Acteur Jean-Pierre Darroussin: 'Ik heb niet veel stront gemaakt'

Niels Ruëll
© Agenda Magazine
30/11/2011
‘Wat was Jean-Pierre Darroussin goed!‘ Dat hoor of lees je niet rap. Meestal is hij meer dan goed. Alleen valt het niet op. Ten eerste omdat hij nooit de ostentatieve glansvertolking opzoekt. Ten tweede omdat we het na 80 films gewoon zijn dat hij geloofwaardige personages neerzet met net dat tikkeltje mysterie en humor.

We hadden hem vorige maand kunnen interviewen na zijn hoofdrol in De bon matin of volgende maand na het heerlijke Le havre van Aki Kaurismäki maar de aanleiding is Les neiges du Kilimandjaro, zijn veertiende samenwerking met wapenbroeder Robert Guédiguian.

Na een thriller (Lady Jane) en een historisch drama (L'armée du crime) keert Robert Guédiguian terug naar de roots. Naar l'Estaque dus, de arbeiderswijk in Marseille waar de Ken Loach van de Azurenkust opgroeide en mooie films draaide als Marius et Jeannette en La ville est tranquille. Vaste medewerkers Jean-Pierre Darroussin en Ariane Ascaride spelen een koppel dat geniet van de kleinkinderen en de vrienden en trots zijn op hun aandeel in de syndicale strijd. Ontslag en een penibele overval door een oud-collega beproeven hun geloof in solidariteit. Maar net als in Marius et Jeannette haalt de zon, het leven en de strijdlust het op doemdenken.

Enige idee hoeveel uren er nodig zijn om alle films met Jean-Pierre Darroussin te bekijken?
Jean-Pierre Darroussin: Wilt u me soms doen huilen? (Lacht) Allez vooruit, laat ons rekenen. Tien percent minder dan twee uur per film, lijkt je dat wat? Met de tv-films erbij kom ik aan tachtig stuks. Dus heb je ongeveer 144 uur nodig om al mijn films te bekijken. Als je per dag acht uur film bekijkt, heb je achttien dagen nodig. Dat is veel. Dat wil ik je niet aandoen. Zal ik er paar schrappen?

Schrap maar.
Darroussin: Ik maak het je nog gemakkelijker. Ik zal je zeggen hoeveel films ik wil bijhouden. Dat zijn er...mmmh....toch wel een stuk of twintig.

Oei!
Darroussin: Dat is toch niet slecht?

Twintig goeie films, dat is enorm. Maar kunt u zestig films schrappen?
Darroussin: Ik zou van mijn hart een steen moeten maken. De veertien films met Robert Guédiguian moeten er allemaal bij. De ene film is wat beter dan de andere. Maar die veertien films zijn een deel van mij, ik vereenzelvig me volledig met dat oeuvre. Dan zou ik er maar zes meer mogen overhouden. Je hebt gelijk. Dit wordt moeilijk. Ik heb niet de indruk dat ik veel stront gemaakt heb. Ik verloochen geen enkele film. Ik hou zelfs van het handvol tv-films: Le dernier tour, Le septième juré. Sorry, hé!

U bent er gewoon vroeg aan begonnen.
Darroussin: Ik zwaaide in 1979 aan het conservatorium af en werd vrijwel meteen gevraagd door Philippe de Broca, Pascal Thomas en Georges Lautner. Na hun films heb ik me wel even teruggeplooid op het theater. Dat kon geen kwaad. Eigenlijk was mijn opleiding nog niet ten einde. Ik was nog groen achter de oren. Het voordeel van theater is dat je dagelijks werkt en bijleert. Situaties uitproberen, improviseren, teksten schrijven, verschillende speelwijzen testen, ons amuseren, nieuwe manieren zoeken om de clown uit te hangen...dat kon niet in film, wel binnen een theatergezelschap.

Zweerde u toen reeds bij een ingehouden stijl die de kijker uitnodigt om zich van alles te verbeelden?
Darroussin: Neen, dat gezelschap ging de expressionistische en groteske richting uit. In film pas ik daar voor. De Grote Vertolking kan me niet verleiden. Die wantrouw ik. De vertolking maakt indruk maar maakt de kijker nooit intelligenter. Een dosis virtuositeit is nodig, maar nooit in zo'n grote hoeveelheid dat de vertolking voorop komt. Als je spel te fel naar het spektakel neigt, raakt de betekenis verstoord.

Les neiges du Kilimandjaro is de veertiende samenwerking met Robert Guédiguian. Herinnert u zich het begin nog?
Darroussin: Ik was al met Robert (Guédiguian) bevriend in 1976, zes jaar voor hij zijn eerste langspeelfilm maakte. Ik mocht niet in zijn debuut meespelen mee omdat ik niet van Marseille afkomstig ben. Hij wou enkele mensen met het juiste accent. Na twee films vond hij geen geld meer en was hij verplicht om een beroep te doen op alle vrienden die genoegen namen met een snee hesp, een stuk brood en een halve tomaat. Plots was ik wel Marseillais genoeg. (Lacht) Tot het succes van Marius et Jeannette zijn alle films onder vrienden gemaakt.

We waren beiden nog student toen we elkaar leerden kennen. Vele nachten hebben we gediscussieerd. Over hoe we de wereld zouden veranderen. Over hoe we ons ding konden doen. Dat het misschien niet mogelijk was om ons ding te doen, kwam niet eens in ons op. We vonden ons leven uit, we hingen niet vast aan bestaande schema's. We wouden films maken zoals in het theater: als collectief. Gezelschappen kunnen uiteenvallen. Wij zijn bij elkaar gebleven. We kenden op het juiste moment succes. Dat helpt. Ondertussen is de vriendschap onwankelbaar.

Heel wat jongeren hebben 'Marius et Jeannette' en 'La ville est tranquille' nooit gezien.
Darroussin: Dat weten we, maar daar houden we geen rekening mee. We moeten verder schrijven aan ons verhaal. Het was al een poos geleden dat we niet meer in de l'Estaque gedraaid hadden. We hernemen inderdaad de thema's van Marius et Jeannette, Marie-Jo et ses deux amours en La ville est tranquille.

Heeft uw personage heimwee naar de tijd dat arbeiders nog aan één zeel trokken?
Darroussin: Nostalgie speelt mee. Dat kan niet anders: het gaat over ons verleden, onze jeugd, onze ouders. Maar daar legt de film het accent niet op. Het is eerder een bevraging. Hoe komt het dat wij de waarden die we van ouders meekregen, niet op onze beurt hebben doorgeven? Waarden als solidariteit, rekening houden met de miserie van een ander. Is dat omdat mijn ouders andere tijden gekend hebben? Toen er nog geen ziekteverlof bestond en arbeiders een veel harder leven hadden. Toen de Tweede Wereldoorlog duidelijk maakte voor welke waarden gevochten moest worden. We hebben van die ouders gehouden. Ze waren voorbeeldig. Maar we gaven hun waarden niet door. Wij hebben waarden vooropgesteld die verder leken te gaan: succes hebben, slagen in het leven. Dat heeft de weg geopend voor het idee dat we concurrentieel en competitief moeten zijn. Tegenovergestelde waarden. Die vaststelling maakt de film. Waar is het mis gegaan?

Er is geen nostalgie naar een betere tijd. Er is de spijt dat we niet waakzaam genoeg geweest zijn. De televisie was geen hulp. We hebben ons laten rollen.

Zou het kunnen dat het tij terug keert? Jongeren komen terug op straat voor een andere wereld.
Darroussin: Dat zou kunnen. De occupy-beweging, de indignados, de roep om vrijheid in Arabische landen. Ik zie daar veel gamins van negentien jaar tussen lopen en prille twintigers. Mijn kinderen zijn zo oud. Die generatie is wijs gemaakt dat er geen ander systeem mogelijk is en nu stort de wereld ineen. Ze beseffen ze dat ze niet kunnen vertrouwen op de bestaande schema's. Ze doen het enig mogelijke: zelf een leven, een wereld uitvinden. Dat lijkt me heel natuurlijk.

Men praatte tien jaar geleden over het einde van de geschiedenis. Maar er komt nooit een einde aan. Het gaat altijd verder. En er zijn altijd verrassingen. Genieën of grote uitvinders zijn vaak mensen die plots beslissen dat iets anders en beter kan. De beurzen doen ons balen? Laat ze ons dan afschaffen! Inpakken die handel! Het volstaat het luidop te zeggen.

zalen: Aventure, Vendôme

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Film

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni