N-VA wil jeugdrecht hervormen: ‘Jongeren verantwoordelijk stellen’

De N-VA maant de Brusselse regering aan versneld werk te maken van een hervorming van het jeugdrecht. De recente rellen in de Brusselse straten tonen volgens parlementslid Liesbet Dhaene (N-VA) aan dat de nood hoog is. Sinds mei werd er nauwelijks vooruitgang geboekt in het dossier. De regering had wel andere zaken aan het hoofd, klinkt het bij minister Pascal Smet (SP.A).

Sinds de zesde staatshervorming zijn de verschillende deelstaten bevoegd voor het jeugdrecht, tot voordien een federale bevoegdheid. Waar Vlaanderen en Wallonië momenteel de laatste hand leggen aan een hervorming, zit het dossier in Brussel nog steeds in een overlegfase. Sinds mei ligt het op het bureau van de Brusselse regering, maar de voorbije maanden werd er nauwelijks vooruitgang geboekt.

'Meer rechtvaardigheid, minder recidivisme'

Te traag, zegt de N-VA. De rellen van de voorbije weken in Brussel, waarbij al 19 minderjarigen opgepakt werden, tonen aan dat de nood hoog is, aldus Brussels parlementslid Liesbet Dhaene. Volgens haar moet Brussel dezelfde lijn als Vlaanderen kiezen, zijnde een jeugdsanctierecht dat jongeren verantwoordelijk stelt voor hun daden - rekening houdende met hun leeftijd en de ernst van de daden.

Wat de N-VA betreft moeten jongeren verplicht kunnen worden de schade die zij aan personen en maatschappij berokkenen terug te betalen. Onder strikte voorwaarden zouden jongeren ook onder elektronisch toezicht geplaatst moeten kunnen worden.

“Dat is in het voordeel van de jongere zelf,” zegt Dhaene aan BRUZZ. “Wie jong in contact komt met het gerecht, heeft later een grotere kans op recidivisme. Wij willen jongeren doen beseffen dat zij verantwoordelijk zijn voor hun daden, en de gevolgen ervan. Dat leidt tot meer rechtvaardigheid, en minder recidivisme."

"Maar spijtig genoeg merk ik dat de Brusselse regering vandaag niet de ambitie heeft om hier werk van te maken," besluit Dhaene.

Regering had andere zaken aan het hoofd

Bevoegd minister Pascal Smet (SP.A), die de huidige stand van zaken op vraag van Dhaene woensdagochtend toelichtte in het Brussels parlement, benadrukte dat het dossier lopende is. In januari moet een principenota van de regering aan de relevante partners uit de sector voorgelegd worden, waarna de zaken volgens Smet snel kunnen gaan.

Maar waarom er sinds mei nauwelijks stappen werden gezet? “Er zijn dit jaar wel wat andere zaken gebeurd die onze aandacht opeisten,” verweerde Smet zich.