Brussel had vrouwelijke theatervedette in zestiende eeuw

In de vroege zestiende eeuw waren er in Brussel niet enkel vrouwelijke acteurs, met Claerke Goelens had de stad zelfs een echte theatervedette. Dat blijkt uit onderzoek van Remco Sleiderink, professor middeleeuwse letterkunde aan de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Vrouwelijke acteurs waren erg ongewoon in die tijd.

Claerke Goelens speelde in 1516 de rol van de Heilige Maagd in een productie van de Brusselse rederijkerskamer 't Mariacranske. Goelens kreeg bovendien een aanzienlijk ruimere beloning dan de andere, mannelijke rederijkers. "Het geld moest haar overhalen om deel te nemen aan het stuk. Ze was op dat moment immers een echte vedette."

In de stadsrekeningen van Brussel ontdekte Remco Sleiderink een vermelding waaruit blijkt dat Claerke Goelens al in 1503 met de Brusselse rederijkers op de planken stond. Opvallend want tot nu toe werd aangenomen dat het voor vrouwen pas in het Venetië van de zeventiende eeuw aanvaardbaar werd om actrice te zijn. In de tijd van Shakespeare werden vrouwen nog altijd gespeeld door mannen.

Remco Sleiderink deed zijn ontdekking toen hij de boekhouding van de Brusselse broederschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Weeën onderzocht. De rekeningen van de Brusselse broederschap werden verloren gewaand, maar doken onlangs op bij een antiquariaat.

De archiefstukken uit de vroege zestiende eeuw blijken deels te zijn genoteerd door de Brusselse stadsdichter Jan Smeken, die eveneens actief was als beheerder van de kapel van de broederschap in de Sint-Gorikskerk. "De documenten bevatten gedetailleerde informatie over de compositie en opvoering van zeven toneelstukken over Maria die vanaf 1508 door de Brusselse rederijkerskamer 't Mariacranske zijn opgevoerd," aldus Remco Sleiderink.

De teruggevonden documenten worden op vrijdag 20 mei 2011 in het Erasmushuis in Anderlecht gepresenteerd ter gelegenheid van het Internationaal Rederijkerscongres. Meer informatie via de link hiernaast.