Column: Discuteire

Freddi Smekens
© Brussel Deze Week
11/07/2012
In onze moderne maatschappij is communicatie uitgegroeid tot een ware hoeksteen. Niet dat ze in vroegere tijden de rol van zandkorrel vervulde; denken wij hierbij maar aan het onvolprezen spijkerschrift, de boekdrukkunst en, weliswaar korter bij onze tijd, de ontwikkeling van het morse­alfabet alsmede de doventaal.

Ik hoop dat de inleiding tot deze Brusselse rubriek over discuteire bij de pientere lezer niet al te hevig ter discussie zal staan. "Masscheen neet, mo tot hee too hem ik nog altaaid ni verstoen wa ne zoevelkorrel, nen bakstien of pak na nen hoekstien mè discuteire te moeken heit," krijg ik daarbij als terechte opmerking mee. Ik zou de ruimte en plaats die mij resten, willen gebruiken om dat even duidelijk te maken.

Ik ben ervan overtuigd da 'k mè de leizer in de komende doege mier as de okosje zal kraaige vè mè hem of heu auver ons waudje discuteire veider van gedachte te wissele, zoals dat met zovele woorden en uitdrukkingen uit onze Brusselse streektaal al het geval is geweest. Menige lezer zal al gemerkt hebben dat ik nuut 'n serjeuze of zeulfs minder serjeuze disceuse uit de weg ben gegaan. En het is mij daarbij altijd - tot mijn grote vreugde - opgevallen dat het ernstige aspect van onze disceuses meestal de overhand kreeg.

Maar stel u voor, waarde lezer, dat discuteire altaaid mè serjeus zaain te moeke zou hemme. Volgens mij zouden mijn Brusselse stadsgenoten het in dat geval al gauw opgeven. Het is nu eenmaal zo da meense dee hee discuteire, altaaid e plochke vraa haave vè de ziever en de zwans. En het mag gerust gezegd dat het onderwerp van de disceuse in dat geval zo niet een geringe, dan toch een zeer matige rol speelt. Discuteire moet dan ook een vorm van wat de Engelsen entertainment noemen, in zich meedragen. Persoonlijk zou ik het als volgt willen stellen: as we discuteire, moote we ons oek vè e stuk kunne amuseire. En als dat laatste niet mooi rijmt, dan zal ik iets anders moeten uitvinden.

Laat discuteire dus gerust maar een nuttige vorm van communicatie zijn, maar vooral 'n plezante leivenshouding blaaive. Verre van mij om hier de moralist uit te hangen, maar ik blijf erbij dat we van discuteire altijd iets kunnen opsteken. Natuurlijk zou het nogal ijdel klinken om uit te pakken met "Ik goen nuut of nuut gien disceuse ooit de weg!" Maar aan de andere kant zouden we flink onze tijd verliezen wanneer we om de haverklap auver alles en nog wa beginne te discuteire. Maar het is zeker zo dat het niet altijd aan ons is om te bepalen woe we auver goen discuteire. Dat het onderwerp van een discussie ons moot oenstoen, of da w'er ten minste e klaain betche verstand van moote hemme, staat buiten kijf. In het andere geval zou de disceuse nuut ni verhit geroeke en zou discuteire eive rap ne flaaven bool weude.

Het zij mij toegestaan om bij alles wat voorafging over discuteire, een opmerking te formuleren die met de geschiedenis te maken heeft. Van de Ouden kregen we een spreuk mee; volgens mij komt ze van de Romeinen. Mo omda maain Lataain al eive belabberd es as maain Dosj, vertoel ik ze efkes in het Brussels. Die spreuk gaat alzo: 'Auver goesting en koleure kan ni gediscuteid weude.' Welnu, waarde lezer, den deize kan hem in dei spreuk gielegan ni vinne. En wel hierom: als Brusselaar ga ik ervan uit dat we auver alles en mè wee den oek kunne discuteire. Men slaat er het werk van Wittgenstein, Goethe en Rimbaud maar op na wat het discuteire auver koleure betreft. Wannier 't auver smoek goet, moet ik verwijzen naar de ettelijke kookprogramma's die ons op de televisie worden voorgeschoteld. Waar ik anderzijds wél in kan komen, is dat er onderwerpen de moojte ni zaain vè er auver te discuteire. Gelukkig beslissen we nog altijd zelf in welk discussiepunt we ons willen laten meeslepen.

Ten slotte is er ook nog iets even myste­rieus als intrigerends wat discuteire betreft. Namelijk dat we nooit precies weten wannier 'n disceuse begint en oek ni wannier ze goet ophaave. Wat het onderwerp van deze rubriek betreft, hoop ik in elk geval door de lezer neki goo teigegesprauke te weude of anders gielegan gelaaik te kraaige.

Freddi Smekens

Freddi Smekens neemt u wekelijks mee door de wondere wereld van het Brussels.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column, Freddi Smekens

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni