Civa eert architect Rob Mallet-Stevens met expo

An Devroe
© BRUZZ
23/11/2016

Tegen Adolphe Stoclet die het Stocletpaleis liet bouwen, mocht de Franse architect Rob Mallet-Stevens oom zeggen. Wat dat doet met een jongeman - behalve architect worden - is te zien op een expo van de Civa Stichting.

Het hoge, strakke gangpad dat de bezoeker naar binnen trekt, moet de Mallet-Stevensstraat in Parijs evoceren, een straat die tot op vandaag nog volgebouwd is met zijn modernistische stadspaleizen. De in Parijs geboren Rob Mallet-Stevens (1886-1945) had zijn Belgische roots mee, zegt Yaron Pesztat van het Civa: “Er zijn kunstverzamelaars en mecenassen te traceren tot in de zestiende eeuw. Zijn grootouders Arthur Stevens en Mathilde Kindt, belangrijke kunstcritici, trouwden in Sint-Joost, maar vestigden zich in Parijs."

"Arthurs broers waren de schilders Alfred en Joseph Stevens. Het meest bepalend voor Robert waren de bezoekjes aan zijn tante Suzanne in Sint-Pieters-Woluwe. Haar man Adolphe Stoclet had in 1911 het Stocletpaleis laten bouwen door Joseph Hoffmann, meesterwerk van de Weense Secession. De eerste tekeningen van Mallet-Stevens zijn bijna een copy paste van de achterkant van het Stocletpaleis.”

De expo laat behalve de heldere Weense lijn - hij hekelde de ‘macaronistijl’ art nouveau - ook de andere invloeden zien, zoals het japonisme en de in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog onverdachte Franse directoirestijl.

Robert Mallet Stevens BRUZZ 1548
Totaalkunstwerk
Voor hij architect werd, schreef en illustreerde hij in Belgische architectuurtijdschriften zoals het moderne ‘Tekhné’, en bouwde hij filmdecors.

“Uit 1922 stamt zijn portfolio met typologieën voor onder meer een garage, een café, een lagere school, die allemaal nog een Wiener Secession-stempel dragen, hoewel hij toen al voor de modeontwerper Paul Poiret een modernistisch huis getekend had. Daarna zien we zijn modernistische varianten: het zadeldak wordt plat, de ronde vensters verdwijnen, de lijnen verpuren. Hij was een militant van de in 1929 opgerichte ‘Union des Artistes Modernes’, die het totaalkunstwerk omarmden, zoals het Stocletpaleis er een was. De architect ontwierp zelf of in nauwe samenwerking met ambachtslui het interieur en het meubilair.”

Zulke totaalontwerpen realiseerde hij onder andere voor de Alfa-Romeogarage en de conceptstore Bally in Parijs.

Villa Noailles
Zijn grootste nog bestaande realisaties zijn Villa Noailles (1923-1925) in Hyères (Zuid-Frankrijk) voor het mecenasechtpaar Charles en Marie Laure de Noailles, en Villa Cavrois (1929-1932) in Croix bij Rijsel voor textielbaron Paul Cavrois. Op de expo worden thema’s uitgediept zoals de trap, of de buis- en schijfvorm of de felle kleuren van glasramen en vloertegels, want door de zwart-witfoto’s zou je de verkeerde indruk kunnen krijgen dat modernistische architectuur bij zwart-wit zwoer.

Het Civa maakt een zijsprongetje naar de modernistische tuin, die vaak onderbelicht is. Ook is er een replica te zien van het ateliertje waar Marie Laure de Noailles haar ruikers samenstelde voor de verder sobere ruimtes van de villa. Verder is de rozemarijnsoort aanwezig die naar de Vicomte de Noailles genoemd is, want de Noailles was behalve mecenas een fervent botanicus.

In een brief aan René Pechère, met wie hij 25 jaar lang gecorrespondeerd heeft, vraagt hij naar de variant van de Japanse kerselaars die hem in de tuinwijken van Watermaal-Bosvoorde hadden ‘verblind’. Elders had hij er ook gezien, maar nergens zagen ze er zo gelukkig uit als daar.

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Elsene, Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni