Vic Anciaux (1931-2023)

| Vic Anciaux (1931-2023)

Dé erfenis van Vic Anciaux: 'De Vlaamse aanwezigheid in Brussel op de kaart gezet'

Anke Dirix, Jasmijn Post
© BRUZZ
27/02/2023

Hij bracht de immigratiekwestie in Brussel ter sprake, moest zijn partij na het Egmontpact uit het verdomhoekje halen, en maakte van een correcte taalwetgeving een halszaak. "Dat Vlamingen zich vandaag in Brussel trots Vlaming durven noemen, is misschien wel de belangrijkste erfenis van Vic Anciaux."

Vic Anciaux (1931-2023) leerde het klappen van de politieke zweep eerst als gemeenteraadslid voor de Volksunie in Machelen en Brussel, later als federaal parlementslid en ten slotte als staatssecretaris in zowel de federale als de Brusselse regering. Centraal in zijn engagement stonden de staatshervorming, migratie en -natuurlijk- de taalwetgeving.

De gevoeligheid voor dat laatste was niet alleen een reactie op de gespannen situatie in Brussel, met een anti-Vlaamse burgemeester als Roger Nols (FDF) van Schaarbeek die in de jaren zeventig aparte loketten had ingericht voor Vlamingen in het gemeentehuis. Het was ook ergens een logische uitkomst van zijn professionele bezigheden: Anciaux werkte in het begin van zijn carrière als huisarts in Machelen, maar constateerde dat enkele kilometers verder, in Brusselse ziekenhuizen, patiënten van hem niet in het Nederlands konden behandeld worden. Een schande, vond hij dat.

Een politicus zien die opkomt voor Vlamingen, dat deed toen iets met de Vlamingen in Brussel, zegt Daniël Buyle, jarenlang griffier van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Hij stelde dat de Vlamingen in Brussel dankzij Anciaux "niet meer bang hoeven te zijn" om "zich als Vlaming te uiten."

Guy Vanhengel (Open VLD) beaamt: "Anciaux is één van mijn voorgangers geweest die de Vlaamse aanwezigheid als een van de eersten heel duidelijk op de kaart heeft gezet. Ik herinner me als tiener dat ik daarom een beetje fan was van hem."

‘Tot het uiterste voor een compromis’

In 1977 werd Anciaux staatssecretaris voor Vlaamse Cultuur en Brusselse Zaken in de Belgische regering. In die tijd onderhandelde hij mee over het Egmontpact, dat de nieuwe structuur van het federale België vorm moest geven.

Hoewel de staatshervorming er toen nog niet meteen kwam – de regering viel – werden grote delen later toch uitgevoerd. Denk aan de Vlaamse en de Franse Gemeenschap die bevoegd zijn voor de persoonsgebonden bevoegdheden in Brussel, zoals sport, zorg, onderwijs en cultuur.

De rol van Anciaux daarin was niet te onderschatten. "Anciaux was één van de belangrijkste onderhandelaars, vooral over het luik over Brussel en de Rand," zegt Buyle. Voormalig ondervoorzitter van de Volksunie, Geert Lambert, noemt Anciaux iemand die "tot het uiterste ging", maar ook alles eraan deed om tot een "vaderlijke compromis" te komen. "Ik denk daarom niet dat hij zou standhouden in het huidige klimaat, aangevuurd door de harde, sociale media."

Is hij daarin te ver gegaan, wat het Egmontpact betreft? Het pact stuitte in ieder geval op groot verzet in de Vlaamse beweging. Ook de Volksunie verloor tijdens de verkiezingen in 1978 een derde van haar kiezers en de Vlaams-nationalistische tak van de partij splitste zich af tot Vlaams Blok (het latere Vlaams Belang). De Volksunie viel later verder uit elkaar.

'Vlaamse strijd is ook altijd een sociale strijd geweest'

Anciaux heeft een aantal belangrijke stappen gezet voor de Vlaamse culturele infrastructuur in Brussel. Als federaal staatssecretaris van Cultuur kocht hij muziektempel Ancienne Belgique, net als het Schaarbeekse gemeenschapscentrum De Kriekelaar.

Dat was toen een opvallende keuze, herinnert Vanhengel zich. In de wijk van de Kriekelaar woonden niet veel Nederlandstaligen, in tegenstelling tot andere wijken. Maar Anciaux had een visie voor de lange termijn, zo blijkt. Vandaag huisvest de vernieuwde Nederlandstalige basisschool De Kriek zo'n duizend leerlingen.

Anciaux was ook begaan met lot van migranten. Hij stelde vast dat een groot deel van de arbeiders die in de jaren 1960 naar België kwamen, daar ook bleef. Anciaux bekommerde zich om de emancipatie van minderheden, net als om die van de Vlaming in Brussel. "Ik was als jongeman inwendig razend toen ik vernam hoe de Vlamingen destijds in Wallonië of Frankrijk moesten gaan werken en daar als beesten werden behandeld. Ik wil niet dat de migranten in Brussel hetzelfde lot ondergaan," liet hij optekenen in weekblad Knack in 1997.

Die bekommernis om de mede-Brusselaars van vreemde origine uitte zich in de opvatting dat de Vlaamse gemeenschap in Brussel zich moest openstellen. "De instellingen, het welzijnsbeleid en het onderwijs moest op iedereen gericht zijn," herinnert gewezen Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V).

"Met het thema migratie heeft hij echt het verschil gemaakt," denkt Sven Gatz (Open VLD). In 1978 legde hij een belangrijke nota neer bij de nationale ministerraad 'betreffende het beleid inzake Immigratie'. De nota werd nooit goedgekeurd, maar gaf wel een aanzet voor het Belgische en Vlaamse integratie- en minderhedenbeleid.

"Als ik nu sommige uitspraken of debatten hoor, denk ik trouwens dat velen er goed aan zouden doen om die nota nog eens te herlezen," zegt Lambert. "Voor Anciaux was migratie absoluut geen eng, nationalistisch verhaal van Vlamingen die altijd en overal Nederlands moesten kunnen spreken. Het was een sociale strijd. Voor Vic hadden alle mensen recht op hun basisrechten, dát is waar hij voor streed."

‘Een halve brandweerman’

Anciaux begint met politiek vanwege de taalkwestie en stapt uit de politiek om dezelfde reden. In 1997 neemt hij ontslag als staatssecretaris uit de Brusselse regering. Daarmee protesteert hij tegen het Franstalig geknibbel aan de tweetaligheid van Brussel.

Heel specifiek gaat het om het 'taalhoffelijkheidsakkoord', dat de percentages vastlegde van Franstalige en Nederlandstalige ambtenaren in Brussel.

Een jaar na het taalhoffelijkheidsakkoord werd in een omzendbrief aangekondigd dat de verdeling bij de brandweer was opgeschoven naar 29,48 Nederlandstaligen versus 70.52 Franstaligen. Het was voor Anciaux een teken dat de Brusselse taalkaders niet langer werkten.

Dat werd een reden om op te stappen. Vanhengel noemt die keuze "heel merkwaardig". Het ging immers om een ‘halve brandweerman’. Bovendien was de keuze om af te treden nadelig voor de Vlaams-Brusselse kiezer. Als gevolg daarvan heeft de Brusselse regering een tijd verder gewerkt met één Nederlandstalige minister minder. "Dat zal geboekstaafd blijven in de Brussels geschiedenis," aldus Vanhengel.

Grouwels kan die keuze wel begrijpen. Een verschuiving in de taalkaders van één procent was een principekwestie. Want als na één jaar taalhoffelijkheidsakkoord al één procent wordt toegegeven, wat gebeurt er dan het tweede jaar? "Anciaux is erover gestruikeld, hij was rechtlijnig en had zijn overtuigingen. Men was te ver gegaan."

Daarom denkt Grouwels dat Anciaux, achteraf gezien, misschien niet zo "gelukkig was met het Brusselse model zoals het is uitgetekend".

BIO

  • Lid van de Volksunie in 1954
  • Gemeenteraadslid in Machelen en in Brussel.
  • Voorzitter van de Volksunie 1979 tot 1986
  • Federaal staatssecretaris voor Vlaamse Cultuur en Brusselse zaken van 1977 tot 1979
  • Brussels staatssecretaris van 1989 tot 1997
  • Uit Brusselse regering uit onvrede over het taalhoffelijkheidsakkoord in 1997

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Politiek , vic anciaux , egmontpact , Brigitte Grouwels , Guy Vanhengel , Sven Gatz , taalwetgeving , In Memoriam

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni