Alex Deforce: dichter in een besmette stad

Kurt Snoekx
© BRUZZ
26/11/2020
© Ivan Put

Dichter van de nacht, dichter van wacht. Dichter van het klimaat, dichter op plaat. De Brusselse nachtvlinder Alex Deforce morrelt duchtig aan codes, grenzen, knoppen en frequenties, en stampt zo een aanstekelijk beweeglijk dichterschap uit de grond. Van voicemail tot Bandcamp, van 7 inch tot soundwalk.

“Dat vind ik het moeilijkste aan deze periode: je kan niet langer iemand op de bots tegenkomen en ongemerkt een gat in de nacht branden. De spontaniteit is weg, alles moet worden afgesproken, gepland. Er hangt overal wat meer gewicht aan,” vertelt Alex Deforce in zijn atelier in de Anderlechtse creatieve hotspot Studio CityGate, net voor de wekker op zijn gsm afgaat. Het is 12.00 uur ’s middags. “Dat is een van mijn oude alarmen,” lacht hij. “Een reminder, om te weten hoe het vroeger was.” Dat vroeger verwijst naar prepandemische tijden, toen Brussel nog gewoon Brussel was en Alex Deforce nog gewoon gewoon kon doen en sporen slijten uit de nacht. “Die uitlaatkleppen moeten missen, na een dag in het atelier niet op café of naar een optreden kunnen gaan, is hard geweest, ja. Maar ik heb wel mijn bioritme terug.” (Lacht)

Dat vind ik het moeilijkste aan deze periode: je kan niet langer iemand op de bots tegenkomen en ongemerkt een gat in de nacht branden. De spontaniteit is weg, er hangt overal wat meer gewicht aan

Alex Deforce

De schilder, huistekenaar bij De Sprekende Ezels, voormalige hoeder van cultuursite/videoreeks/platenlabel On-Point en nog steeds maandelijkse host op theword.radio heeft zich de voorbije jaren meester gemaakt van de ether met een ander soort oorwormen. Op Brihangs Casco mocht hij als woordenaar aan de bak op drie tracks, maar het was al eerder, begin 2019, met Nachtdichter, een samenwerking met Victor De Roo (Vanderschrick, Prutser, De Nooit Moede), in 2019 gereleaset door het Amsterdamse label Knekelhuis, dat Alex Deforce echt dichterlijk debuteerde. “Ik was een tijd daarvoor al aan het schrijven gegaan. Tijdens een intense periode, waarin ik iedere dag aan het schilderen was en tijdens mijn pauzes ergens op café zat met een boek. Kunstenaarsbiografieën en essays, soms dingen die ik niet snapte. Tijdens het lezen nam ik dan notities en zo heb ik beetje bij beetje mijn eigen kunstgeschiedenis gecreëerd – kunstonderwijs heb ik nooit gedaan. Tussen die notities hebben zich geleidelijk aan losse flarden van gesprekken op café of op straat genesteld, ideeën, dingen die ik hoorde of las, iets raars dat in mijn kop schoot... Dat brute materiaal vervormde, werd abstracter en daar ben ik gedichten uit beginnen te puren. Ik heb ze ooit allemaal uitgetikt in een groot Word-document, een stuk of 70 waren het er. Eigenlijk is het materiaal voor de vuilnisbak, maar een paar fragmenten zijn nog in schilderijen teruggekomen. Toen Victor vroeg om samen iets op te nemen, wist ik direct wat ik zou gebruiken.”

1732 Alex Deforce2
© Ivan Put | Alex Deforce in zijn atelier in de Anderlechtse creatieve hotspot Studio CityGate: “Dat zijn de momenten waar ik het meest van geniet: als ik exact op drift ben.”

“Sindsdien is er veel veranderd. Op Nachtdichter hoor je nog mijn dagboekmanier van schrijven. Ik sta er nog 100 procent achter, maar het heeft een zekere puberale onschuld. We hadden in die periode allebei groot liefdesverdriet en dat hoor je. Dat is goed, eerlijk van ons allebei. Maar 'Komma' bijvoorbeeld, is iets heel anders.”

STORM EN DRANK
‘Komma’ vond een warme thuis op BXL NEST, de vinyl ter ere van tien jaar Stoemp!-concerten, tussen werk van onder meer Angèle, Jaune Toujours & Brussels Philharmonic, Arno, Black Flower, BeraadGeslagen featuring Zwangere Guy, Peet, Blu Samu & Martha Da’ro, en Dizzy Mandjeku. Alex Deforces grote held “Swennen Walter” wordt het gedicht in gesmokkeld, nostalgie wordt geparkeerd, om jaretellen wordt gesmeekt, en de storm komt niet zonder drank. “Hier heeft de waan nog zin, elke komma een verhaal,” klinkt het wat later in de door Victor De Roo en STIKSTOF-mc Paulo ‘Astro’ Rietjens getoonzette tocht door de Brusselse stadsaders.

Die beweeglijkheid kenmerkt de gedichten van Alex Deforce, ver weg van de poëzie die op papier een onveranderlijke toekomst tegemoet gaat. “Ik heb al gedichten veranderd terwijl ik ze sta voor te dragen, en ze, eenmaal thuis, aangepast omdat ze zo beter werkten. Net zo voor schilderijen, die ik na tentoonstellingen soms opnieuw heb overschilderd. Die marge om te blijven spelen, maakt sommigen heel nerveus. Mij geeft dat het gevoel dat het leeft. Het is mijn weg, net zoals die Bandcamp die ik heb aangemaakt om mijn werk op te delen. Geleidelijk aan vinden mensen daar hun weg naartoe. Het ene steekt het andere aan, alles loopt altijd in elkaar over: zo ben ik nu artikels van De Tijd en L’Echo aan het bewerken met Tipp-Ex, uit die artikels vloeien woorden naar mijn gedichten, en die collages komen op hun beurt ook weer terecht in iets als het boekje van mijn 7 inch.”

Zij / Goesting, op muziek van Charlotte Jacobs en Wiet L., werd eind september gereleaset bij het Brusselse Lexi Disques. “Exact op drift” klinkt het op die plaat, als een levensmotto. “Zo had ik het nog niet bekeken,” vertelt Alex Deforce. “Maar het klopt wel. Dat zijn de momenten waar ik het meest van geniet: als ik ‘exact op drift’ ben. Als er een positieve nervositeit heerst en de dingen net snel genoeg gaan, net genoeg in beweging zijn om zoveel mogelijk concreet te maken. Het is een goed motto, vanaf nu leef ik ernaar.” (Lacht)

Ik moet mezelf soms in de arm knijpen wanneer ik besef dat het gewoon aan het lukken is. En tegelijk: waarom niet? Het dichterschap lijkt deze dagen dan wel absurd en utopisch, ik sta 100% achter die idee

Alex Deforce

En dat doet hij al. De duizendpoot houdt vele balletjes tegelijk in de lucht. In de nabije toekomst mogen we een soundwalk verwachten voor de Beursschouwburg en een podcast voor Passa Porta. En midden oktober viel Alex Deforces repliek op Paul van Ostaijens Bezette stad op de mat bij deBuren, het Vlaams-Nederlands huis dat met het project ‘Besmette Stad’ een multimediaal antwoord wil bieden op de coronacrisis. Zijn ‘re:Folies Bar’ is een heerlijk dreunende ode aan het cafégebeuren, “iets wat ik nu wel heel goed ken.” (Lacht)

UTOPIE EN OKSELVIJVERS
Het neemt niet weg dat dichter zijn in een besmette stad geen benijdenswaardige positie lijkt. “Ik heb ook mijn frustrerende periode gekend, hoor, waarin ideeën zonder uitweg in mijn hoofd en mijn notitieboekje bleven zitten,” getuigt Alex Deforce. “Ik vind mezelf nog steeds een outsider in de poëziewereld, maar al bij al is het heel snel gegaan. Ik ben gedebuteerd op vinyl, en ondanks het feit dat ik de vleesgeworden podiumvrees was, okselvijvers inclusief, heb ik op een jaar tijd twee keer in de Beursschouwburg gestaan, één keer in de AB Club, ik heb op Jazz Middelheim opgetreden, op de Boekenbeurs en in Recyclart, en dan vergeet ik nog het een en ander. Ik moet mezelf soms in de arm knijpen wanneer ik besef dat het gewoon aan het lukken is. En tegelijk: waarom niet? Het dichterschap lijkt deze dagen dan wel absurd en utopisch, ik sta 100% achter die idee. Ik zal de poëzie altijd verdedigen.”

1732 Alex Deforce
© Ivan Put | Alex Deforce: “Poëzie is heel intiem, heel puur, heel eerlijk. Het is net als de schilderkunst een leugen, maar ik kan me er veel minder makkelijk in wegsteken.”

Het neemt niet weg dat dichter zijn in een besmette stad geen benijdenswaardige positie lijkt. “Ik heb ook mijn frustrerende periode gekend, hoor, waarin ideeën in mijn hoofd en notitieboekje bleven zitten,” getuigt Alex Deforce. “Ik vind mezelf nog steeds een outsider in de poëziewereld, maar al bij al is het heel snel gegaan. Ik ben gedebuteerd op vinyl, en ondanks het feit dat ik de vleesgeworden podiumvrees was, okselvijvers inclusief, heb ik in een jaar tijd twee keer in de Beursschouwburg gestaan, één keer in de AB Club, ik heb op Jazz Middelheim opgetreden, op de Boekenbeurs en in Recyclart, en dan vergeet ik nog het een en ander. Ik moet mezelf soms in de arm knijpen wanneer ik besef dat het gewoon aan het lukken is. En tegelijk: waarom niet? Het dichterschap lijkt deze dagen dan wel absurd, ongrijpbaar en utopisch, ik sta 100 procent achter die idee. Ik zal de poëzie altijd verdedigen.”

Met de handrem op kan je niet werken. Mijn radar moet blijven draaien. En daarvoor moet je openstaan, aware zijn, om het met Jean-Claude Van Damme te zeggen

Alex Deforce

En inzetten voor het goede doel. Zoals met 'Ewewig', een gedicht dat het licht zag na een driedaags project – samen met Maya 'Vieze Meisje' Mertens – van de Partij voor de Poëzie in Het Bos, Antwerpen in 2019, meteen op de voicemail van Jan Jambon belandde, en zopas verscheen in Zwemlessen voor later, de eerste bundel van de Klimaatdichters bij Uitgeverij Vrijdag. Of via het project 'Dichters van wacht', een wonderschoon voorbeeld van de helende kracht van poëzie, waarbij dichters als Bart Moeyaert, Delphine Lecompte, Maarten Inghels, Lisette Ma Neza en Maud Vanhauwaert telefonisch troost en houvast bieden. “Een superschoon initiatief, ja. Ik heb tijdens de eerste lockdown vier avonden, telkens twee uur lang, oproepen beantwoord. In totaal waren het er ongeveer honderd. Van oude mensen en kindjes, leraars en aalmoezeniers, en van andere dichters met ambities, die vonden dat ze zelf in het team hoorden te zitten, tot iemand die openlijk sprak over zelfmoord. Een heel bijzondere ervaring, die me op de duur echt wat te veel werd. Ik besefte plots dat ik nadien ook gewoon alleen, langs lege straten naar een leeg huis moest. Je moet jezelf wegcijferen voor de eenzame zielen die bellen, en op de een of andere manier komt dat bij mij heel hard binnen. Op een bepaald moment dringt binnen dat je zelf ook weleens een telefoontje zou kunnen gebruiken. Tijdens de tweede lockdown heb ik dat dan ook gedaan. Volgende zomer zou het trouwens een permanente lijn worden. Terecht.”

1732 Alex Deforce3
© Ivan Put | Alex Deforce in zijn atelier.

“Poëzie is heel intiem,” vervolgt Alex Deforce, “puur, eerlijk. Het is net als de schilderkunst een leugen, maar ik kan me er veel minder makkelijk in wegsteken. Een raar beestje hoor. Ik ben er nog lang niet klaar mee. Het staat me nog toe om in beweging te blijven, in een soort noodzakelijke chaos te vertoeven. En dat probeer ik boven alles te bewaren. Met de handrem op kan je niet werken. Mijn radar moet blijven draaien, en dan heb ik het zowel over de buitenwereld als over mijn eigen binnenwereld. Daarvoor moet je openstaan, aware zijn, om het met Jean-Claude Van Damme te zeggen. Niet té open, maar net open genoeg. Op de grens tussen de mogelijkheid om door te slaan en de nood om jezelf te beschermen. Exact op drift, juist.” (Lacht)

alexdeforce.bandcamp.com
Instagram: @alexdeforce

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo, alex deforce

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni