Met talent, enthousiasme en bravoure haalt de Brusselse pianiste Marie François klassieke muziek uit haar ivoren toren. “Ik wil niet alleen optreden voor melomanen.”
©
Johan Jacobs
| Pianiste Marie François: “Mensen vergeten al eens dat klassieke muziek de meest menselijke muziek is.”
Lees ook: Dans la Champions League des pianistes
"Sorry, er was even geen elektriciteit en dus ook geen wifi,” zegt Marie François wanneer ze met een paar minuten vertraging op de Zoom-afspraak verschijnt. De Brusselse pianiste zit tien dagen in Kaapstad, stroompannes zijn er dagelijkse kost. “Mensen zijn het gewoon hier. Iedereen heeft een noodgenerator of lampen op batterijen. Het is hier ook winter, het is vroeg donker.”
Vorige zondag trad François op in Port Elizabeth, waarvoor ze eerst met het orkest moest repeteren. “Toen ik er om 11 uur ’s ochtends aankwam, was er geen elektriciteit en dus was het er pikdonker. De 55 muzikanten verlichtten dan maar hun partituur met hun telefoon. Een uur voor het concert zijn de lichten alsnog aangefloept.” De duisternis zou anders een prima decor geweest zijn voor de nocturnes van de Pools-Franse componist en pianist Frédéric Chopin, die François gebundeld heeft op haar nieuwe, derde album, dat deze week internationaal wordt gereleaset. “Ja, precies. Dat had ook goed bij de filosofie van Chopin gepast.”
In Zuid-Afrika zit François op uitnodiging van Rik Ghesquière, die na zijn tijd als eerste trompettist bij het Brussels Philharmonic als dirigent een stevige band opbouwde met de zuidelijke tip van Afrika. Straks moet François naar het conservatorium van Stellenbosch om er jonge pianisten in een masterclass te tonen hoe ze muziek moeten interpreteren. “Heel erg spannend, want ik moet dan in mijn eentje een Uber nemen. Eigenlijk mag je je hier nooit alleen verplaatsen, door de onveiligheid. Overal zie je tralies voor de ramen en security. Dat is toch nog net iets anders dan in Brussel, daar heb ik me nog nooit een dag onveilig gevoeld.”
Ondanks alles blijven Zuid-Afrikanen hartelijk en positief, zegt ze. “Wij zouden al lang deprimerend in een hoekje zitten te klagen. Ik vind het ook verbazingwekkend hoe creatief iedereen is. Muzikanten kunnen hier sowieso moeilijk rondkomen zonder daarnaast ook nog een job te doen.”
Een pluk haar van Beethoven
François geeft toe dat het als jonge klassieke muzikant ook in België knokken is. “Ik werk 12 tot 15 uur per dag. Gisteren had ik voor het eerst in drie jaar vrij. Ik ga nooit op vakantie. Ik ben voortdurend bezig met de piano, en hoe te kunnen ondernemen en innoveren.” Ze probeert zoveel mogelijk nieuwe ideeën uit, knoopt aan met mensen buiten de klassieke muzieksector om zich zo een weg te banen. “Altijd vanuit de filosofie: durf te vragen. Ik wil dingen begrijpen. Geld is belangrijk om te kunnen leven, en om projecten uit te kunnen werken. Maar ik ga eerst op zoek naar een idee, er moet altijd een concept staan.”
‘Zet mij alsjeblieft niet in het hokje van klassieke muzikant’
Pianiste
Veel van haar collega’s combineren klassiek met lesgeven. Maar de masterclass die François geeft in Stellenbosch doet ze niet om den brode, wel omdat ze het graag doet. “Ik deel graag mijn passie voor klassiek. Of ik nu op de Flagey Piano Days speel, of in een huiskamer, ik spreek mijn publiek altijd toe. Ik ben uiteindelijk een verhalenverteller.” Dat is ook de essentie van klassieke muziek, vindt ze. “Op het conservatorium leer je hoe je die muziek zo goed mogelijk kan spelen, maar we zijn maar weinig bezig met hoe we ze naar de luisteraar brengen. Dat bruggetje is belangrijk, want zonder zijn we slechts uitvoerende musici.”
Er is de serieuze Marie François, die acht uur per dag pianospeelt en muziek interpreteert, maar er is ook de joviale, spontane Marie François, die mensen wil entertainen en vertelt hoe Bach twintig kinderen had en Beethoven kaal begraven is, omdat mensen zijn haar afknipten en bijhielden als relikwie. “Als ik mijn publiek vertel dat Jeux d’eau van Ravel gebaseerd is op watergedruppel, zien de mensen dat meteen voor zich.”
Dat verbinden leerde François in Brussel. “De stad, met al haar culturen, is mijn laboratorium. Soms raak ik aan de praat met mensen op de tram of de metro. Als ik op de vraag wat ik doe ‘pianospelen’ antwoord, is het meteen van: ‘Ja, maar wat doe je echt?’ Ik zoek dan manieren om uit te leggen waar ik mee bezig ben. Wanneer ik live speel, probeer ik ook een kader te scheppen waardoor mensen de muziek beter kunnen appreciëren. Ik wil niet alleen optreden voor de vijf procent melomanen, ik wil iedereen de schoonheid van die muziek doen ontdekken.”
©
Johan Jacobs
Inspiratie haalt ze ook uit de pop. “Iemand als Billie Eilish bindt mensen aan zich omdat ze een persoon van vlees en bloed toont.” Popsterren hebben natuurlijk woorden waarmee luisteraars zich kunnen identificeren. Mist ze dat als klassieke muzikant niet? “Niet per se. Ik vind het ook magisch dat klassieke muziek nog een van de enige genres is waarbij je naar een concert gaat puur voor de muziek, en dat moment deelt met anderen. Zonder een glas of gsm in je hand.”
Het lijf in Parijs, het hart in Warschau
Volgend jaar speelt François Le carnaval des animaux van Camille Saint-Saëns, met acteur Koen De Bouw als verteller. Daarna volgt een project rond De seizoenen van Tsjaikovski, samen met Lize Spit, Joke van Leeuwen, Max Temmerman en Ester Naomi Perquin. Een voorstelling waarbij poëzie en klassiek zich om elkaar strengelen. “Met woorden, dus. (Lacht) Tsjaikovski had zijn compositie oorspronkelijk ook geschreven in opdracht van een literair magazine. Ik vind het fijn om dat soort projecten te doen, en te zoeken naar kruisbestuivingen.”
Chopin was dan weer een project dat ze solitair uitvoerde. Tijdens de lockdowns vond ze in de componist een toeverlaat. “Ik was verloren, ik vond mijn weg naar de piano niet meer. Het kleine vlammetje dat nog brandde, heb ik aangewakkerd met zijn nocturnes.” Eén specifieke nocturne, ‘Opus 48 nummer 1’, waaide door haar hoofd tijdens lange wandelingen met haar hond door de stad. “Ik nam mij voor om na de pandemie dat stuk niet voor mezelf te houden, maar het zoveel mogelijk te delen. Om zo uit die vicieuze cirkel te breken.”
François deed geen half werk. Ze trok naar Warschau, de stad waar Chopin opgroeide, voor hij op zijn 21e naar Parijs vluchtte. In zijn muziek zou hij die roots altijd blijven koesteren. “Op zijn doodsbed heeft hij zelfs gevraagd om zijn hart in Polen te begraven, terwijl zijn lichaam rust op het kerkhof van Père-Lachaise in Parijs.” François verbleef er een maand, trok dagelijks naar een pianowinkel om daar één nocturne te spelen, 21 dagen lang. Ze kon zijn manuscripten lezen en speelde op de laatste piano die hij zelf had gebruikt. “Chopin heeft 99 procent van zijn oeuvre alleen voor piano geschreven, hij heeft dat instrument helemaal doorgrond. Zijn filosofie was: elke noot spreekt, elke noot vertelt een verhaal. Hij was verzot op zangeressen, de melodieën van de nocturnes kunnen allemaal gezongen worden. Door mij zo in zijn composities te verdiepen, wilde ik zo dicht mogelijk bij mijn eigen stem staan.”
“Ik weiger mee te doen aan wedstrijden, klassieke muziek is geen sport”
Pianiste
’s Avonds maakte François van haar beleving een podcast, heel erg DIY, weggestopt onder een laken om galm te voorkomen. Met succes, want met Who doesn’t love Chopin’s nocturnes won ze vorig jaar een Belgian Podcast Award. “Ik had nooit verwacht dat dat project zo’n vlucht zou nemen. Ik ben daarna op tournee gegaan. Zestig keer heb ik die ene nocturne opgevoerd, als een ode aan het publiek, iets wat we samen deelden. Door dit project ben ik echt enorm gegroeid als mens.”
Poolse saudade
De nocturnes van Chopin spelen, dat is als The Beatles coveren. Hoe leg je je persoonlijkheid in een werk dat al zo vaak door zoveel virtuozen is uitgevoerd? “Ik vind het moeilijk om mezelf een compliment te geven, maar ik denk wel dat ik erin geslaagd ben om mijn eigen stem te vinden,” zegt François. De piano die ze gebruikte, werd speciaal op een lagere frequentie gestemd, waardoor ze warmer en ronder klinkt. En het valt op hoeveel ruimte de pianiste in het klankenlandschap stopt. Miles Davis, die de stilte tussen de noten even belangrijk vond als de noten zelf, zou goedkeurend geknikt hebben. Hij besefte als geen ander hoe die ruimte de emotionele impact vergroot en de weemoed verhoogt.
“Melancholie staat centraal in de muziek van Chopin. Hij vatte dat met het Poolse woord żal.” Geen Pool zal dat verlangen precies kunnen uitleggen, maar het is zowat het equivalent van het Portugese ‘saudade’. “Een gevoel waar ik heel hard mee resoneer. Er is een anekdote over hoe Chopin samen met Liszt in een kamer in Parijs ’s nachts door het raam kijkt. Chopin wijst naar de volle maan en begint een nocturne te spelen. Dát is de sfeer die ik wilde creëren.”
Stilte kan heel krachtig zijn, zeker vandaag. Nog meer wanneer die uit een uit de kluiten gewassen instrument zoals een piano komt. “Ik probeer die stiltes zo lang mogelijk te rekken,” grinnikt François, “om te zien hoe ver het publiek erin kan meegaan.” Het is knap hoe de pianiste telkens haar eigen accenten legt. “In de klassieke muziek is het repertoire geniaal genoeg om telkens opnieuw uit te voeren. Maar in opleidingen ligt de nadruk te veel op foutloos spelen en te weinig op creativiteit en persoonlijke interpretatie. Ik weiger ook aan wedstrijden mee te doen, omdat ik niet geloof in die sportieve benadering. Voor mij gaat het om je eigen vingerafdrukken achterlaten.”
François werd dankzij die eigenzinnige koers drie jaar geleden door Klara gekoesterd als een van haar ‘Twintigers’. “Dat was zeer fijn. Klara geeft jonge muzikanten een platform zonder competitiedruk. Dat opent de weg naar een breder publiek, ook voor jongeren. Ik zie iedereen als potentiële liefhebber van klassieke muziek, als je die maar toegankelijk brengt.”
Kortom, François doorbreekt barrières. “Ik wil niet in het hokje ‘klassieke muzikant’ geplaatst worden als dat betekent dat je saai bent en alleen maar uren studeert. Ik ben mens en laat me inspireren door alles om me heen. Daarom vind ik het belangrijk om ook het culturele te leren kennen – in Polen, hier in Zuid-Afrika – net zoals componisten vroeger deden. Uiteindelijk wil ik vooral het menselijke terugbrengen in de muziek.”
Chopin: Nocturnes verschijnt op 5/9 wereldwijd bij Evil Penguin Classic. Marie François speelt nog één huiskamerconcert in Brussel en gaat daarna op tournee in Nederland
Lees meer over: Brussel , Muziek , Marie François , Chopin , pianiste