Het Brusselse fietsmerk Sugg, opgericht door Frédéric Mertens, staat voor een kanteljaar. Na enkele woelige jaren waarin de opstart werd gehinderd door leveringsproblemen en een krimpende markt, mikt het merk dit jaar op financieel evenwicht. Dat schrijft L’Echo.
© SUGG
| De Sugg-fietsen zijn kleiner, compacter en robuuster.
Brussels fietsenmerk Sugg wil dit jaar doorbreken
Sugg is gespecialiseerd in compacte stadsfietsen, zowel elektrisch als mechanisch, die volledig worden geassembleerd in een atelier in de Lakensestraat. De frames komen uit Tsjechië, maar de rest wordt zoveel mogelijk lokaal of Europees geproduceerd. De elektrische onderdelen zijn Chinees, ontworpen door ex-Bosch-ingenieurs. De batterijen worden in Frankrijk geassembleerd en zijn herstelbaar.
Tot nu toe werkte Sugg zonder winst. Mertens betaalde zichzelf nog niet uit, maar hield het bedrijf overeind met spaargeld. Ook 2024 zal nog met verlies worden afgesloten, maar de vooruitzichten verbeteren. Dankzij 580.000 euro aan subsidies, waaronder 500.000 euro van de federale overheid en 80.000 euro via het Brusselse Becircular-programma, kan het bedrijf investeren in groei. Sugg wil dit jaar 200 elektrische en 50 mechanische fietsen verkopen, wat voor het eerst tot financiële stabiliteit zou moeten leiden.
Ook de toekomstplannen zijn ambitieus: in 2026 moet een cargo-versie op de markt komen, gevolgd door een standaardfiets. Mertens droomt van een Sugg in elk huishouden en in elke Brusselse fietsenwinkel.
Lees meer over: Brussel , Economie , Mobiliteit , Sugg , fietsen , Frédéric Mertens