Het Sint-Jorisretabel staat na twee en een half jaar restauratie opnieuw te blinken in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Het heeft enkele van zijn geheimen prijsgegeven, nadat het eerst helemaal uit elkaar is gehaald en dan terug geassembleerd.
Eén van die geheimen is een doos met spulletjes die vanbinnen verstopt hebben gezeten. Een ander is dat vier van de zeven taferelen tijdens de vorige restauratie in 1835 van plaats zijn verwisseld. Ze staan vandaag terug op hun originele plek. Daardoor ziet het werk er vandaag wel helemaal anders uit dan in de geschiedenisboeken. Het retabel is het meesterwerk dat de beroemde Brusselse beeldhouwer Jan Borman heeft gemaakt voor de Leuvense kerk van de Voetbooggilde.
Volgens de theorie van conservator Emile Van Binnebeke is het Sint-Jorisretabel in 1490 waarschijnlijk bedoeld als zoenoffer voor keizer Maximiliaan van Habsburg, tegen wie sommige Vlaamse en Brabantse steden in de jaren voordien in opstand waren gekomen. De keizer staat afgebeeld als de Romeinse keizer Diocletianus, die de heilige Joris heeft laten doodmartelen. Sint-Joris is niet toevallig de patroonheilige van Maximiliaan en vandaag, 23 april, is zijn feestdag.