Étienne Davodeau: chroniqueur van het 'echte leven'

Kurt Snoekx
© BRUZZ
21/06/2016

Het Stripmuseum duikt 'het echte leven' in met een retrospectieve tentoonstelling van het werk van Étienne Davodeau, de Fransman die naam maakte met stripreportages die het stille protest van de kleine maar weerbare mens verbeelden.

"Grafisch is het niet te zien, maar ik voel me erg verwant met Franquin. Dat heeft te maken met de levendigheid van zijn personages. Guust Flater blijf ik herlezen. Het is een politiek verhaal voor mij. Flater vertegenwoordigt het stille protest tegen autoriteit. De zachte weg, de meest efficiënte." Étienne Davodeau heeft wat met de kleine, weerbare mens. Zijn oeuvre telt dertig beeldverhalen die nu eens een fictieve vertelling aanreiken, dan weer als reportage of documentaire kunnen worden gecatalogiseerd, maar aan het bewaken van dat onderscheid geen tijd verliezen. De voedingsbodem voor beide genres is dezelfde: het 'echte leven', zoals de titel van de retrospectieve tentoonstelling in het Stripmuseum suggereert.

Die focus uit zich in veelvuldig bekroonde werken als De onwetenden, een boek dat op wonderlijke wijze de wereld van de wijn en het stripverhaal verweeft; Rural!, dat een trio biolandbouwers volgt op een moment dat de snelweg A87 door hun domein wordt getrokken; Lulu, femme nue, dat inzoomt op een vrouw die voor het eerst aan de roep van de onafhankelijkheid toegeeft; Les mauvaises gens, waarin Davodeau via het relaas van zijn ouders de sociale strijd uittekent in de katholieke context van de Mauges in de jaren 1960 en 1970; of Quelques jours avec un menteur, waarin hij de speelse vriendschap en het gestruikel in de marge van het maatschappelijke verwachtingspatroon van een stel losgelaten dertigers beschrijft.

1528 davodeau rural
Stuk voor stuk zijn het beeldverhalen die de grote wereld herleiden tot mensenmaat. Niet zelden verankerd in zijn habitat in Maine-et-Loire, waar Davodeaus stripminnende zelf ontwaakte. "Zoals veel auteurs ben ik in de stripwereld terechtgekomen als lezer. Toen ik begreep dat de mensen die die boeken maakten, daar effectief hun brood mee verdienden, wilde ik hetzelfde proberen. Maar ik kom uit een wereld die ver afstaat van de uitgeverswereld. Ik kende niemand die strips maakte, zelfs niemand die er las. Om een 'echt' beroep te kunnen uitoefenen, ben ik beeldende kunsten gaan studeren in Rennes, met als doel tekenleraar te worden. Tijdens mijn studies ben ik dan een aantal mensen tegengekomen die mijn interesse voor strips deelden. Samen hebben we in 1986 het Atelier Psurde opgericht. In 1992 publiceerde ik mijn eerste boek en ik ben niet meer gestopt. De strip is intussen uitgegroeid tot een natuurlijke taal, de taal waarvan ik de mogelijkheden en de rekbaarheid wil verkennen en testen."

Dat bracht je uiteindelijk in een domein dat nog vrijwel onontgonnen was: de reportage en documentaire. Wat waren je voorbeelden?
Étienne Davodeau: In de strip was er heel weinig. Je had Jean Teulé die twee boeken bij Casterman had gepubliceerd, Joe Sacco die begon, en uit Noire est la terre, een boek uitgegeven bij Autrement, herinner ik me nog een korte reportage van Jean-Christophe Menu en Blutch. Daarnaast waren het vooral radioreportages op France Inter of France Culture die me interesseerden, omdat ze spraken over levens van mensen zoals ik ze niet kende.
Wanneer besefte je dat je zelf de realiteit in je boeken wilde steken?
Davodeau: Van bij het begin had ik zin om in mijn strips heel concrete dingen te vertellen. Hoe maak je wijn? Wat gebeurt er op een boerderij? Waarom word je vakbondsmilitant? Wat is er gebeurd in Brest in 1950? Ik houd van verhalen – ook fictieve – die rakelings langs de werkelijkheid scheren en het begrip bevorderen.
De rekbaarheid van de strip is enorm. Je kan lang vervlogen tijden en imaginaire rijken verkennen. Maar ik wil het beeldverhaal naar het hier-en-nu halen, een moment in het leven van de lezer aanraken. De mogelijkheden van de strip gebruiken om de kleine dingen van het dagelijkse leven te verkennen, in fictie of reportage, daar zit geen sleet op. Misschien dat het me ooit wel gaat vervelen en dat ik fantasystrips ga maken… (Ontwaart een ongelovige blik) Juist, ja. (Lacht) Heel zeker is dat niet.

HET INSTINCT VAN DE STRIPMAKER
Een gevolg van het schrijven van beeldverhalen op de huid van de werkelijkheid, is dat die werkelijkheid een heel particuliere stem krijgt. Étienne Davodeau is zich heel bewust van die subjectieve insteek in een genre dat doorgaans wordt geassocieerd met een zekere objectiviteit. Het neemt niet weg dat hij met een ongedwongen en onvermoeibare nieuwsgierigheid en een aaibare naïviteit die vaak mededogen en empathie met zijn gesprekspartners verraadt, peilt naar de verhalen van de mensen die zijn boek van grondstof voorzien. "Objectiviteit bestaat niet. Als je iets vertelt, doe je dat altijd vanuit een bepaald gezichtspunt. Ik ben geboren in een arbeidersgezin in de jaren 1960, ergens op het platteland, in een klein dorp in het westen van Frankrijk. Al die elementen hebben me gevormd. Als ik kind was geweest in een bourgeois familie in het zoveelste arrondissement van Parijs, zou mijn leven er anders hebben uitgezien en zouden mijn boeken net zo verschillend zijn geweest. Wat ik vertel, is wat ik zie door mijn ogen. De plekken die ik ken, vormen de scènes van mijn theater. Dat is niet objectief, maar het lijkt me wel eerlijker. Het geeft meteen te kennen waarom je iets vertelt. Het is ook een kwestie van verantwoordelijkheid: ik vertel dingen die alleen ik kan vertellen. Les mauvaises gens, Rural!, dat zijn verhalen die mij of mijn omgeving raken. Net die verankering kan een lokaal verhaal een universele waarde meegeven. Daar geloof ik heel erg in."
De manier waarop je werkt, maakt vaak deel uit van het verhaal zelf. Het doet me wat denken aan een antropologische aanpak.
Davodeau: Een antropoloog ben ik niet. Ik heb de studies niet gedaan en ik ontbeer er de diploma's en de onderzoekstechnieken voor. Toen ik met dit soort documentaire stripverhalen begon – met Rural! in 2001 – had ik geen idee wat te doen. Je had een boerderij, drie mensen die volledig biologisch wilden gaan in 1989, wat toen nog heel zeldzaam was, en de autosnelweg A87 die hun boerderij in tweeën zou gaan snijden. Dat was een verhaal, besefte ik. Maar hoe dat te vertalen naar een strip, hoe informatie in te winnen en te verwerken, dat was me een raadsel. Ik heb me beholpen met wat ik voor handen had, on the go, heel empirisch. En ik wilde dat het boek daarvan zou getuigen. Daarom teken ik ook mezelf, zie je me fotograferen, vragen stellen enzovoort.

Hoe kies je je onderwerpen?
Davodeau: Het zijn altijd coups de cœur, onderwerpen die me na aan het hart liggen. Soms stoot je, zoals bij Rural!, toevallig op een onderwerp. Aan Les mauvaises gens en De onwetenden gingen dan weer jaren vooraf. Richard Leroy, de wijnbouwer, kende ik bijvoorbeeld al heel lang, het is een vriend. Ik wilde al lang iets met zijn verhaal doen. Op een dag kwam hij in mijn atelier terwijl ik Lulu, femme nue aan het inkleuren was, en hij stelde me zulke idiote vragen, dat ik dacht: zo een beroemdheid in de wereld van de wijn die van de stripwereld totaal geen kaas heeft gegeten... Bam! Idee voor een boek. We deelden een kennis van één domein en een totale onwetendheid in een ander.Ik ben naar mijn uitgever gestapt en heb gezegd: ik heb geen scenario, geen synopsis, ik weet niet wat er gaat gebeuren, maar als je wilt, maak ik hier een boek over. Als ik op mijn bek ga, tant pis.
Weet je, hoe ouder ik word, hoe minder voorbereid ik aan de start verschijn en hoe meer vertrouwen ik stel in mijn instinct. Een scenario en dialogen schrijven en dat dan uittekenen, verveelt me. Het verhindert de dingen te bewegen. Ik wil uit mijn comfortzone stappen en de dingen op me af laten komen op een instinctieve manier. Als je al 30 jaar strips maakt, ontwikkel je een zeker savoir-faire. Net dat moet je wantrouwen. Het is te makkelijk om dingen te doen die je al kan, die de uitgever zonder meer aanvaardt en die de lezers zogezegd willen lezen. Op die manier wieg je jezelf in slaap. Je moet de onwetendheid recht in het gelaat staren, dat houd je wakker.
Die onwetendheid, die heel kwalijke gevolgen kan hebben, lijkt een rode draad te zijn doorheen je oeuvre. Opvoeden is een groot woord, maar beschouw je het delen van kennis en zo de strijd aangaan met de onwetendheid, ook die van jezelf, als een doel?
Davodeau: Het is zoals je zegt: onwetendheid kan een probleem zijn. Het is het weten dat vrij maakt. Tegelijk, als je iets niet kent, kan je het nog ontdekken. Dat is een voordeel, het kan je voortstuwen.
De mensen over wie ik vertel, zijn mensen die hun lot in handen nemen. Het zijn mensen die ervoor kiezen om het leven niet te ondergaan, om zich op te richten, de rug te rechten en weerstand te bieden. Dat zijn dingen die zich makkelijk lenen tot een verhaal. Zeker nu is het belangrijk te tonen dat niet alles verloren is, dat je neen kan zeggen en dingen kan opbouwen. De manier waarop Richard Leroy zijn wijn maakt bijvoorbeeld, is een keuze voor de vrijheid. Natuurlijk is zijn wijn een landbouwproduct op basis van druivensap, maar het is niet enkel dat, het is niet vooral dat. Het is in de eerste plaats een mogelijkheid om andere mensen te ontmoeten. Zo zie ik mijn strips ook. Ja, misschien zit er toch een pedagogisch kantje aan...

VOORBIJ DE KAFT
Étienne Davodeau is niet de grootste vormvernieuwer in stripland, en zijn verhalen wikkelen zich af tegen de fijnzinnige traagheid die een goed glas wijn verdient. Zijn beeldverhalen lees je omdat ze zich klein maken in de dialoog met de medemens en die op ware grootte tonen.

Je boeken voelen steeds aan als samenwerkingsverbanden. Dat brengt een zekere intimiteit met zich mee.
Davodeau: Ik voel er niets voor om me te bedienen van mensen, een projectje te doen en te vertrekken. Ik vind het nodig om die mensen echt te leren kennen. Ik maak een boek met hen, niet over hen. Als mensen hun vertrouwen in me stellen, er hun tijd in steken, en het resultaat hen dan niet zou bevallen, dat zou ik niet kunnen aanvaarden.

Bedoel je dat met het stille protest? De kleine mens een stem geven?
Davodeau: Dat is mijn verantwoordelijkheid, ja. Ik heb het geluk dat ik een microfoon in handen heb gestopt gekregen. Die microfoon stel ik graag ten dienste van mensen wier strijd voor een groot stuk een onzichtbare strijd is. Dat stelt me tegelijk in staat het debat aan te wakkeren. En dat is het ultieme doel van mijn boeken. Ik wil boeken maken die niet eindigen op de laatste pagina, maar zich ook na het dichtslaan van de kaft roeren. Discussieer erover, wees het ermee oneens, vervloek het desnoods. Als ze die levende rol op zich kunnen nemen, ben ik al heel blij.

ÉTIENNE DAVODEAU: KRONIEKEN VAN HET ECHTE LEVEN/CHRONIQUES DE LA VRAIE VIE
> 27/11, Stripmuseum/Centre Belge de la BD, www.stripmuseum.be, www.cbbd.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Expo

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni