RWDM 1977 TEUGELS

Jacques Teugels won 40 jaar geleden de titel met RWDM

Tim Schoonjans
© Brussel Deze Week
03/06/2015

De naam van Jacques Teugels (68) is voor altijd verbonden met die van RWDM, de club waarmee hij veertig jaar geleden de titel pakte. Maar zijn carrière is rijker dan dat. Hij won ook twee titels met RSC Anderlecht, eindigde met de Rode Duivels als derde op het Europees kampioenschap en scoorde meer dan honderd goals in onze eerste klasse. En dat met concurrentie van een getalenteerde generatie.

"Paul Van Himst, Jan Mulder, Wilfried Puis, Pummy Bergholtz en Johan Devrindt,” somt Teugels zijn concurrenten bij RSC Anderlecht op. “En pas dan kwam ik. We speelden met drie voorin, dus moesten er al twee afvallen voor ik kans maakte. En je moet weten dat er nog geen spelers op de bank waren toen ik begon. Later mocht je met drie reservespelers starten. Het was dus niet evident om speelkansen te krijgen.”

Nochtans was de Brusselaar een kind van het huis. Op zijn twaalfde kwam paars-wit hem halen bij Sporting Club Elsene waarna hij al de jeugdrangen doorliep in Anderlecht. Uiteindelijk kwam hij in twee seizoenen tijd een tiental keer in actie en behaalde hij twee titels, alvorens andere oorden op te zoeken. “Daar heb ik een beetje spijt van. Bergholtz zou naar Crossing Schaarbeek gaan, maar op de laatste dag van de transferperiode ging dat ineens niet door. Ik wou spelen, dus ben ik op het voorstel van Union Sint-Gillis ingegaan.”

“Een van de redenen waarom ik voor Union koos, is dat ik een plaats kreeg bij Vanden Borre. In die tijd werkten we overdag en gingen we om 18 uur trainen. Dat was nodig om geld in het laatje te brengen.”

Union was in die periode een middenmoter die elk seizoen flink zijn best moest doen om in eerste klasse te blijven. “Het was soms op het nippertje,” vat Teugels de periode samen. Hij groeide er uit tot een volwaardige eersteklassespeler en een sterkhouder die de ballen er vlotjes in trapte. “Bij Union was het echte camaraderie. We speelden uiteraard om te winnen, maar wat het resultaat ook was, achteraf gingen we met een kleine groep spelers iets eten in de Korte Beenhouwersstraat.“

Dat Teugels na drie seizoen naar Racing White trok, heeft voor een groot deel te maken met Felix Week en Jean Dockx. “Week had me getraind bij Union en wou mij halen om het vertrek van Dockx op te vangen. Maar Union wou een concurrent niet versterken, dus heeft Anderlecht mij gekocht om mij dan te ruilen voor Dockx. Zonder mij was hij niet naar Anderlecht getrokken.”

“Omdat een speler geen twee transfers in één seizoen mag doen, heeft RSCA een ‘witte transfer’ gedaan: de vakjes met de namen van de clubs waren leeg gelaten op het contract met Union, dus konden de mensen van Anderlecht de namen invullen die ze wilden.”

Supporters op klompen
Bij Racing White kwam Teugels in een goede ploeg terecht die al wat hoger mikte. In het seizoen 1971 – 1972 eindigde hij samen met Mulder en Rensenbrink op de tweede plek van de topschutterstand (na Raoul Lambert). Zijn sterke prestaties leverden hem een plek op bij de Rode Duivels, waarmee hij in 1972 aan het Europees Kampioenschap deelnam. “Bij de nationale ploeg kwam ik terug mannen als Van Himst tegen, waardoor ik vooral op de bank zat. We speelden een goed EK. In de halve finales nekten twee goals van Gerd Müller ons, maar in de kleine finale klopten we Hongarije om zo toch nog de derde plaats te pakken.”

De stijgende lijn die de carrière van Teugels maakte, kreeg in Brussel een duwtje in de rug. Zijn Racing White fusioneerde in 1973 met Daring Molenbeek, en met RWDM ontstond een nieuwe club die RSC Anderlecht naar de kroon wou steken. “Op sportief vlak liep het goed bij Racing White, maar de contracten waren te zwaar en er ontstonden gaten. In Molenbeek hadden ze dat gezien. Voorzitter L’Ecluse en burgemeester Machtens wilden een ploeg uitbouwen met naam en zagen hun kans.”

“Als spelers werden pas op de hoogte gesteld toen het bijna rond was. Op één na waren al de basisspelers afkomstig van Racing White, aangezien Daring in tweede speelde. In het begin waren er door dat samengaan wel wat spanningen binnen de club.”

RWDM schoot sterk uit de startblokken en werd tijdens zijn eerste seizoen derde. Maar hét moment de gloire, het seizoen waar supporters vandaag nog steeds met fierheid over praten, is de kampioenstitel in 1975. “Dat is het mooiste moment uit mijn carrière. Deze keer was ik titularis en heb ik actief bijgedragen aan de titel.”

“We hadden toen echt wel een topploeg, allemaal gasten die voor de eerste keer kampioen wilden worden. Spelers als Boskamp en Bjerre hebben ervoor gezorgd dat we professioneler zijn geworden. Wij waren daarvoor eigenlijk maar amateurs die in eerste klasse speelden. Zij kwamen van Feyenoord en PSV, en hebben die professionele mentaliteit overgebracht. Maar er liep ook wat talent rond, hé. De Bree, Polleunis, Martens; noem maar op.”

“We hadden ook een fervent publiek achter ons. De rivaliteit met Anderlecht was toen wel stevig, hoor. Ik herinner me dat de Molenbeekse supporters naar het Astridpark stapten met hun klompen aan, omdat ze op bezoek gingen bij de ‘boeren’.”

Teugels zorgde met een doelpunt tegen Anderlecht voor een zege die paars-wit definitief uit titelkoers sloeg en RWDM naar de titel leidde. Hij was dan ook een graag geziene speler, en dat koste hem bijna zijn hoofd. “De maandag na de titel gingen we iets drinken met de ploeg. We kwamen supporters tegen, die me in de lucht staken. Maar in het café hing een ventilator aan het plafond, en op een bepaald moment was ik niet meer dan twintig centimeter verwijderd van de schroeven. Dat had anders kunnen aflopen.”

Uiteindelijk speelde Teugels vier seizoenen voor RWDM en haalde hij met hen onder meer de halve finale van de Uefa Cup. Hij beëindigde zijn carrière in mineur bij La Louvière. Pesterijen zorgden ervoor dat hij te weinig zijn kans kreeg en uiteindelijk op 33-jarige leeftijd besloot te stoppen.”

Dailly en Ost
Jacques Teugels volgt vandaag nog steeds het voetbal, maar in een stadion vind je hem niet zoveel meer. Zeker niet in het Edmond Machtensstadion (zie kader). Al keert hij binnenkort misschien terug. “Als het nieuwe project rond RWDM rond geraakt, zal ik wel eens gaan kijken. Ik ben bevriend met Thierry Dailly en Danny Ost (de manager en trainer, red.). Het is een mooi project, maar ze beginnen wel van nul, hé. Al kunnen ze volgens mij wel rekenen op een trouwe groep supporters.”

“RWDM betekent natuurlijk wat voor mij. Als ik moet kiezen tussen RSCA, Union en RWDM, dan kies ik toch voor die laatste ploeg. De kampioenstitel blijft een fantastische herinnering.”

------------------------

Standard - Club Brugge

Het nieuwe project rond RWDM doet hem iets, zegt Teugels, in tegenstelling tot de ploeg die voor kort in het Edmond Machtensstadion speelde. "Ik had eens aan Johan Vermeersch om kaarten gevraagd voor een match van FC Brussels," vertelt de Brusselaar. "Hij verwees me naar een document, waarop onder meer werd gevraagd waarom ik aanwezig wou zijn. Ik vulde in: om naar Standard - Club Brugge te kijken. Mijn aanvraag werd geweigerd. Via via heb ik toch tickets gekregen voor die match. Dat was de laatste keer dat ze mij daar hebben gezien. Maar binnenkort keer ik misschien wel eens terug."


Tim Schoonjans

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni