'Deze lente begint op het moment dat vele levens eindigen.' Hanneke Paauwe over Brel en een bewogen begin van de lente.

Lees ook: Zombies by Night

Een van mijn eerste nachten in Brussel leek een scène uit een film:

Molenbeek. Nacht. Het verkeer raast eindeloos door de Ninoofsesteenweg.

Locatie interieur: een appartement vier hoog.

Twee geliefden worden midden in de nacht wakker.

Ne me quitte pas galmt door de straat. Loeihard.

Een melodramatische soundscape. Het is herfst. Dat ook nog.

Melancholie overschreeuwt zichzelf in die spuuglelijke straat.

Van een ongekende schoonheid en romantiek.

Als Brels cri de coeur op maximum volume blijft aanhouden, gaat mijn lief beneden kijken.

Naast het café staat een auto te ronken.

Een man ligt met zijn hoofd op het stuur.

Hartaanval? Hersenbloeding? Bruut geweld?

Knock out door een cocktail van drank en liefdesverdriet?

Uitgeteld door de dood van een geliefde?

Mijn vriend tikt de man op zijn schouder.

Die schrikt op, trapt het gaspedaal in en scheurt weg.

We wachten op een gruwelijke klap. Die blijft uit.

Brel zingt: Il faut oublier Tout peut s'oublier Qui s'enfuit déjà

Le temps perdu

'Wil je hier een voorstelling maken?'

Jaren later ben ik op een monumentale begraafplaats in Maastricht. 'Liefst iets met engelen.'

Het kerkhof is overbevolkt met engelen.

In steen, in marmer, in brons, in menselijke resten.

Volgens het katholieke geloof gaan overleden kinderen onder de 8 jaar linea recta de hemel in. Daar veranderen ze zonder ontgroening ogenblikkelijk in engelen.

Op voorwaarde dat ze gedoopt zijn, natuurlijk. De rest mag rechtstreeks richting hel.

Ik zie beertjes, molentjes, knuffels, kruisjes.

Elk voorwerp getuigt van een schrijnende afwezigheid van baby's, kleuters, pubers.

Na het uitgestrekte kinderperk volgt de aristocratische rotonde van de burgermeesters met protserige tombes. Het Joodse gedeelte is met hagen afgeschermd.

Stenen nestelen zich tegen elkaar op de sobere graven.

Voor degenen die Mekka niet bereikten, zijn er diagonale grafstenen, zodat het hoofd in de juiste richting ligt.

Rangen en standen, verschillen in geloof en lotsbestemming laten zich door de dood niet van de wijs brengen.

Ondertussen slooft herfst zich uit in een staalkaart van kleuren. Vogels zingen, konijnen spelen verstoppertje.

De locatie is schitterend. Ik twijfel: een maand eerder overleed mijn eigen broer en

hier liggen zoveel verhalen begraven, wat moet ik daar nog aan toevoegen?

Maar iets in me zegt: zo'n kans krijg je nooit meer…

Ik spreek met grafdelvers, ouders die hun kind verloren, familieleden die afscheid moesten nemen van broer of zus. Oudere vrouwen vertellen over de schande van een doodgeboren kind. Sommigen wisten jarenlang niet of en waar hun kind begraven lag.

De dood van een kind was taboe, zwijgen de regel.

Verdriet heeft veel gezichten.

Je ne vais plus pleurer Je ne vais plus parler Je me cacherai là À te regarder

Je t'inventerai Des mots insensés Que tu comprendras

Bronksfestival 2005. Herfst.

We spelen op het prachtige kerkhof van Laken 'In Memoriam,' een voorstelling over een familie die een kind verliest.

Soundscape deze keer is het lokale verkeer, op weg naar de A12.

Als de laatste scène speelt, vallen feit en fictie samen: een gruwelijke klap wordt even later gevolgd door het geloei van sirenes en scheurende ambulances.

Afgelopen week hebben veel families harde klappen moeten vangen.

In de media werd dat niet altijd even fijnzinnig uitgemeten.

Twee brieven raakten me.

Een meisje beschrijft haar skivakantie: ze heeft veel plezier met haar vriendinnen, de sfeer is leuk, het weer is mooi.

Ze sluit af met hoezeer ze haar familie mist.

Daags na het busongeval te Zwitserland krijgt de familie de brief van hun overleden dochter.

De tweede brief was ook van een jong meisje.

Ze las hem voor op de herdenkingsdienst van haar vader.

Hij was imam in de moskee van Anderlecht en overleed door een man die wraak wilde nemen op alles wat er in Syrië gebeurde en meende dat brandstichten daarvoor de beste manier was.

Was dit alles theater of film geweest, dan was het commentaar waarschijnlijk: 'dit is erover. Teveel ellende, teveel tragiek.'

Ja. Afgelopen week was helaas dramatisch.

Met een minuut stilte, bergen bloemen, een witte mars, witte ballonnen met kaartjes, witte kisten. Indrukwekkende beelden op tv, gruwelijke foto's in de krant.

De media getuigden niet altijd van compassie en inlevingsvermogen, maar het overgrote publiek was aangedaan, solidair, leefde mee met de families, de slachtoffers.

Het ontroerde me om mannen met tranen in de ogen te zien, zakenmensen die stilstonden op straat, aangedane hulpverleners, zwijgende kinderen, mensen die elkaars hand vasthielden.

De dagdagelijkse onverschilligheid maakte plaats voor medeleven.

Anonimiteit werd even opgeheven door een serene onderlinge solidariteit.

Tragisch en verontrustend dat er daarvoor rampen van deze omvang nodig zijn.

Deze lente begint op het moment dat vele levens eindigen.

Misschien zweeft er nog ergens een witte ballon met een liedje boven ons hoofd:

Je creuserai la terre Jusqu'après ma mort Pour couvrir ton corps D'or et de lumière
Je ferai un domaine Où l'amour sera roi Où l'amour sera loi Où tu seras reine

Ook deze week begint met klappen uitdelen. Toulouse is aan de beurt.

Een schietpartij. Een minuut stilte. Witte ballonnen. Een stille mars.

On a vu souvent Rejaillir le feu

Hanneke Paauwe is schrijver en theatermaker, ze woont in Schaarbeek.

Hanneke Paauwe

Hanneke Paauwe is schrijver en theatermaker, ze woont in Schaarbeek. Voor brusselnieuws.be schrijft ze tweewekelijks een column.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column, Hanneke Paauwe

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni