Een school in Etterbeek

| Een school in Etterbeek.

Ontwerper Koalatest: ‘Meertaligheid niet dé oorzaak van slechte taalvaardigheid kleuters’

NL
© BRUZZ
12/02/2024

Het percentage kleuters dat extra taalsteun nodig heeft, ligt in Brussel veel hoger dan in Vlaanderen. Dat is volgens professor Kris Van den Branden (KU Leuven) niet alleen aan meertaligheid te wijten. “Ook de socio-economische thuissituatie speelt een rol.”

38 procent van de leerlingen uit de derde kleuterklas in het Brussels Nederlandstalig onderwijs heeft nood aan extra taalsteun. Dat bleek maandag uit de resultaten van de Koalatest. Die taalscreening onderzoekt de mate waarin kleuters het Nederlands beheersen. Het Brusselse resultaat is veel slechter dan het gemiddelde in het Nederlandstalig onderwijs: 85 procent van alle kleuters beheerst het Nederlands wél voldoende om naar het eerste leerjaar te gaan.

Volgens professor Kris Van den Branden (KU Leuven), die de Koalatest mee ontwikkelde, komt het Brusselse percentage niet als een verrassing. “In grootsteden liggen de percentages hoger.” Zo ook in Antwerpen, waar 27 procent van de kinderen extra ondersteuning nodig heeft.

Is het hoger aandeel meertalige leerlingen in grootsteden de verklaring voor dit verschil?
Kris Van den Branden: “Het klopt dat in grootsteden meer talen gesproken worden dan elders in Vlaanderen, maar meertaligheid an sich is niet de oorzaak. Belangrijk is vooral de socio-economische thuissituatie. Kinderen die uit een gezin komen met laaggeschoolde ouders zijn kwetsbaarder dan kinderen met hooggeschoolde ouders. Als de thuistaal dan niet het Nederlands is, zullen zij andere resultaten krijgen. Maar ook andere factoren spelen mee: als een klas bijvoorbeeld een hoog aandeel van kinderen heeft dat het Nederlands niet voldoende beheerst, heeft dat een effect op de taalbeheersing van de andere kinderen in die klas.”

Welke rol spelen scholen en ouders in de taalontwikkeling?
Van den Branden: “De Koalatest gaat niet over de ouders of over de thuistaal, wél over de schoolteams die de test afnemen en ermee aan de slag moeten om kinderen de steun te geven die ze nodig hebben. Uit onderzoek blijkt dat taalstimulering in de klas beter kan. Voor een kleuterleraar die veel meertalige kinderen in de klas heeft, is het moeilijker om rijke gesprekken aan te knopen. Maar meertaligheid kan ook juist een troef zijn. Als een kind bijvoorbeeld al geleerd heeft hoe het beleefdheidsvormen moet gebruiken in zijn thuistaal, kan het met die kennis gemakkelijker de link naar een andere taal maken. Leerkrachten zouden ondersteund kunnen worden in hoe ze meertaligheid een plaats geven in de klas.”

De Vlaamse overheid maakt grote budgetten vrij voor taalondersteuning: 12 miljoen euro per jaar en voor scholen waar minstens de helft van de leerlingen een andere thuistaal dan het Nederlands heeft, nog eens 20 miljoen euro extra per jaar. Hoe effectief acht u die maatregelen?
Van den Branden: “Dat geld is zeker welkom en moet, zeker in Brussel, maximaal benut worden om de leraar te ondersteunen in het aangaan van betere interactie met de kleuters. Veel hangt van de scholen zelf af. Zij krijgen nu een pak geld, maar het is aan hen om te beslissen hoe ze leraren zo goed mogelijk kunnen ondersteunen. Daarvoor kunnen ze advies vragen aan het Onderwijscentrum, dat pedagogische begeleiding aanbiedt.”

Hoe verwacht u dat de situatie zich nog zal ontwikkelen in Brussel de komende jaren?
Van den Branden: “De Koalatest is nog maar aan zijn derde ronde toe. Die ontwikkelingen hebben tijd nodig. In Ierland kreeg het taalonderwijs in 2009 een boost en het heeft nog twaalf jaar geduurd totdat daar de vruchten van geplukt werden. De eerste zes jaar is daar ook sterk in de professionalisering van leraren geïnvesteerd en pas zes jaar later was er verbetering. Nu zijn we nog in die eerste fase, nadien zullen de resultaten hier ook verbeteren.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni