1409 WENDE SNIJDERS

Wende: 'Alsof mijn naam me dicteert'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
14/01/2014

"Ik wil later liedjes zingen, liedjes maken en shows organiseren." Zo schreef Wende Snijders op haar zevende in een boekje dat ze onlangs terugvond, en dat wil ze, nu haar voornaam haar artiestennaam is geworden, eigenlijk nog steeds. In de Ancienne Belgique stelt ze haar tweede album voor.

In Nederland is Wende een gevestigde waarde; ze loopt er afwisselend de muziekclubs en de schouwburgen af, zowel met geleend chanson als met eigen werk. Nu ze met Last resistance een tweede cd uit heeft, richt ze haar pijlen voor het eerst op België en ligt de focus op nieuw werk. "Ik heb met veel plezier chansons gezongen," vertelt ze. "Net zoals een acteur zich graag waagt aan het oeuvre van Shakespeare of Cassavetes, is het voor elke zanger een enorme uitdaging om de liedjes van Brel, Ferré, Kurt Weill of Barbara te vertolken. Ook de leerlingen van Rembrandt leerden eerst naschilderen om daarna langzaam naar hun eigen stijl toe te kruipen."

De stijl van Wende is een avontuurlijke, ietwat diffuse mix die haar expressieve stem en haar opleiding als performer aan de Amsterdamse kleinkunstacademie integreert met oude theatrale en nieuwe elektronicainvloeden. Zo probeert ze op Last resistance klassieke jeugdherinneringen en orkestrale strijkers – haar moeder overstelpte haar met Rachmaninov, Debussy en Satie – te verweven met de beats die haar Berlijnse producers Nackt en Tilman Hopf haar aanreikten. "Zij deden me inzien dat ik mijn demo's, waarvan ik dacht dat ze bijna af waren, opnieuw moest laten ontvellen alvorens ik verder kon. Het titelnummer gaat over het loslaten van wat je kent, over uit je comfortzone durven te stappen. Het is de rode draad door mijn carrière, alsof mijn naam me dicteert dat ik me telkens moet wenden." Een en ander resulteert nu in een album dat balanceert tussen lieflijk en fors. "In 'Goodbye' hoor je een zangeres die zin heeft om te fluisteren, in 'Do Berlin' iemand die de Berlijnse nacht in wil."

Door die stemmingswisselingen voelt Wende zich veeleer verbonden met choreografen of dramaturgen dan met collega-muzikanten. "Bij Pina Bausch, Anne Teresa De Keersmaeker of Alain Platel zijn die gemoedsbewegingen veel gangbaarder. Alles wat uit België komt, heeft iets luchtigs, alsof er wind doorheen gaat. Het mist de nuchtere relativering die in Nederland hoogtij viert. Het durft theatraal, expressief en donker te zijn. Ik denk dat wij goed zijn in cabaret omdat wij de kunst van het relativeren verstaan. Onze hele handelsgeest bestaat uit polderen en relativeren. We willen de confrontatie niet aangaan. Dat heeft ons geen windeieren gelegd, maar het is anderzijds ook heel vermoeiend."

Omdat Wende zich van kindsbeen af al zangeres, danseres en liedjesmaakster voelt, ervaart ze wat ze doet als een noodzaak. "Ik heb geleerd dat geen enkel woord en geen enkele noot onverschilligheid verdraagt, dat ze concentratie vereisen, zoals de films van Fellini ook een extreme noodzaak met lichtheid combineren. Eerder dan een dromer voel ik me een boer die het land bewerkt, goed naar de elementen kijkt en er elke keer voor probeert te zorgen dat de gewassen netjes omhoog komen."

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Muziek

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni