Relschopper La Boum riskeert 200 uur werkstraf

Op het proces tegen een relschopper die aanwezig was op het nepfestival La Boum op 1 april in het Ter Kamerenbos heeft de openbaar aanklager een werkstraf van 200 uur gevorderd. De beklaagde geeft toe dat hij in de fout is gegaan, maar zijn advocaat legt een groot deel van de verantwoordelijkheid bij de overheid.

Duizenden jongeren verzamelden op 1 april in het Ter Kamerenbos na een Facebookuitnodiging voor een nepfestival. Toen de politie in de loop van de namiddag wilde ingrijpen, sloeg de sfeer om en kwam het tot confrontaties tussen de jongeren en de politie. Meer dan 25 politiemensen en zeven politiepaarden raakten gewond, net als acht feestvierders. Vier jongeren werden opgepakt voor geweldpleging op politiemensen en voor het niet-naleven van de coronamaatregelen. Een van hen werd onmiddellijk door het Brusselse parket gedagvaard en verscheen deze donderdag voor de correctionele rechtbank. Twee politie-inspecteurs van de Brusselse politie die gewond raakten bij de arrestatie van de beklaagde, stellen zich burgerlijke partij en eisen een schadevergoeding.

De substituut-procureur van het Brussels parket had begrip voor de situatie waarin vele jongeren zich momenteel bevinden door de coronapandemie. “Ik snap dat ze een uitlaatklep nodig hebben en dat ze de maatregelen willen aanvechten. Maar ik ga niet akkoord met het gebruik van geweld tegen de politie. Niemand droeg een masker en de afstandsregels werden niet gerespecteerd. De politie heeft iedereen gevraagd om uit elkaar te gaan, en uiteindelijk werd er ingegrepen. Iedereen heeft de beelden gezien van wat daarop volgde. Dit is niet het proces van de coronamaatregelen en de wettelijkheid ervan, dat debat wordt elders gevoerd. Vandaag staat de beklaagde terecht voor gewapende weerspannigheid in bende. Hij werd opgepakt omdat hij met flessen gooide naar de cavalerie van de federale politie. De feiten zijn zeer duidelijk.”

De aanklager vroeg geen celstraf voor de beklaagde, maar vorderde een werkstraf van 200 uur. “Het gaat om een jonge student, zonder strafblad, maar hij heeft die dag een grens overschreden.”

'Overheid verantwoordelijk'

Twee politiemensen die bij de arrestatie van de beklaagde gewond raakten toen andere jongeren hen schopten en sloegen (zie foto), eisen een schadevergoeding. De advocaat van de jonge relschopper betwist die eis. “Mijn cliënt geeft toe dat hij zich weerspannig heeft gedragen en zich heeft laten meeslepen,” pleitte meester Mehdi Abbès. “Maar die politiemensen zijn gewond geraakt toen mijn cliënt op de grond lag, met zijn handen geboeid op zijn rug. Daar stopt zijn betrokkenheid. Hij heeft zich toen overgegeven en heeft zich niet meer verzet.”

De strafpleiter vroeg de rechtbank om de beklaagde de gunst van opschorting toe te kennen. “Het is de eerste keer dat hij in aanraking komt met het gerecht. Hij is een student, net zoals wij allemaal zijn geweest. De overheid is verantwoordelijk voor wat er die namiddag is gebeurd. Hoe wil je dat jongeren nog kunnen volgen? Eerst horen we maandenlang dat mondmaskers niet nodig zijn, vervolgens riskeer je 250 euro wanneer je er geen aanhebt. Ik zeg niet dat mijn cliënt geen inbreuken heeft gepleegd. Ik zeg ook niet dat hij zich niet heeft verzet. Maar ik vraag de rechtbank om ook te kijken naar hoe dit allemaal is kunnen gebeuren.” Het vonnis valt op 4 juni.