Theo Francken: 'Voorwaarden niet vervuld voor inzet soldaten'

Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) zegt maandag dat de voorwaarden er momenteel niet zijn om soldaten in te zetten voor bewakingsopdrachten. Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) had daar om gevraagd, zodat meer politieagenten op straat ingezet zouden kunnen worden, nu het drugsgeweld in Brussel oplaait.

Minister van Binnenlandse Zaken Bernard Quintin (MR) had zondag in De Zevende Dag verklaard dat de nieuwe federale regering soldaten vaker wil inzetten voor statische opdrachten, zodat er meer agenten op straat kunnen worden ingezet.

Francken wees er in 'De ochtend' op dat het regeerakkoord voorziet in een 'territoriale verdedigingsreserve' bij defensie. Die zou onder meer gericht zijn op het beveiligen van nucleaire infrastructuur en ambassades met en statische beveiliging. Wel moet vooraf een duidelijk juridisch en inzetkader gedefinieerd worden. Bij dreigingsniveau 4 zouden soldaten kunnen patrouilleren, zei Francken, maar dan moet de regering wel haar goedkeuring geven.

Nog geen territoriale reserve

"Ja, er is dus een kader gemaakt in de regering. Maar nee, dat zal niet voor morgen zijn. We moeten het nog uitbouwen. De territoriale reserve is er nog niet. Die moet nog samengesteld en opgeleid worden. Ook is het juridische kader er nog niet. Dat was de grote frustratie bij Operatie Vigilant Guardian een tiental jaar geleden, tijdens de aanslagen. De soldaten hadden geen duidelijk juridisch en inzetkader. Ze stonden er, maar konden niet veel doen. Het is belangrijk dat ze dat nu wel hebben, dat er minstens duidelijke rules of engagement zijn", zegt Francken.

Francken zegt dat hij die boodschap ook overgemaakt heeft aan Quintin. "Over de passage hierover in het regeerakkoord hebben we dagen gepraat, net omdat het zo delicaat is. Het regeerakkoord is kersvers. Ik ga me er dus aan houden. Ik heb er tijd voor nodig."

De minister zei wel dat hij niet zou wachten met de uitvoering. Maandag heeft hij een afspraak met chef Defensie Frederik Vansina, en dan zal het al besproken worden. "Maar dat er morgen weer mensen in Doel of aan de ambassades staan: dat is niet het geval."