In 2024 besteedden Brusselse huishoudens gemiddeld 34,6 procent van hun uitgaven aan huisvesting. Dat is een lichte stijging in vergelijking met 2022, toen het om 32,2 procent ging. Dat blijkt uit het nieuwste Huishoudbudgetonderzoek van Statbel.
©
Bart Dewaele
| 88 procent van de Brusselse gezinnen beschikt over een wasmachine, tegenover 97 procent in Vlaanderen en 96 procent in Wallonië.
Brusselse huishoudens besteden grootste deel van hun budget aan wonen
Waalse en Vlaamse huishoudens geven in verhouding minder uit aan huisvesting. Het gaat om respectievelijk 30,5 en 29,9 procent. Brusselse gezinnen geven dan weer minder uit aan transport: 9 procent van hun budget, tegenover 11,5 procent in Vlaanderen en 13,1 procent in Wallonië.
Voeding en niet-alcoholische dranken nemen 13,9 procent van het Brusselse budget in, wat ongeveer gelijkloopt met het Belgische gemiddelde. Cultuur en vrije tijd zijn goed voor 8,2 procent van het Brusselse budget en restaurants en cafés voor 7,5 procent.
Voor gezondheid reserveren Brusselse huishoudens 5 procent van hun budget. Uitgaven aan meubelen en huishoudtoestellen liggen op 4,2 procent. Aan kleding en schoenen wordt 3,1 procent besteed. Aan alcohol en tabak gaat 1,7 procent van de uitgaven op.
Minder vaste telefoons en auto's
Naast de uitgaven wordt in het Huishoudbudgetonderzoek ook gepeild naar het bezit van duurzame goederen. Daaruit blijkt dat Brusselse huishoudens op dat vlak vaak verschillen van de rest van het land. Zo heeft slechts 24 procent van de Brusselaars nog een vaste telefoon, terwijl dat 40 procent is in Vlaanderen en 34 procent in Wallonië. Het aantal geïntegreerde airconditioningsystemen ligt met 4 procent eveneens lager dan in Vlaanderen (13 procent) en Wallonië (7 procent).
Brusselse huishoudens wijken ook af in hun autogebruik. Slechts 51 procent bezit een wagen, terwijl dat cijfer in Vlaanderen 88 procent en in Wallonië 89 procent bedraagt.
Ook bij huishoudtoestellen zijn er verschillen. Zo beschikt 88 procent van de Brusselse gezinnen over een wasmachine, tegenover 97 procent in Vlaanderen en 96 procent in Wallonië. Televisies zijn aanwezig in 82 procent van de Brusselse huishoudens, terwijl dat 97 procent is in Vlaanderen en 95 procent in Wallonië.
Tot slot zijn er ook verschillen bij huisdieren. In de hoofdstad heeft slechts 8 procent van de gezinnen een hond en 21 procent een kat. In Vlaanderen gaat het om 20 en 25 procent, in Wallonië om 28 en 35 procent.
Lees meer over: Brussel , Economie , statbel , huishoudbudget , huisvesting
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.