Salah Abdeslam, beschuldigde op het assisenproces van de aanslagen in Brussel van 22 maart 2016 op Brussels Airport en metro Maalbeek.

Salah Abdeslam: 'Net als FBI- of CIA-agent moest ik zwijgen'

© Belga
27/04/2023
Updated: 27/04/2023 16.55u

Op het proces van de aanslagen van de 22 maart 2016 gaan donderdag de getuigenissen voort over de voorbereiding van de feiten. Dinsdag gaven verschillende opgeroepen getuigen verstek, al vaardigde voorzitster Laurence Massart wel een bevel tot medebrenging voor twee broers die in hun winkel chemische producten verkochten voor de bommen.

14:32 uur, Abdeslam kende de namen niet van de mensen met wie hij samenleefde

Net zoals FBI- of CIA-agenten mochten de leden van de terreurcel geen informatie delen met buitenstaanders. Dat zei Salah Abdeslam donderdag op het proces van de aanslagen van 22 maart 2016.

Abdeslam nam het woord na de getuigenis van Youssef El Ajmi, die hem "geïnspireerd" had. El Ajmi had onder meer verklaard dat Ibrahim El Bakraoui alles had verzwegen tegen iedereen en had geprofiteerd van hun vriendschap. "Ik ben personen gaan ophalen die hebben deelgenomen aan de aanslagen van 13 november. Op dat moment had ik mijn sociaal en familiaal leven, maar ik kreeg ook instructies", aldus Abdeslam.

Hij legde uit hoe leden van een terreurcel moeten zwijgen, ook om anderen te beschermen. "Ik ging met een vriend naar het casino en na een of twee uur ging ik zonder iets te zeggen weg om mijn opdrachten uit te voeren", zei hij. "Achteraf worden mensen vervolgens bevraagd over waarom ze bij mij in het casino waren, maar zoals een agent bij de FBI en de CIA mocht ik geen informatie geven."

Abdslam beweerde ook dat hij de voornamen zelfs niet kende van de mensen met wie hij samenleefde. "Ik ben Sofien Ayari zelf gaan ophalen en we leefden samen in de appartementen. Maar toen ik werd opgepakt en men vroeg wie er nog bij mij was, zei ik Abu Hamza. Ik kende zelfs zijn voornaam niet", legde hij uit. "Zelfs in zo'n intieme sfeer waren er voorzorgsmaatregelen. We zeiden niets over ons gewoon leven." Hetzelfde gebeurde wanneer Abdeslam mensen ging ophalen na hun verblijf in Syrië. "We deelden geen info, er was vooral radiostilte. Als je deel uitmaakt van zo'n groep, zijn er instructies die je moet respecteren."

Abdeslam ging verschillende Syriëstrijders die betrokken waren bij de aanslagen van Parijs met de auto ophalen toen ze onderweg waren van Syrië. Het gaat om Mohamed Belkaid, Najim Laachraoui, Osama Krayem, Sofien Ayari en Ahmad Alkhald. Hij werd in Parijs veroordeeld tot levenslang voor zijn aandeel bij de aanslagen van 13 november, maar ontkent elke betrokkenheid bij de aanslagen van Zaventem en Maalbeek.

14:31 uur, El Ajmi: 'Niet beste reactie gehad toen foto's El Bakraoui's in pers verschenen'

Youssef El Ajmi (37), een jeugdvriend van Ibrahim El Bakraoui, heeft donderdag getuigd dat het "niet zijn beste reactie" is geweest om niet naar de politie te stappen toen de foto's van de broers El Bakraoui enkele dagen voor 22 maart 2016 in de media opdoken. El Ajmi wist af van het safehouse in de Kazernenlaan in Etterbeek, waar hij Ibrahim El Bakraoui, samen met beschuldigde Ali El Haddad Asufi, zijn boezemvriend, meermaals ging bezoeken.

Youssef El Ajmi stond terecht op het proces over het Belgische luik van het onderzoek naar de aanslagen in Parijs. Hij kreeg er een opschorting van straf, omdat hij Ibrahim El Bakraoui tweemaal hielp om naar Syrië te reizen. El Ajmi, die meermaals langskwam in de studio in de Kazernenlaan in Etterbeek maar daarmee stopte op 18 november 2015, werd buiten vervolging gesteld voor de aanslagen in Brussel en Zaventem, waarvoor de infractionele periode inging op 1 december 2015. El Ajmi verscheen daarom donderdagvoormiddag gewoon als getuige op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.

El Ajmi getuigde dat hij misleid werd door Ibrahim El Bakraoui, die in dezelfde wijk als hem woonde, en dat die geprofiteerd heeft van de vriendschap van zowel hem als van zijn boezemvriend Ali El Haddad Asufi, die wel terechtstaat op het proces. De man zei dat hij niets gemerkt heeft van zijn radicalisering, niet in de gevangenis, noch na zijn vrijlating. "Hij begon te bidden, ja. En hij praatte af en toe over religie. Maar niks speciaals", getuigde hij. Ibrahim El Bakraoui had hen verteld dat hij was ondergedoken omdat hij zijn voorwaarden niet had nageleefd voor zijn vrijlating, en bang was dat hij zou opgepakt worden voor een nieuwe overval. Toen ze hem bezochten, aten ze samen een pizza en praatten ze wat, over niets bijzonders. El Ajmi betuigde op het einde van zijn getuigenis ook zijn medeleven met de slachtoffers en hun nabestaanden.

Op vragen van een jurylid antwoordde El Ajmi dat hij de foto's van de broers El Bakraoui had gezien die na de schietpartij in Vorst in de pers waren verschenen. Maar hij moest toegeven dat hij niet naar de politie was gestapt. "Ik verklaarde al in mijn verhoren dat ik had moeten gaan. Mijn reactie was niet de beste. Maar in deze zaak hebben er veel fouten gemaakt. Ik had direct moeten gaan. Maar ik werd bang. Iemand van wie ik dacht dat ik die kende, werd gezocht en het was niet voor een overval. Ik stlede mezelf ook veel vragen. Tussen het moment dat ik de foto's zag en de aanslagen zelf zat er bovendien niet heel veel tijd."

El Ajmi praatte er ook over met Ali El Haddad Asufi, die - anders dan El Ajmi - ook wist dat Ibrahim El Bakraoui van de Kazernenlaan naar de Max Roosstraat in Schaarbeek was verhuisd. "We waren zeker naar de politie moeten gaan. Maar we vroegen ons af of het echt zo was, en wat er precies gebeurd is? We kenden hem als een overvaller en niet als een terrorist. We waren geshockeerd. We hadden er niks van gezien."

12:55 uur, Getuige die kalasjnikov-laders kocht voor Khalid El Bakraoui wil niet antwoorden op vragen

Mohamed B. kocht kalasjnikov-laders voor kamikaze van Zaventem Khalid El Bakraoui in de zomer van 2015 en zei donderdag dat hij niets meer te zeggen had. B. werd veroordeeld tot veertig maanden met uitstel in de zaak-Charwa, over de aankoop van de laders. Hij legde uit hoe hij de vraag kreeg van El Bakraoui om laders te kopen en dat iemand anders in Waver de aankoop regelde. Uiteindelijk kocht die in de zomer van 2015 in totaal 14 laders voor El Bakraoui, die destijds vrij te verkrijgen waren.

Op vraag van voorzitster Laurence Massart zei de man dat El Bakraoui een jeugdvriend was, "een vriend zonder meer, een goeie gast". "Ik sta ver van al die verhalen, ze hebben hun eigen weg gekozen. Het is jammer voor hen", zei de man toen. Hij zei dat hij niet wist wat hij in de rechtbank deed en dat hij had gezegd dat hij niet wilde getuigen. Voorzitster Laurence Massart gaf hem daarop de keuze om te antwoorden op vragen of om te wachten tot zijn verhoren werden voorgelezen, waarop B. koos voor de verhoren.

In een eerste verhoor ontkende de man elke betrokkenheid, een tweede keer gaf hij wel toe wat hij had gedaan. Hij verklaarde aan de onderzoeksrechters dat hij schrik had, omdat een medegevangene gedreigd had om zijn familie iets aan te doen als hij zijn mond opendeed. "U hebt het over haat en schrik, voelt u die vandaag nog?", vroeg de voorzitster achteraf. Hij antwoordde dat hij geen schrik had, maar wel kwaad is over wat er is gebeurd. "Ik heb een jaar lang voor niets in de gevangenis gezeten", zei hij, en bevestigde een gevoel van onrecht.

Federaal procureur Bernard Michel verwonderde er zich in zijn commentaar over dat B. zei dat hij niets fout heeft gedaan. "Ze zochten laders met de grootst mogelijke capaciteit, in totaal konden 420 schoten afgevuurd worden", vervolgde hij. Hij legde een parallel met de aanslag op de Bataclan in Parijs op 13 november 2015 en met twee audioberichten op de laptop van de Max Roosstraat in Schaarbeek. Daarin zeiden de kamikazes dat de wapens vertraging opliepen en ze dus niet gebruikt zouden worden, en dat ze geen kalasjnikovs willen gebruiken omdat er militairen waren op straat. "Deze groep wilde zoveel mogelijk wapens en laders kopen om zoveel mogelijk schade aan te richten."

Isa Gultaslar, advocaat van beschuldigde Sofien Ayari, wees erop dat B. werd aangeklaagd voor deelname aan de activiteiten van een terroristische groep, maar uiteindelijk werd veroordeeld voor criminele samenzwering. "Ik kan me voorstellen dat je zes jaar later niet wil spreken na tien maanden in isolatie in voorhechtenis, met de druk die een vervolging voor terrorisme met zich meebrengt."

Jean-Christophe De Block, advocaat van Ali El Haddad Asufi, die volgens de procureurs zocht naar wapens voor de groep en daarvoor in oktober 2015 naar Rotterdam zou zijn gereden, haalde tot slot aan dat de laders gekocht werden in de zomer van 2015. "Als je laders koopt, heb je de wapens al, zoals je geen tandpasta koopt zonder tandenborstel", aldus De Block.

11:50 uur, 'Kalasjnikovs destijds te koop voor 1.000 à 1.500 euro in Brussel'

Ten tijde van de aanslagen in Parijs en Brussel waren kalasjnikovs makkelijk te vinden in Brussel, voor 1.000 à 1.500 euro per stuk. Dat verklaarde een getuige, Leonardo P. (58), donderdagvoormiddag op het proces over de aanslagen van 22 maart 2016.

De man werd door twee politiemannen de zaal binnengeleid. Hij verklaarde dat hij momenteel opnieuw in voorhechtenis zit in een zaak van diefstal met geweld. Toen de voorzitster hem vroeg of hij actief was in het wapenmilieu, ontkende hij. Hij zei wel dat er een zaak was van verdwenen legerwapens en van explosieven in het verleden. Maar zijn rol was volgens hem beperkt tot het "bewaren" van de wapens op iemands vraag. Federaal procureur Bernard Michel zei daar weliswaar na afloop over dat hij van zo'n affaire niets op zijn strafblad terugvond. Wel waren er twee andere veroordelingen. Een ervan is een zaak van gewapende overvallen in politie-uniform, klonk het. Daarbij ging het ook over verboden wapenbezit.

P. getuigde dat hij woonde boven een café in de straat waar het ouderlijk huis van de El Bakraoui's gelegen is, en daar ook werkte. Hij getuigde ook dat hij Ibrahim El Bakraoui goed kende. De twee zaten samen in de gevangenis in Itter. P. noemde Ibrahim El Bakraoui een "vrolijke" man, "intelligent" ook, en met wie hij graag over voetbal praatte. Khalid El Bakraoui kruiste hij weleens op straat, maar kende hij niet echt, net als de vader van de twee.

P. getuigde dat Ibrahim El Bakraoui hem na hun vrijlating in het café kwam vragen of hij hem kalasjnikovs kon bezorgen, omdat hij had gehoord van het bewaren van de legerwapens. P. kon zich niet precies herinneren wanneer dat was, maar het moet in elk geval voor de aanslagen in Parijs geweest zijn. "Anders was het niet gebeurd", klonk het. De wapens waren al weg, zei P., en dus kon hij Ibrahim El Bakraoui niet voorthelpen.

Voorzitster Laurence Massart wou weten of het destijds makkelijk was om wapens te vinden in Brussel. "Natuurlijk", antwoordde P. "Je vroeg ernaar bij Joegaslaven of Albanezen en zij vonden het makkelijk voor jou." Een plaatsvervangend jurylid wou daarna weten hoeveel zo'n kalasjnikov destijds kostte. "Een 1.000 à 1.500 euro", antwoordde P. "Tweedehands welteverstaan", voegde hij eraan toe, waarop de voorzitster hem antwoordde dat het duidelijk was dat ze niet uit de fabriek kwamen.

Aanslagen Brussel 2016

Op de luchthaven van Zaventem ontploften op 22 maart 2016 twee bommen. Ook in metrostation Maalbeek was er een explosie. Op 12 september ging het proces, dat 9 maanden zal duren, van start in Brussel.

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni