massa voor terugdeinst en wat door het systeem dat iedereen wil vertroetelen in stand wordt gehouden. "Wat slaag op gezette tijden", "scholen sluiten en kerkhoven uitbreiden", dat zou kunnen helpen. Ondertussen klinkt tijdens de voorstelling het gestamp op de vloer, het geklop op de muren en het gebonk met de banken steeds onheilspellender. Wie geen boodschap heeft aan mensbeelden en politieke implicaties, kan Roberto Zucco ook toetsen aan zijn liefdesrelatie. De verhouding tussen de gewelddadige kolos en het "kleine muisje" dat hem zijn verkrachting niet echt kwalijk neemt, tussen de "duivel" en de "duif", lijkt niet meer dan een tijdelijk pact, een valstrik zo u wil. Het meisje biedt Zucco aan zijn 'wapen' voor hem "in een kistje te bewaren" en ontfutselt hem zijn naam. Daarmee levert hij zichzelf uit, want zij verklapt zijn naam aan de bewakers.
Maar ook zij hoeft zich geen illusies te maken. "Ik hou van alle vrouwen," zegt Zucco. Zij is voor hem niet meer dan een nieuwe gevangenismuur waar hij telkens over moet, op weg naar de zielerust ergens tussen "de sneeuw in Afrika".
Roberto Zucco, nog tot en met 6 november, Arduinkaai 7, Brussel, 02-210-11-12.
Lees meer over: Cultuurnieuws
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.