Menu

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni

Belga

| Poetshulpen protesteren in Brussel (archiefbeeld).

Duurdere diensten­cheques op de tafel van Brusselse onderhandelaars

Steven Van Garsse
© BRUZZ
10/10/2025

De zes partijen die onderhandelen over een Brusselse begroting (MR, PS, Les Engagés, Groen, Open VLD, Vooruit) moeten dringend op zoek naar zo'n dertig miljoen euro om de dienstenchequesector zuurstof te geven. Alleen is de weg ernaartoe nog bijzonder hobbelig.

De zes partijen gaan akkoord om het uurloon voor de huishoudhulpen te verhogen met 0,77 euro. Daarmee zou Brussel op één lijn komen met Vlaanderen en Wallonië, waar die loonsverhoging eerder al is beslist. Het zou neerkomen op een netto loonsverhoging van 552 euro per jaar voor een huishoudhulp die 24 uur per week werkt.

Over die loonsverhoging is in augustus een cao gesloten tussen de sociale partners, maar aangezien het Gewest een regering heeft in lopende zaken, en er nog altijd geen beslissing is gevallen, is Brussel hiervan uitgesloten.

De federale overheid, die toekijkt op het dossier, heeft zopas geoordeeld dat de cao een discriminatie inhoudt, omdat de Brusselse huishoudhulpen ongelijk behandeld worden. Ook wordt de loonnorm overschreden.

Niet rendabel

Een Brusselse beslissing dringt zich dus op, om de cao van kracht te laten gaan. Ook de dienstenchequesector zelf wacht vol ongeduld. Die zit financieel steeds meer op zijn tandvlees. Veertig procent van de bedrijven is niet rendabel, stelt Federgon, de koepel van privédienstenchequebedrijven, en steeds meer dienstenchequebedrijven in Brussel geven ook aan er de brui aan te willen geven.

Dus gaan de zes partijen aan de begrotingstafel akkoord om ook in Brussel het uurloon op te trekken met 0,77 euro. Dat verbetert de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen, en maakt het ook mogelijk de cao te valideren die de sociale partners hebben onderhandeld.

Alleen moet die operatie ook gefinancierd worden. Volgens L’Echo moet het Brussels Gewest hiervoor 13,6 miljoen euro ophoesten in 2025 en 16 miljoen euro in 2026, samen goed voor zo'n 30 miljoen euro. Die bedragen worden ook bevestigd aan BRUZZ. Over de manier hoe de zes partijen deze bedragen gaan betalen, is nog geen eensgezindheid bereikt. Dat zou aanstaande maandag aan bod komen tijdens de volgende plenaire begrotingsbesprekingen.

Vrees voor 'privatisering'

De meest eenvoudige manier is dat geld uit de gewone begroting halen. Alleen heeft Brussel daar niet meteen de financiële marge voor. Het begrotingstekort in Brussel loopt op tot anderhalf miljard euro, en er moet nu vooral bespaard worden.

Optie twee is de verhoging van de prijs van de dienstencheques. In 2024 ging de prijs in Brussel al van 9 naar 10 euro, maar die verhoging kwam de dienstenchequebedrijven niet rechtstreeks ten goede. Vorig jaar was er wel een indexering naar 10,20 euro.

In de sector klinkt het al langer dat de prijs van de dienstencheques te laag ligt om de dienstenchequebedrijven financieel gezond te houden. Federgon merkt ook op dat een verhoging van 0,77 euro per uur voor de huishoudhulpen, de dienstenchequebedrijven zelf 1,30 euro kost.

Vlaanderen heeft al beslist om de prijs op te trekken voor de tweede schijf (meer dan vierhonderd cheques), en om de cheques te indexeren. Wallonië besliste iets gelijkaardigs. Het gevaar bestaat wel dat bij een te grote verhoging klanten zullen afhaken, of het aantal te presteren uren door huishoudhulpen fors zullen terugschroeven.

Een derde is de afschaffing van de fiscale aftrek voor de dienstencheques. Volgens een voorstel van ordonnantie dat door Défi is ingediend in het Brussels parlement kan dat op termijn naar schatting 19 miljoen euro opleveren voor Brussel. Ook Vlaanderen heeft beslist om de fiscale aftrek af te schaffen vanaf volgend jaar. Het probleem is dat die afschaffing van de fiscale aftrek pas ten vroegste in 2028 geld in het laatje brengt, en dus geen oplossing biedt voor 2025 en 2026.

Tot slot kan er ook gekeken worden of de dienstenchequebedrijven niet zelf eigen inkomsten kunnen aanboren. Dat ligt politiek het meest gevoelig. In Brussel is dat niet mogelijk, in Vlaanderen en Wallonië intussen wel. Daar kunnen dienstenchequebedrijven administratieve kosten aanrekenen aan de klant, er worden zelfs maandelijkse abonnementsformules aangeboden.

Federgon, de koepel van privédienstenchequebedrijven, is voorstander van de mogelijkheid om administratieve kosten aan te rekenen, maar bij de vakbonden botst dat op grote weerstand. Ze vrezen een ‘privatisering’ van de dienstenchequesector, en dat de dienstenchequebedrijven de administratieve kosten zelf opstrijken zonder de arbeidsomstandigheden van de huishoudhulpen te verbeteren.

Deze piste zou niet langer op tafel liggen in de begrotingsonderhandelingen, zo valt te horen.

Gelijk speelveld

Bij de onderhandelaars klinkt het dat er zeker naar een gelijk speelveld moet worden gekeken met Vlaanderen en Wallonië, onder meer door huishoudhulpen eerlijk te verlonen. Maar de weg ernaartoe is nog hobbelig. “Makkelijk zal dat niet zijn. Zeker niet omdat er een tijdsdruk op zit,” zo valt te horen bij een onderhandelaar.

Meer optimisme is er aan de andere kant van de tafel. “Een compromis valt hier wel te vinden. Hoe dan ook is dit niet de grootste knoop. De begroting voor 800 miljoen euro saneren is veel moeilijker.”

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Politiek , Samenleving , dienstenchequesector , Federgon , dienstencheques , Défi