Belangstelling voor Nederlands blijft stijgen

Peter Dhondt, Sara De Sloover
© BRUZZ
21/04/2016
Ook in:
nl fr

In 2015 kwamen 17.082 Brusselaars langs bij het Huis van het Nederlands, op zoek naar een cursus Nederlands of andere manieren om hun Nederlands te verbeteren. Nooit eerder waren het er zo veel. Marokkanen blijven na de Belgen - van wie een deel ook van Marokkaanse afkomst - de grootste groep.

Vijf jaar geleden, in 2010, waren er nog een kwart minder geïnteresseerden. In vergelijking met 2014 steeg het aantal mensen dat aan zijn Nederlands wil werken in 2015 met 2,5 procent.

“Niet alle unieke bezoekers gaan uiteindelijk Nederlandse les volgen", zegt Els Deslé, directrice van het Brusselse Huis van het Nederlands, aan Bruzz. "Sommigen kiezen in plaats daarvan voor een zelfstudiepakket of een conversatietafel. Anderzijds zijn er een behoorlijk aantal mensen die langer dan één jaar les volgen." In totaal volgden 19.131 Brusselaars in 2015 effectief Nederlandse les.

39 procent van de bezoekers van het Huis van het Nederlands in Brussel heeft de Belgische nationaliteit, maar daarvan zijn vier op de tien wel in het buitenland geboren.

De Marokkanen blijven zowel in Brussel als in Vlaanderen de tweede grootste groep, maar meer uitgesproken nog in Brussel (9 procent, tegenover 6 procent in Vlaanderen). Dat is een grote oververtegenwoordiging, want Marokkanen maken slechts 3,5 procent van de Brusselse bevolking uit. Bovendien is een flink deel van de Brusselse cursisten met Belgische nationaliteit in Marokko geboren: dat gaat om nog eens 5,85 procent. In totaal maakt ongeveer een op zes van de cursisten van het Huis van het Nederlands dus deel uit van de Marokkaanse gemeenschap in België.

De groep EU-expats blijft stabiel. Opvallend is wel de groei van de groep Fransen – ook vaak afkomstig uit de immigratie – en de Guineeërs.

Vluchtelingen rukken op
De typische nationaliteiten van de huidige asielcrisis (Syriërs, Irakezen en Afghanen) vonden in Vlaanderen sneller de weg naar de Nederlandse les dan in Brussel. In 2015 kwam 5 procent van de bezoekers in Brussel uit een van deze drie landen, in Vlaanderen was dat 17 procent.

“Asielzoekers volgen les in de opvangcentra waar ze de eerste zes maanden meestal verplicht verblijven, en die zitten verspreid over het platteland”, zegt Els Deslé. “De verwachting is dat ze daarna naar de grootsteden zullen trekken. Dat zien we nu al: in de eerste drie maanden van 2016 liep het aantal bezoekers uit Irak, Syrië en Afghanistan van 5 procent al op tot 9 procent van het totaal. Een flinke stijging dus.”

​Een op de drie bezoekers aan het Brusselse huis in 2015 gaf Frans op als thuistaal. De tweede grootste groep – en dat komt ook overeen met bezoekers met achtergrond in Marokko, Syrië of Irak – spreekt thuis Arabisch (24 procent).

Brusselaars die Nederlands willen leren zijn opvallend hoger geschoold dan in Vlaanderen. 35 procent geeft aan hoger onderwijs gevolgd te hebben, tegenover slechts 21 procent in Vlaanderen. 19 procent zegt enkel lager of lager secundair onderwijs achter de kiezen te hebben, tegenover 28 procent in Vlaanderen.

Qua werksituatie blijven de cijfers opvallend identiek aan die van de voorbije jaren: twee derde van de bezoekers van het Huis van het Nederlands zit zonder werk.

Dat twee derde van de mensen die Nederlands willen leren, werkloos zijn heeft waarschijnlijk effect op de leeftijdsverdeling. De grootste groep bezoekers valt binnen de leeftijdscategorie 26-35. 38 procent is tussen 16 en 30 jaar oud.

Een deel van de Brusselse werkzoekenden komt naar het Huis met een talencheque van Actiris. Deze groep is nog jonger: 46 procent is jonger dan 30. Deze groep heeft ook een opvallend laag niveau: zes op de tien zijn absolute beginners, twee op de tien zijn ‘valse’ beginners (met een A2-niveau).

De belangstelling voor het Nederlands blijft het grootst in de arme aankomstwijken, vooral in het westen van het Gewest. Daar zijn er dubbel zo veel bezoekers dan in bijvoorbeeld Watermaal-Bosvoorde of Oudergem.

Twee portretten

Mohamed Bakjij: 'Ik wil leraren van mijn zoontje begrijpen'

Mohamed Bakjij leert Nederlands om te kunnen volgen hoe zijn zoontje het doet op school, en ook voor de jobkansen. De ouders van Bakjij (42) zijn Marokkanen, maar zelf is hij Belg en geboren en getogen in Brussel. “We spreken thuis meestal Frans, en soms Arabisch.”

Lees het volledige portret van Mohamed Bakjij

Amina Hamma: 'Voor buitenlanders in Brussel is Nederlands vereiste'

Amina Hamma (34) uit Vorst oefent Nederlands om een job te vinden, en ook wel uit liefde voor de taal. Hamma is een Marokkaanse die negen jaar geleden voor een huwelijk naar België kwam.

Lees het volledige portret van Amina Hamma

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Samenleving , Analyse

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni