Waterloosesteenweg in Meurisseperspectief

An Devroe
© Brussel Deze Week
28/01/2009
Raf Meurisse kan amper lezen als hij met zijn vader halfweg de jaren dertig een paar laarzen gaat kopen. Op de tram naar zijn huis in Calevoet spelt hij de straatnaam Rittweger. Zijn leeshonger is geboren. Wie de Waterloosesteenweg grondiger wil lezen, moet op donderdag 29 januari naar zijn voordracht in de bibliotheek van Ukkel.

Dat de bijna tachtigjarige Raf Meurisse zich dit herinnert, toont dat zijn speurzin er al vroeg in zat. Zijn vader wist hem te vertellen dat Rittweger een Duitser was, maar hij wilde meer weten. Hij zou er later achterkomen dat deze Rittweger onze eerste minister van Financiën was. Meurisses opzoekingswerk resulteerde in 1985 in het rijk gestoffeerde boek Ontdek Ukkel, zijn straten en pleinen.

Niet dat Meurisse eraan verdiend heeft, het is meer een levenswerk, dat hem onder andere tot in Engeland (omwille van de Edith Cavellstraat), of in Noord-Frankrijk (omwille van de Hamoirlaan) bracht. Deze bakker/buschauffeur/VTB-VAB-verantwoordelijke voor Ukkel op rust, is altijd bezig. Hij blijft zoeken naar onbekende feiten uit de geschiedenis en publiceert regelmatig in Ucclensia, het blad van de geschied- en heemkundige kring van Ukkel en omgeving. En dat de Davidsfondsafdelingen Ukkel Stalle, Ukkel Boetendael-Sint-Job en Vorst hem vroegen voor een voordracht over de Waterloosesteenweg - zelf spreekt hij liever van een causerie - gaf hem de gelegenheid om nog wat dieper te graven. Het is pendelen tussen archieven, want voor Beersel werkt hij momenteel aan een evenknie van zijn Ukkelse stratenboek.

Eerste speelpleinwerking
Als we Meurisse ontmoeten aan Les Brasseries Georges, op het kruispunt van de Waterloosesteenweg en de Winston Churchill-laan, is hij naarstig aan het noteren. Hij is daarnet enkele huizen binnengelopen om te vragen op welk grondgebied ze staan. "Nog net Ukkel," zegt Meurisse: "In hun achtertuin, het Ter Kamerenbos, is het Brussel."

Donderdagavond doet Meurisse het hele verhaal van de Waterloosesteenweg, vanaf huisnummer 1 in Sint-Gillis aan de Hallepoort - waarbij niet wordt vergeten dat het allereerste nr. 1 de herberg La Bascule in Ukkel was, nu nr. 673 - en vanaf 1399, toen men nog over 'de Walishen weg' sprak. Hij doet dat aan de hand van kaarten die alsmaar verfijnen, en met de nadruk op Ukkel, dat liefst 6 kilometer Waterloosesteenweg telt. Zijn boek leerde ons al dat hellingen langs de steenweg werden afgeplat, waar de vaste stopplaatsen voor koetsen waren, of hoe de cijfers van de ijzeren jaartallen op gevels soms op hun kop gezet werden. Dankzij Meurisse passeert de hele evolutie van het vervoer ons geestesoog: koetsen, paardentrammen, buurtstoomtrammen, elektrische buurttreinen, tot de bussen van vandaag. Ook het verhaal over priester Edouard Froidure doet Meurisse graag opnieuw, hij heeft zo zijn lievelingen: "Froidure kon het als onderpastoor in Sint-Gillis niet aanzien dat de kinderen op straat speelden. Elke morgen liet hij hen met de tram naar een weide buiten de stad brengen, waar ze in alle veiligheid konden ravotten. Die bevond zich aan de Dennenboslaan in Ukkel, een zijstraat van de Waterloosesteenweg die de naam aan de speelpleinwerking gaf, Les petits sapins."

Laatste rosmolen
Meer dan twintig jaar zijn er verstreken sinds de eerste druk van Ontdek Ukkel, en dus tikten de uren in archief en kadaster flink aan. Voor Meurisses nieuwste vondsten moet u naar de voordracht, want hij wil alleen een paar proevertjes geven: "Rond 1900 stonden er nog een twintigtal molens in Ukkel, dat is bekend. Dat waren windmolens, en zelfs elektrische molens. Maar er stond ook een rosmolen, door paarden gedreven dus, en dat is bij mijn weten nog nergens gezegd." En Meurisse weet ook precies waar: "Aan de Bascule op de hoek van de De Praeterestraat met de Waterloosesteenweg. Het was un moulin à céruse, een loodwitmolen, die verfstoffen maalde." Nog eentje over Fort Jaco, naar wie een wijk aan de Waterloosesteenweg genoemd is: "Naar wie, ja, want Jaco verwijst naar de soldaat Jacques die 200 manschappen en een fort, een verschansing, bezat." Meurisse zal de verklaring geven waarom aan de Middenhut (Zoniënwoud) de bomen niet willen groeien. Of over zijstraten van de steenweg, waardoor hij interessante Brusselse figuren kan opvoeren. De rijke bankier Georges Brugmann bijvoorbeeld, die meer dan honderd hectare Ukkelse grond bezat, en onder andere de Winston Churchill-laan, de Messidorlaan en de Brugmannlaan financierde. Aan deze laatste stond pas na twintig jaar een gebouw, maar de toon was meteen gezet: architecten (Octave Van Rysselberghe, Victor Horta), schilders (André Cluysenaar, Jakob Smits), en politici (Emile Vandervelde, Paul-Henri Spaak) vonden er een stek. "Niet te veel verklappen." We hebben het Raf Meurisse beloofd.

:: Voordracht om 19.30 uur. Openbare Bibliotheek Ukkel, De Broyerstraat 27, 02-331.28.24, ukkel@bibliotheek.be, www.ukkel.bibliotheek.be, inleiding door Leo Camerlynck, gratis

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Ukkel, Cultuurnieuws

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni