Steun voor totaalverbod nachtvluchten bij Brussels Airport ondanks geluidshinder beperkt

Het draagvlak voor een totaalverbod op nachtvluchten blijft beperkt bij de omwonenden van Brussels Airport. Slechts 22 procent steunt een verbod, tegenover 25 procent vorig jaar. Dat blijkt woensdag uit de tweede jaarlijkse bevraging bij 1.416 buurtbewoners door onderzoeksbureau Indiville in opdracht van pakjesbedrijf DHL.

Net als vorig jaar zijn Brusselaars wel opvallend kritischer voor de nachtvluchten dan Vlaams-Brabanders. Zo is 17 procent van de ondervraagde Vlamingen gewonnen voor een verbod en is 56 procent expliciet tegen. Bij de Brusselaars is dat 32 procent voor en 39 procent tegen. De luchthaven wordt over het algemeen wel breed gezien als een economische motor: 75 procent vindt Brussels Airport belangrijk voor de economie en werkgelegenheid.

Toch blijft geluidshinder door vliegverkeer een realiteit: 30 procent ervaart redelijk tot zeer veel hinder, iets meer dan de 28 procent van vorig jaar. De nachtelijke hinder neemt licht af: 13 procent meldt 's nachts redelijk tot zeer veel hinder, tegenover 17 procent in 2024.

Leden van lokale actiegroeperingen rapporteren daarbij structureel meer hinder dan andere bewoners. Wanneer er wordt gevraagd naar mogelijke oplossingen, kijken de meeste respondenten naar technologische innovatie. Zo ziet 49 procent heil in stillere vliegtuigen en pleit 40 procent voor strengere geluidsnormen 's nachts. Slechts 14 procent wil het totaal aantal vliegbewegingen verminderen.

Vooral medische en dringende nachtvluchten krijgen brede steun (83 procent). Vakantievluchten (20 procent) en nachtelijke lijnvluchten binnen Europa (23 procent) kunnen dan weer op veel minder begrip rekenen.

Uit de resultaten van de bevraging komt tot slot naar voor dat het debat over nachtvluchten vooral lijkt te leven bij een actieve minderheid. De meerderheid van de bevraagde omwonenden blijft neutraal of onbeslist en verkiest technologische innovatie boven strenge beperkingen. Politiek gezien blijft het thema voor de meeste omwonenden ondergeschikt: voor 52 procent speelt het geen rol in hun stemgedrag, vergelijkbaar met vorig jaar.