Vluchtelingen op de loop

Francis Marissens
© Brussel Deze Week
09/10/2010
Is de 20 km door Brussel al jaren het Belgische loopevenement bij uitstek, dan weet ook de marathon telkens duizenden sporters naar de hoofdstad te lokken. Niet dat ze allemaal voor de 42,195 kilometer gaan: er staat ook een halve marathon op het programma, en die afstand is veel populairder.

D it jaar worden er ruim 7.500 lopers verwacht voor de Brussels Marathon. Sommigen zijn geboren en getogen Brusselaars, anderen komen van ver uit het hinterland afgezakt. Of nog van veel verder, zoals een achttal jongeren uit Afghanistan en Afrika. Niet dat ze spe­ciaal een vlucht boekten om hier deel te nemen; nee, ze zijn echt op de loop, vluchtelingen die asiel in België hebben aangevraagd en nu in het Klein Kasteeltje logeren.

Het onthaalbureau BON werkte met hen een begeleidingstraject af: Masir Avenir, een zomerprogramma inburgering voor minderjarige asielzoekers, gefinancierd door het Europees Vluchtelingenfonds (EVF). Ook BON-medewerkster Klaartje Ory haalde tijdens het zomerkamp haar loopschoenen boven. "Naast een twintigtal Afghaanse jongeren hadden we ook tien Afrikanen in de Masir Avenir-groep," vertelt Ory. "Een van die gasten had op kamp nergens zin in. Echt nergens in. Eerder had hij weleens laten vallen dat hij heel graag liep. Dus trok ik mijn outfit aan voor een toertje: ik hoopte hem zo uit zijn kot te lokken. Het lukte niet, ik kreeg hem niet mee, maar heel wat Afghaanse jongeren wel. En voor we het goed en wel doorhadden, vormden we een loopclubje."

"Ook terug thuis gingen we door. Dus daagde ik hen uit: waarom niet eens meedoen aan de halve marathon van Brussel? BON-collega Abdel kwam mee de trainingen begeleiden. Want als het echt hard gaat, kan ik de jongens niet volgen."

"Golazo, het evenementenbureau dat de marathon organiseert, schonk ons twaalf gratis inschrijvingen. En men bracht ons ook in contact met de loopschoenenfabrikant Asics, die voor iedereen een loopuitrusting veil had. Sommige jongens liepen tot dan op gewone schoenen."

Dari en sporttaal
Drie keer per week wordt er getraind in het Koekelbergse Elisabethpark. Hussein Amiri (18) gaat niet mee vandaag. Hij is gisteren gaan lopen met een vriend. "Toch twee keer tien kilometer," zegt hij. En die hangen nu nog in de benen. "Maar ik wil deze week graag ook eens naar Steenokkerzeel lopen. Naar dat andere opvangcentrum. Iemand van het Klein Kasteeltje gaat me de weg tonen. Bovendien spreken ze daar Nederlands. Ik vind dat een heel mooie taal. Frans niet: daar snap ik niks van."

"Vijf maanden ben ik nu in België," vertelt Amiri. "Vroeger liep ik nooit, tenzij om te
spelen. Maar die halve marathon haal ik zeker. Toch ga ik daarna niet verder doen: gewichtheffen, dat is wat ik wil. Ik ga al af en toe fitnessen, maar ik zou me moeten aansluiten bij een echte club. Die ken ik hier nog niet."

Bashar is zestien en woont een jaar in het Klein Kasteeltje. "We zijn nu zo'n vijftig dagen aan het trainen, drie keer per week. Voor mij was dit nieuw. In Afghanistan had ik enkel wat aan karate gedaan. Maar 21 kilometer lopen, dat gaat ons lukken. We leggen nu meestal vijf, zes rondjes in het park af."

Haider is Irakees. Hij is al 25 jaar en zat niet in de oorspronkelijke groep jongeren. Maar ook hij wilde graag meedoen. "Ik ben nu een jaar en acht maanden in België en wacht nu om te mogen blijven. Sportief ben ik altijd al geweest. In Irak speelde ik voetbal, ik ging zwemmen en lopen. En ik heb er ook eens meegedaan aan een lange wandeltocht: twee dagen en één nacht stappen, met alleen een paar pauzes van tien minuten om wat te eten en te drinken. Stoppen is voor mij geen optie: ook na de halve marathon van Brussel wil ik verder blijven lopen.""

"Het werkt dubbel," legt Klaartje Ory uit. "De Afghanen spreken Dari, maar volgen Nederlandse les. De gemeenschappelijke taal hier is sport, gekruid met enkele woordjes Nederlands. Mentaal sterkt het hen. 'Zo denken we eens niet aan problemen,' zeggen ze vaak."

Abdul Rahim (17) heeft er in elk geval schik in. "Brussel is oké, maar hier spreken ze wel niet veel Nederlands. Geef mij maar Gent, Antwerpen of een plaatsje in een Vlaamse provincie. Daar zou ik later graag wonen. Andere mensen begrijpen is belangrijk."

"Dat we samen lopen, vind ik tof," zegt Rahim. "We zijn vrienden geworden. Individueel gaan lopen, daar hou ik helemaal niet van. In groep is het veel aangenamer."

Enkele jongens trainen niet meer mee of komen minder vaak. Ze kregen een nieuwe woonplaats toegewezen. "Er is een jongen verhuisd naar Roeselare; een andere wordt opgevangen in Tongeren," zegt Ory. "En die liet me al weten: 'Het eerste wat ik hier heb gevonden, was een tof park om te lopen.' Dat was dus al een heel klein beetje thuiskomen. Ook zij zullen er op 10 oktober bij zijn in Brussel."


:: Meer over het BON-project Masir Avenir op de blog masiravenir.wordpress.com. Meer over de Brussels Marathon op www.sport.be/runningtour/brusselsmarathon/2010/nl

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Sport

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni