1408 Wouter Deprez

Wouter Deprez: 'Laat ons de wereld wat ruimer zien'

Tom Peeters
© Agenda Magazine
07/01/2014

"Ik ben een trage rebel," vat Wouter Deprez zijn leven als cabaretier én als mens samen. "Eerst voel je niet dat mijn tanden in je been zitten, maar na een tijd denk je: 'Verdomme, ik krijg hem er niet meer afgeschopt.'"

Dat komt omdat hij geleerd heeft om niet op te geven, zo vertrouwt de West-Vlaamse wereldburger ons toe aan de vooravond van een van de vele uitverkochte voorstellingen van Hier is wat ik denk. Een retraite in Zuid-Afrika in het zog van zijn vriendin, die er ging werken in een dagverblijf voor gehandicapte kinderen, heeft zijn ogen nog wat verder geopend: "Ik heb geleerd om uit mijn kleine, persoonlijke leventje te stappen. Meer dan ooit heb ik beseft dat ik niet alleen een mens ben met behoeftes en verlangens die bevredigd moeten worden. Ik ben ook een burger binnen een systeem, en daar wil ik de komende jaren meer mee doen."

Ondertussen schreef je het boekje Kies over keuzestress. Daarin sta je voor de onmogelijke opdracht een keuze te maken tussen achttien verschillende smartphones, terwijl een wetenschappelijke studie zegt dat een mens maximaal zes alternatieven aankan.
Wouter Deprez: Het onderzoek in kwestie komt uit de consumentenpsychologie en gaat over de keuze tussen soorten confituur. Blijkbaar is de verkoop veel groter wanneer er zes en geen 25 soorten in de winkel staan, want bij te veel keuzemogelijkheden raakt je brein in de war. Het interessantste aan de studie is dat ze niet alleen geldt voor de banale keuze van een pot confituur, maar ook voor de job die je kiest, je partnerkeuze, het feit of we kinderen willen, hoeveel en naar welke school we ze sturen enzovoort. Hoe meer mogelijkheden, hoe hoger je verwachtingen, hoe meer je daardoor verlamd kunt raken. Op het moment dat je de keuze moet maken, voelt het alsof er geen uitweg is, maar beseffen dat er zo'n studie bestaat kan in deze moderne tijd een houvast zijn. Natuurlijk is keuzestress eigen aan een verwende generatie. Maar zeggen dat je het beter niet hebt, helpt ons niet vooruit. Zo werd vroeger ook op depressie gereageerd. Het is handiger om te analyseren wat er precies in ons omgaat en hoe we tools kunnen ontwikkelen om weerbaarder te worden.

Was in Zuid-Afrika gaan wonen een reality check voor je?
Deprez: We woonden niet in een township en zaten dus in een bevoorrechte situatie. Maar toch: je gaat heel hard beseffen hoe goed we het in België hebben. Je zou dan kunnen thuiskomen en zeggen: "Stop toch allemaal met jullie zever." Maar dat helpt niet. Je kunt beter onderzoeken wat onze ontevredenheid creëert en wat we eraan kunnen doen.

In Hier is wat ik denk hou je je publiek een spiegel voor. Schrikken de mensen van zichzelf?
Deprez: Sommigen voelen zich aangevallen, anderen voelen zich aangesproken omdat ik de vinger leg op iets wat ze zelf voelen, maar niet uitdrukken. Hier is wat ik denk gaat over het moment van ontwaken en wat je daarmee doet. Net als in Kies heb ik het over hoe we vastgekluisterd zijn aan ons kleine leventje. We merken amper dat we alleen met onszelf, ons gezin en misschien enkele vrienden bezig zijn. Na mijn verblijf in Zuid-Afrika pas ik niet meer in dat leventje en doe ik een oproep: laat ons de wereld om ons heen wat ruimer zien en ophouden alle heil te verwachten van een gezin, een relatie, een vriendschap. De zinloosheid die ons tijdperk kenmerkt, ontstaat net uit het feit dat we heel veel betekenis uit één ding proberen te halen. Eigenlijk is het de moderne variant van religie.

Je spreekt je publiek meermaals rechtstreeks aan. Toch blijft het vaak ijzingwekkend stil.
Deprez: Dat is niet zo erg. Ik stel natuurlijk vragen over zaken waar we het niet met elkaar over hebben. Heel misschien met goeie vrienden, maar dan nog is het antwoord op de vraag "Ça va?" dikwijls "Ja, ça va". Ook als koppels uit elkaar gaan, hoor je vaak: dat hadden we niet verwacht. We zijn erg beslagen in het ophangen van een succesvol beeld over onszelf, niet alleen omdat we de schijn belangrijk vinden, maar ook omdat we ingeprent hebben gekregen én geloven dat je je plan maar moet trekken, dat het raar is als je het zelf niet opgelost krijgt. Of dat je een verlangen hebt naar iets meer, terwijl dat natuurlijk helemaal niet zo raar is. Ik heb het gevoel dat mensen heel hard hun best doen, maar dat ze geen benul meer hebben van wat het betekent in een groep te zitten en daarmee om te gaan.

Voor wie verwacht had dat een jaar Zuid-Afrika je afkeer voor het kleinburgerlijke Vlaanderen alleen maar zou hebben aangewakkerd, klink je erg mild: de mensen weten het niet meer, maar doen hun stinkende best.
Deprez: Hoe langer we terug zijn, hoe meer goede wil ik zie. Ik vind het hoopvol dat er allerhande collectiefjes worden opgestart. Mensen kopen hun energie samen aan, gaan samen boeren, beginnen een website om dingen te delen. Ik begrijp niet hoe de twee dominante verhalen van onze tijd naast elkaar kunnen blijven bestaan: enerzijds de dwingende noodzaak om anders om te gaan met ons milieu en anderzijds de vaststelling dat de politiek het altijd maar heeft over meer investeren, bouwen en blijven groeien. Die combinatie is faliekant, maar dat durven politici niet te vertellen omdat ze schrik hebben stemmen te verliezen. Terugkerend van Zuid-Afrika is dat gebrek aan politieke moed misschien wel het meest choquerend. Ginder is de erfenis van Mandela immens. Hij heeft zijn nek uitgestoken en is dingen beginnen te veranderen, eerst bij zichzelf, daarna in de maatschappij. Hij was zeker niet de heilige die we er achteraf van gemaakt hebben. Hij was ook een gehaaid politicus, maar hij had wel een grootmoedigheid die ik hier niemand nog maar zie benaderen.

Tijdens de voorstelling geef je de aanzet tot verandering door je kwetsbaar op te stellen. Dat heb je ook zelf moeten leren.
Deprez: Ik doe mijn verhaal vanuit een uitvergrote versie van mezelf, zodat ik niemand concreet aanval. Als je eerlijk vertelt wat er met jou gebeurd is, zijn mensen eerder geneigd mee te stappen in je verhaal. Vroeger ging het anders. Ook bij mij heeft lang het idee geleefd dat je van ijzer en staal moest zijn, zoals de vorige generatie. In mijn eerste zaalshows vond ik het tof om een oorlogje te ontketenen. Dat kende ik van bij ons thuis, en van wat je met je West-Vlaamse maten doet: wat duwen en trekken aan elkaar. Dat is een tof spel, maar de helft van de keren is het toch een rare manier om vriendschap te tonen, en de andere helft doe je het om niet te moeten praten over wat eronder zit. Tegenwoordig probeer ik op het podium te analyseren wat eronder zit, maar dan verpakt in een verteerbare lichtheid. Gewoon zwijgen en voortdoen: daar doe ik niet meer aan mee.

Wouter Deprez: hier is wat ik denk

data: 11 & 12/1, 20.00

tickets: €13/16/17/20

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel-Stad , Podium

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni