Slechts 7,5 procent van de werkzoekenden tweetalig

Werkgevers die op zoek zijn naar kandidaten die vloeiend Nederlands én Frans spreken, hebben weinig te kiezen. Dat blijkt uit een studie van Actiris, de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling. Volgens het onderzoek beschikt maar 7,5 procent van de werkzoekenden over een goede mondelinge kennis van de andere landstaal.

Van de Franstalige werkzoekenden die ingeschreven staan bij Actiris, geeft 7,5 procent aan over een goede mondelinge kennis van het Nederlands te beschikken. Van de Nederlandstaligen geeft hetzelfde aantal werkzoekenden aan goed Frans te spreken.

Een goede kennis betekent dat de persoon zich vloeiend en spontaan kan uitdrukken zonder aantoonbaar naar uitdrukkingen te moeten zoeken (niveau C1) of een near native speaker is (niveau C2)

De werkzoekenden die aangeven over een gemiddelde mondelinge kennis van de andere landstaal te beschikken (niveau B1 en B2) vormen met 22,9 procent een veel grotere groep.

Van de mannen geeft 7,8 procent aan tweetalig te zijn, iets meer dan de vrouwen (7,1 procent). Het onderzoek baseert zich overigens op inschattingen van de werkzoekenden zelf, al zorgt dat volgens Monica De Jonge van Actiris nauwelijks voor een vertekend beeld. "Natuurlijk zijn er altijd mensen die hun talenkennis overschatten, en anderen die te bescheiden zijn, maar de arbeidsconsulent van de werkzoekende heeft daar wel enige controle op, waardoor de afwijking niet zo groot zal zijn."

Niet verrassend blijkt uit het rapport dat er een duidelijke samenhang is tussen het studieniveau en de talenkennis van de werkzoekenden. Over het algemeen geldt: hoe hoger de opleiding, hoe beter de
talenkennis van de werkzoekenden.

Wat leeftijd betreft valt op dat de tweetalige werkzoekenden zich vooral in de uiterste leeftijdsklasse bevinden, namelijk bij de -25-jarigen en de 50-plussers.

De studie van Actiris dateert van december 2015 en verscheen maandag op de site van de RTBF.